Nederlandse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog

Achterkamp werd na zijn terugkeer uit Spanje – waar hij maar heel kort verbleef - door de politie in Kerkrade verhoord; dat gebeurde op 4 maart 1937. Hij verklaarde dat hij om werk te zoeken een paar maanden eerder in de haven van Antwerpen was beland en daar kennis maakte met twee Fransen die hem werk beloofden in Spanje. Hij verklaarde dat hij bereid was te dienen in het Spaanse regeringsleger maar “ik ben elf dagen aan het front geweest en heb daar meegevochten. De toestand was er echter heel slecht. Het eten was slecht. De ligging was slecht en de behandeling was zeer ruw. Ik besloot dan ook om te trachten zo spoedig mogelijk een goed heenkomen te zoeken.”

Achterkamp krijgt de opdracht een transport gewonden te begeleiden; hij neemt zijn kans waar en gaat er vandoor. Hij vindt werk op een Italiaans schip dat in de haven van Barcelona ligt, en in Antwerpen monstert hij af. Liftend lukt het hem naar Nederland terug te gaan waar hij zich bij de politie meldt “om wat eten te krijgen”.

Een week later, op 13 maart 1937 meldt de Centrale Inlichtingendienst dat de zich noemende Hendrik Jan Achterkamp in feite de Duitser Heinrich Karl Röttger is “gewoond hebbende te Hengelo ten huize van zijn stiefvader Achterkamp”. In 1935 is hij tweemaal uit Nederland verwijderd. Of het verhaal van Rottger over zijn dienen in Spanje juist is, wordt ernstig betwijfeld.

Navraag bij de Duitse collega’s die onderzoek doen naar Duitse Spanjestrijders heeft geen nadere informatie opgeleverd. Ze onderschrijven de conclusie van de toenmalige Nederlandse Inlichtingendienst: “Rottger is een groote fantast”. Toch blijft de vraag wat zijn relatie was met zijn stiefvader Achterkamp en waarom hij het nodig vond een verhaal over zijn tocht naar Spanje op te dissen.