Internationale brigades

Kort overzicht van de Internationale Brigades

Aan de vorming van de Internationale Brigades is een aantal stappen voorafgegaan. Direct bij het uitbreken van de opstand, in juli 1936, hadden al buitenlanders zich spontaan aangesloten bij de milities. Dat waren veelal emigranten die verdreven waren uit hun vaderland door een dictatoriaal regime, zoals Duitsers, Italianen, Tsjechen en Polen. Daarnaast waren er ook de deelnemers aan de Arbeiders-Olympiade, de tegenhanger van Olympische Spelen in Berlijn, die op het punt stond te beginnen in Barcelona. In eerste instantie sloten deze buitenlanders zich aan bij Spaanse milities. Maar daarna werden er ook eenheden geformeerd naar nationaliteit en taal, zoals de Italiaanse “Giustizia e Libertà”, de Franse centuria “Commune de Paris” en de Duitse centuria “Thaelmann”. Hier sloten zich ook buitenlanders bij aan die op eigen initiatief naar Spanje waren gekomen. 

In augustus 1936 riep de Duitse communistische partij haar leden in ballingschap op om naar Spanje te gaan en de republiek te helpen waar ze konden. De internationale communistische beweging nam dit initiatief over en besloot ergens in september om de werving van vrijwilligers en het transport naar Spanje systematisch aan te pakken. Er kwam een wervingscentrale in Parijs, en de communistische partijen in de diverse landen namen de werving ter hand. Half oktober kwamen de eerste georganiseerde transporten aan in Spanje. En werden de eerste bataljons geformeerd. Deze Internationale Brigades kregen een eigen hoofdkwartier in Albacete.

De schattingen van het totaal aantal deelnemers aan de Internationaal Brigades lopen nogal uiteen, maar het meest gangbare aantal in de literatuur is 35.000. Er zijn er nooit meer dan 20.000 tegelijk in Spanje geweest. Ze waren afkomstig uit vrijwel alle Europese landen en uit de Verenigde Staten en Canada. In totaal waren er 53 verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd, maar voor een aantal nationaliteiten ging dat maar om heel kleine aantal tot een enkeling. De grootste groep, met ± 9000 deelnemers, werd gevormd door de Fransen. Er namen ongeveer 3500 Italianen deel en zo’n 3000 Duitsers. Uit de Verenigde Staten kwamen er 2400, uit Engeland ± 2000. Uit Canada, Joegoslavië, Hongarije, Tsjecho-Slowakije, België en Scandinavië kwamen elke zo’n 1000 vrijwilligers. Om de communicatie goed te laten verlopen werden de vrijwilligers ingedeeld naar de taal die ze spraken. De Nederlanders werden in het algemeen ingedeeld bij de Duitsers.

De vrijwilligers die naar Spanje gingen, werden door de communistische partij van hun land naar Parijs geholpen. Vanwege de non-interventiecommissie, de commissie die er op moest toezien dat de overeenkomst tussen een aantal landen waaronder de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Italië en Rusland, om zich niet met het interne Spaanse conflict te bemoeien, moest de werving en de aanmelding in Parijs zo veel mogelijk in het geheim gebeuren. Overigens waren Duitsland en Italië twee leden die zich vrij openlijk niet aan de afspraken hielden, zonder dat daar consequenties aan verbonden werden. Van Parijs ging het in groepjes met de trein naar het zuiden van Frankrijk. Er waren twee mogelijkheden; naar Marseille en dan met de boot naar Barcelona of Valencia, of naar Perpignan en vandaar, meestal te voet omdat Frankrijk vanwege de non-interventiecommissie de grenzen had gesloten, door de Pyreneeën. Eenmaal in Spanje gingen ze met trein naar Albacete. Hier kregen de vrijwilligers een korte militaire training. Bij de start van de Internationale Brigades duurde deze een week of vier, maar aan het eind van de Burgeroorlog was deze teruggebracht tot een krappe week.

De Internationale Brigades werden erg gedomineerd door de communisten. Iedere compagnie had een politieke commissaris. En er was ook een soort hoofd politieke commissaris in het hoofdkwartier in Albacete. En ook in de militaire hospitalen bestond deze functie.  Deze was verantwoordelijk voor de politieke scholing en propaganda. Ze hielden regelmatig zogenaamde “politieke uurtjes” waarin nieuws en ontwikkelingen werden besproken en in de correcte politieke context werden geplaatst. Maar de politieke commissaris moest ook de discipline en moraal binnen de troepen in de gaten houden en opletten of er spionnen of infiltranten binnen de geledingen waren. Dit ging vrij ver; na de ontbinding van de brigades werden er nog politieke beoordelingen van leden van de brigades geschreven door Gustav Szinda.

Gustav Szinda is een KPD-functionaris die in de dertiger jaren uit Nazi-Duitsland naar Nederland is gevlucht. Ook in Nederland blijft hij actief voor de Deutsche Kommunistische Partei (KPD). In oktober 1936 vertrekt hij naar Spanje en sluit zich aan bij de Internationale Brigades. Vanwege zijn militaire ervaring uit de Eerste Wereldoorlog klimt hij vrij snel op in de militaire hiërarchie. In juli 1938 is commandant van de 11de brigade. In 1939 weet hij als Spanjestrijder de Sovjet-Unie te bereiken. Op het einde van de Spaanse Burgeroorlog was de hele administratie van de Internationale Brigades naar Moskou overgebracht.

Over alle Internationale Spanjestrijders stelde Szinda in 1940 evaluatierapporten samen voor de Communistische Internationale (Komintern) en zeer waarschijnlijk ook ten behoeve van de Sovjet geheime diensten. In veel gevallen valt zijn beoordeling van de Nederlanders ongunstig uit. Het gevoel voor discipline tussen Nederlanders en Duitsers was natuurlijk nogal verschillend. En, veel Duitse Internationale Brigadisten waren gestaalde kaders van de KPD die gevlucht waren voor de nazi’s, de ouderen onder hen met frontervaring in de Eerste Wereldoorlog. De Nederlandse Internationale Brigadisten waren vaak werklozen, wel links georiënteerd, velen met een hang naar avontuur of ze wilden eigenlijk alleen maar werken in Spanje.

Na de Tweede Wereldoorlog keert Gustav Szinda vanuit Moskou terug naar Duitsland en vestigt zich in Oost-Duitsland. Hij schrijft in 1956 een boekje over “Die XI. Brigade”**, met als ondertitel “Gewehre in Arbeiterhand”. Het vertelt in een wat ronkende taal over de verschillende slagen tijdens de Burgeroorlog, waarbij vooral namen worden genoemd van brigadisten die zich dapper hebben gedragen. Het beroep van de betreffende wordt er dan ook meestal bij vermeld. Het gaat in hoofdzaak over Duitsers, maar vanwege het internationale karakter ontkomt hij er niet aan ook brigadisten van andere nationaliteiten te noemen. Zo krijgt op bladzijde 62 Piet “Larus” (Laros) ruim een halve pagina aandacht. Op bladzijde 67, waar het gaat om de slag bij Teruel, wordt “Genosse” Andreas Engwirda genoemd. Op bladzijde 77 is een hoofdstuk “Holländer vor Gandesa” waarin Piet Laros een belangrijke rol speelt. En op bladzijde 80 worden nog een aantal soldaten en officieren gememoreerd die streden “mit wahrem Heldenmut”. Van de Nederlanders zijn dat Andreas Engwirda, “Kutt Swart (?), Leen Tripp (Triep) en Adrian Kater. Het boekje vermeldt op het schutblad “Literarische Bearbeitung: Joachim Goll”.

Gustav Szinda treedt in Oost-Duitsland in dienst van het Ministerium für Sicherheit, beter bekend als de Stasi. Hij eindigt in 1965 zijn loopbaan als General-Major van die organisatie. In 1987 laat hij zijn leven door ene Helmut Sakowski, op schrift stellen onder de titel “Das Leben eines Revolutionärs. Gustav Szinda erinnert sich”***. Daarin neemt de Spaanse Burgeroorlog ongeveer 10 pagina’s van de 126 die het boekje telt in beslag. Verder zijn 5 pagina’s gewijd aan de onderscheidingen die hij heeft gekregen en 38 pagina’s gevuld met foto’s.
* Uit: Werner Abel en Enrico Hilbert, “Sie werden nicht durchkommen, Deutsche an der Seite der Spanische Republik und der Sozialen Revolution” Lich/Hesse 2015, p. 505
** “Die XI. Brigade. Gewehre in Arbeiterhand.” Berlin 1956
*** “Das Leben eines Revolutionär. Gustav Szinda erinnert sich. Aufgeschrieben von Helmut Sakowski”. Leipzig 1989.

De inzet van de Internationale Brigades

Hun vuurdoop kregen de Internationale Brigades in november 1936 bij de aanval van de nationalisten op Madrid. Daar werden ze ingezet, zoals ze gedurende de hele burgeroorlog zouden worden ingezet, als stoottroepen. Dat betekent dat ze bij een aanval of het opvangen van een offensief in de eerste linies werden opgesteld. Dat had tot gevolg dat de verliezen relatief hoog waren. Zeker na een aantal offensieven waar de militaire strategie niet goed doordacht leek, zoals bij Brunete en Belchite, begon onder de interbrigadisten het gevoel te ontstaan dat ze als kanonnenvoer werden gebruikt. Daarnaast begon het voortdurende verblijf in de loopgraven bij veel interbrigadisten tot oorlogsmoeheid te leiden. Dit werd nog versterkt doordat aan vrijwilligers nooit was gemeld voor hoelang ze verbonden zouden zijn aan de Internationale Brigades. Als ze vroegen om verlof om tijdelijk terug te keren naar huis, werd dat vrijwel nooit toegestaan. Dat werkte in de hand dat sommigen dan op eigen houtje zonder toestemming vertrokken, wat werd aangemerkt als desertie.

Op 21 september 1938 hield premier Negrin een toespraak in de vergadering van de Volkenbond waarin hij aankondigde dat de Internationale Brigades zouden worden teruggetrokken. Met dit gebaar had hij gehoopt internationaal sympathie en goodwill te kweken. Dat effect bleef uit maar voor de buitenlandse vrijwilligers betekende het wel het einde van hun Spaanse avontuur. Voor de Spaanse regering was het offer overigens niet zo groot omdat er toen nog maar zo’n 7000 buitenlandse interbrigadisten waren. De terugtrekking vond plaats onder toezicht van een internationale militaire commissie. Op 28 oktober vond er een grote afscheidsparade plaats in Barcelona in aanwezigheid van een grote vertegenwoordiging van de regering en de militaire staf. Dolores Ibarruri, beter bekend als La Pasionaria en lid van het partijbestuur van de Spaanse communistische partij, hield een gloedvolle afscheidsrede die eindigde met de woorden: “Jullie zijn geschiedenis. Jullie zijn het heroïsche voorbeeld van de democratische solidariteit en universaliteit. We zullen jullie niet vergeten en als de olijfboom van de vrede nieuwe blaadjes krijgt, die vermengd worden met de lauweren van de overwinning van de Spaanse Republiek … kom dan terug!”

Overzicht Internationale Brigades

Rik Vuurmans