Nederlandse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog

Het verblijf van Theo Bode in Spanje is maar van heel korte duur geweest. De vraag lijkt gerechtvaardigd of hij inderdaad gedacht heeft als matroos in Spanje te kunnen werken en er vandoor is gegaan toen hem werd verteld dat hij aan het front verwacht werd. Het is een verhaal dat nauwelijks meer te checken valt - heel veel Spanjegangers hebben later bij verhoor door de politie verklaard dat ze alleen naar Spanje waren gegaan om te werken - in de hoop zo hun Nederlandse nationaliteit te kunnen behouden.

Bode was op 8 juni 1937 Spanje binnengekomen, binnen enkele weken meldde hij zich op het Nederlandse consulaat in Barcelona met een verzoek om evacuatie. De consul verstrekt hem een laissez-passer "geldig voor één reis van Barcelona naar Haarlem" . Bode had op het consulaat verklaard in Haarlem geronseld te zijn " om in Spanje dienst te nemen als matroos ter koopvaardij. Toen hij in Spanje was, wilde men hem dienst doen nemen, hetgeen hij geweigerd heeft." 

Terug in Haarlem wordt Bode gehoord door de Haarlemse politie. Die is inmiddels op het spoor van Cornelis van Soolingen: "Van Soolingen heeft bekend aan vele personen zijn bemiddeling te hebben verleend voor hun reis naar Spanje." In december 1937 wordt Van Soolingen tot een week gevangenisstraf veroordeeld. Bode zegt dat hij ronselaar Cornelis van Soolingen niet kent maar daar hecht de politie weinig waarde aan. Aan een andere verklaring van Bode wordt daarentegen door de Haarlemse Hoofdcommissaris van Politie wel enig geloof gehecht: "Bode, die anarchist is en hier te lande geweigerd heeft militairen dienst te verrichten, verklaarde niet in vreemde krijgsdienst te zijn geweest (...)

Naar mijn meening kan aan deze verklaring geloof worden gehecht ; het is Bode er vermoedelijk slechts om te doen geweest op kosten van de C.P.N. een reis naar Spanje te maken." 

Verdere gegevens over het leven van Theo Bode ontbreken.