Circa twintig Nederlanders hebben in de Spaanse Burgeroorlog gevochten in de milities van de anarchisten van de FAI(Federación Anarquista Iberica), de syndicalisten van de CNT(Confederación Nacional de Trabajo) en de revolutionair-socialisten van de POUM(Partido Obrero de Unificación Marxista). Deze milities waren na de staatsgreep van generaal Franco en zijn trawanten spontaan ontstaan in de zomer van 1936 en min of meer georganiseerd in ‘grupos’, ‘centurias’ en ‘columnas’.
De meeste van bovengenoemde Nederlanders waren opgenomen in de internationale ‘grupos’ van deze radicaal-linkse ‘columnas’. Max Leever was in Nederland actief lid van de RSAP (Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij) onder leiding van Henk Sneevliet. Deze had als Kominternagent in 1921 met Mao Zedong aan de wieg gestaan van de Communistische Partij van China. De RSAP werd in de jaren dertig door de CPN verguisd als zijnde “Trotskistisch”. Leo Trotski was tijdens de burgeroorlog in Rusland rond 1920 de oprichter van het Rode Leger. Hij werd daarna de grote tegenstander van Stalin, werd de Sovjet Unie uitgezet en in diens opdracht uiteindelijk in 1940 in Mexico vermoord.
Max Leever is mogelijk in Catalonië bij de aan de RSAP verwante POUM betrokken geweest en was wellicht bij de Columna Carlos Marx of de Columna Lenin aan het Aragonfront gelegerd. Maar door een groot gebrek aan archiefmateriaal betreffende de POUM, FAI, CNT en hun gewapende eenheden is dat helaas niet duidelijk.
Na de zogenoemde ‘Meidagen’ in Barcelona in 1937 werd de POUM onder druk van de stalinisten door de Spaanse republikeinse regering verboden en werd de macht van de anarchisten en syndicalisten ingeperkt. De verschillende Catalaanse links-radicale columnas werden in de zomer van 1937 opgenomen in het reguliere Spaanse Republikeinse Volksleger als de 26ste tot en met de 29ste divisie. De buitenlanders in deze eenheden konden er na allerlei moeilijkheden voor kiezen om over te gaan naar de Internationale Brigades, maar de meeste van hen waaronder bijna alle (vermeende) trotskisten verlieten toen Spanje.
Max Leever groeide als kind op in de Transvaalbuurt in Amsterdam-Oost. Z’n vader, diens broers en de grootvader van Max waren handelaar in groente en fruit. In 1927 verhuisde Max met zijn vader, moeder, twee oudere zusters Maria Elisabet en Amelia en zijn jongere broer Jan naar Zandvoort waar vader Samuel een sigarenwinkel was begonnen. Drie jaar later was het hele gezin weer terug in Amsterdam en woonde toen in Zuid. Max ging na de lagere school werken, werd magazijnbediende en was net als zijn broer Jan actief in de linkse jeugdbeweging. In 1936 moest Max in militaire dienst waar hij was ingedeeld bij de geneeskundige troepen.
De enige vermelding dat Max Leever in Spanje moet zijn geweest is te vinden in een door de Centrale Inlichtingendienst(CID) in 1939 opgestelde lijst van “links-extremistische personen”. Ook zijn broer Jan werd hier vermeld:
LEEVER, Jan 14.3.18 Watergraafsmeer; 1938 secr. afd.L.J.G.
LEEVER, Max 3.12.16 Amsterdam; vooraanst.lid en propagandist der R.S.A.P. ; ging 1937 naar Spanje
(NB LJG, Leninistische Jeugd Garde, aan de RSAP gelieerde jongerenbeweging, waarin Max ook actief was geweest)
In 1939 was Max Leever getrouwd en kreeg al snel twee kinderen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was zijn links-revolutionaire achtergrond bij de bezetter bekend. Hij was in de LJG bevriend geraakt met Sal Santen en was betrokken bij het illegale ‘Marx-Lenin-Luxemburg-Front’ en later het Comité Revolutionaire Marxisten (CRM). Hierin waren ook andere links-revolutionaire Oud-Spanjestrijders actief. Max kon door dit alles niet meer thuis wonen en moest geregeld onderduiken.
Na de Tweede Wereldoorlog bleek een groot deel van Max’ joodse familie van vaderskant in de Poolse concentratiekampen Auschwitz en Sobibor te zijn vermoord: zijn vader en diens tweede vrouw, z’n grootouders, één oom, drie tantes, drie nichten en hun echtgenoten en kinderen. Ook Max’ oudste zuster was gedeporteerd en overleefde Auschwitz niet.
Max Leever werd vanaf 1945 actief in de Revolutionair Communistische Partij (RCP) onder leiding van zijn kameraad Sal Santen. Deze partij bleef echter te klein om een zetel in de Tweede Kamer of onder andere in de Amsterdamse Gemeenteraad te halen en werd in 1952 opgeheven. De meeste leden van deze partij werden hierna actief in de Partij van de Arbeid en de vakbond NVV.
In 1950 verhuisde Max met zijn vrouw en twee jonge dochters naar Huizen. Hij werkte daar als bedrijfsleider in een meubelfabriek.
- Stadsarchief Amsterdam – Indexen
- Info Ellen Santen
- Bart de Cort, Solidariteit in Anonimiteit – De geschiedenis van de leden van de Onafhankelijke Socialistische Partij -2004 - pp. 97, 173
- Bart de Cort, Rinus Pelgrom – 1902-1970 – Het leven van een beroepsrevolutionair of het belang van directe actie - 2020
- http://resources.huygens.knaw.nl/pdf/cid/2200-2299/2233.pdf BVD 59/76 – Door de CID opgestelde lijst van links-extremistische personen – 1939 – (vervolg Amsterdam) pag. -151-
- Michael Alpert, The Republican Army in the Spanish Civil
- War 1936-1939 - Cambridge University Press – 2013
- Bob Cordery, La Ultima Cruzada - Spanish Civil War Military Source Book - Eglinton Books – 2017
- George Orwell, Saluut aan Catalonië – Ned. uitg. 2017
- Oorspronkelijke titel: Homage to Catalonia - 1938