"Anarchist en terrorist" - zo wordt Maurits Stevens in 1939 gekwalificeerd door de Centrale Inlichtingendienst. Waar zijn terroristische activiteiten uit zouden bestaan, wordt niet vermeld. Daar zijn dan ook geen aanwijzingen voor. Voor zijn anarchistische overtuiging des te meer. Maup Stevens maakte deel uit van de anarchistische jongerenbeweging rond het blad De Moker. Hij zat enige tijd in de redactie van zowel De Moker als het interne discussie- en mededelingenblad De Pook. [De Moker opruiend blad voor jonge arbeiders 1923-1928 & De Pook orgaan tot onderlinge oprakeling 1926-1928, Kelder Uitgeverij Utrecht, 2016, diverse pag. zie index] In die jaren woonde Maup Stevens Shackletonstraat 16 I te Amsterdam, waar overigens ook de verderop genoemde Wim Wessels woonde. In 1925 is hij secretaris van de Internationale Antimilitaristische Vereniging, in 1926 Lid van het Uitvoerend Comité van de Anarchistische Jeugd Internationale, in 1927 Penningmeester Nederlandse Syndicalistische Federatie Overheidspersoneel en kandidaat-redacteur van 'De Wapens Neder', in 1928 organiseert hij een anarchistisch congres in Huizen. Eind 1929, begin 1930 wordt hij verdacht van betrokkenheid bij een 'anarchistisch complot tegen den Italiaanschen kroonprins' - zijn naam en toenaam worden in vrijwel alle Nederlandse kranten genoemd. Op verzoek van de Brusselse politie - de Italiaanse kroonprins trouwde een Belgische prinses- stelt de Amsterdamse politie een uitgebreid onderzoek in naar het doen en laten van Stevens. Uit de krantenberichten:
'De centrale recherche te Amsterdam heeft daarop een uitgebreid onderzoek ingesteld, waaruit bleek dat Stevens nog steeds te Amsterdam vertoeft en Nederland het laatste half jaar niet heeft verlaten. Door de recherche verhoord, verklaarde Stevens dat het zeer wel mogelijk is, dat buitenlandsche anarchisten zijn naam en adres kennen, omdat deze in het orgaan der Anarchistische Jeugd Internationale vermeld staan. Aan de hand van het ingestelde onderzoek meent de centrale recherche dan ook dat Maurits Stevens bij het complot niet is betrokken. "
In veel kranten gaat het steevast over 'Stevens, alias Riepen' - alsof dat hem nog verdachter maakte. Riepen was de naam van zijn eerste echtgenote - een half jaar later, juli 1930 scheiden ze. Uit dit eerste huwelijk had Stevens een zoon, eveneens genaamd Maurits (26-10-1926). Na de oorlog, in 1953, zou Stevens trouwen met Hendrika Blom (1906-1991).
Wat Stevens in Spanje bracht, is onbekend. Het is ook niet duidelijk bij welke organisatie hij aangesloten zou zijn. In de berichten van de Nederlandse consul te Barcelona is er sprake van dat Stevens bij 'de censuur' zou hebben gewerkt - maar waar, onder bevel van wie wordt er niet bij vermeld. De consul houdt zich vooral bezig met de vraag of Stevens zijn nationaliteit heeft verloren. Eind juni blijkt Stevens in de gevangenis te zitten maar, schrijft de consul
‘desniettegenstaande heb ik de autoriteiten herhaalde malen verzocht hem in vrijheid te stellen (...) Naar verluidt zou Stevens er van beschuldigd worden zijn functie van censor niet behoorlijk vervuld te hebben’.
Maup Stevens heeft vanuit Barcelona artikelen geschreven voor de landelijke anarchistische krant De Arbeider. [Arie Hazekamp, ‘Het verzet van Nederlandse anarchisten tijdens de Tweede Wereldoorlog’, in De AS, nr. 151, pag. 30]
Zowel Stevens als zijn vriendin MacDonald belandden in ‘Hotel Falcon’. Dat was aanvankelijk het hoofdkwartier van de linksmarxistische partij POUM maar na de Meidagen van 1937 werd het in beslag genomen door de Catalaanse communistische partij PSUC en vormden het om tot een illegale gevangenis waar politieke tegenstanders vastgehouden, verhoord en gemarteld werden, al dan niet met hulp van de Russische geheime dienst GPOe.
Aan Fenner Brockway, het Engelse parlementslid namens de ILP, die in de zomer van 1937 Barcelona bezocht voor een inspectiereis en daar ook gevangenen uit anarchistische hoek bezocht, vertelde Maup over de gevangenis waar hij voor ‘Hotel Falcon’ vast werd gehouden:
“...bijna onvoorstelbaar beroerd. 150 Mannen in een grote ruimte met éen wc en een wastafel voor hen allen. Uitwerpselen, luizen en vuil. Benauwdheid en hitte. Het dieet is uithongering, voor hen die geen vrienden hebben die eten komen brengen. Twee borden soep en twee stukken brood dagelijks… Ze kreperen en zijn half uitgehongerd.”
[Morris Brodie, Transatlantic anarchism during the Spanish Civil War and Revolution, 1936, Routledge, London, 2020, 308 pag.]
Stevens is 4 augustus 1937 ‘over de Spaansche grens uitgewezen’.
De anarchist Wim Wessels verhaalt dat hij en zijn vrouw geregeld kameraden onderdak boden. Zo ook in najaar 1937:
“En wat later Maup Stevens. Die was berooid uit Spanje teruggekeerd en trok met zijn meisje MacDonald, een Schotse, bij ons in, bij Rien en mij. Die twee hadden samen in Spanje op een censuurafdeling gewerkt, voordat ze erdoor de communisten uitgesmeten werden”
[Pszisko Jacobs: Henk Eikeboom anarchist: Een biografie, Onze tijd/In de Knipscheer, 1986, pag. 124]
Het ‘meisje’ MacDonald is de Schotse anarchiste Ethel MacDonald. Ethel was correspondent in Barcelona voor diverse Engelse en Schotse anarchistische bladen. Zij hielp, met gevaar voor eigen leven, vele anarchisten die na de Meidagen van 1937 gevangenen gezet werden om vrij te komen. Zij bezocht ze in de gevangenis en zette campagnes op, via haar buitenlandse contacten, om door buitenlandse druk de vrijlating van de gevangenen af te dwingen. Eenmaal vrij zorgde Ethel er met haar lokale contacten ook voor dat degenen die hun leven niet zeker waren zo snel als mogelijk over de Spaans-Franse grens gesmokkeld worden. Zo hielp Ethel ook Maup Stevens vrij komen en hielp hem uit Spanje weg te komen. Kort na Maups ontsnapping uit Spanje moest Ethel zelf ook vertrekken, aangezien de autoriteiten het ook op haar voorzien hadden. Maup nodigde haar uit om naar Amsterdam te komen, waar zij meerdere voordrachten hield, aldus de biograaf van Ethel, Chris Dolan. Dolan vermeldt de vermeende relatie tussen Maup en Ethel, waar Wim Wessels het over heeft, niet. Wim Wessels bewering dat Ethel en Maup bij de censuur hadden gewerkt, klopt in ieder geval niet. Ethel werkte zeker niet bij de censuur. Zij was verslaggeefster en radio-omroepster. Zeven november 1937 kwam Ethel, na een tussenstop in Frankrijk en Amsterdam terug in Glasgow. [Chris Dolan, An anarchist’s story: The life of Ethel MacDonald, Birlinn, Edinburgh, 2009, pag. 152 & 192-199]
Terug in Nederland zet Stevens zijn activiteiten in anarchistische organisaties voort. Hij was o.a voorzitter van de Sociaal Anarchistische Actie (S.A.A.) en bestuurder van de Verenigde Anarchistische Uitgevrij (V.A.U.). Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij actief in het verzet. Hij had onderduikers in huis en was betrokken bij de vervalsing en verspreiding van persoonsbewijzen. [Arie Hazekamp, ‘Het verzet van Nederlandse anarchisten tijdens de Tweede Wereldoorlog’, in De AS, nr. 151, pag. 32]
Na de oorlog verdiende Stevens de kost als leraar Spaans, onder meer aan het Baarnsch Lyceum. Met zijn broer Frits schreef hij Slavenkaravaan, roman van het illegale werk en de Duitse concentratiekampen. Het verscheen in 1945 bij Uitgeverij De Uil. In 1947 was Maurits consulair ambtenaar voor Nicaragua. De Binnenlandse Veiligheidsdienst volgde hem van 1957 tot 1958 en kenschetste hem als ‘een zeer in zichzelf gekeerd man, ondoorgrondelijk.’
- Nationaal Archief 2.09.99 ,Ministerie van Justitie, archief betreffende Oud-Spanjestrijders 1937-1941 (-1969), 231
- Nationaal Archief, 2.05.03, Ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers 1815-1940, A-197-bis Spanje, Hulp en Bijstand i.v.m. onlusten in Spanje, 1672
- Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16805
- http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010012678:mpeg21:a0192, Het Vaderland 07-01-1930
- http://resources.huygens.knaw.nl/pdf/cid/2200-2299/2232.pdf -BVD 59/76 -Door de CID opgestelde lijst van links-extremistische personen geordend per gemeente, met alfabetische klapper,1939.
- Nationaal Archief: Ministerie van Binnenlandse Zaken, BVD archief (2.04.125), dossiernummer: 25724