De kleine Gerard groeide op in de oostelijke binnenstad van Amsterdam: de zogenaamde Plantagebuurt. Toen hij zestien jaar oud was verhuisde het gezin – Gerard had één oudere en één jongere broer - naar de Indische-buurt. Hij werd metselaar, net als zijn vader en de oudste broer.
De jongste broer Paul ging naar de Mulo, werd lid van de Communistische Partij, journalist bij het partijorgaan “De Tribune”, de opvolger daarvan “Het Volksdagblad” en secretaris van de voorzitter van de CPN, Ko Beuzemaker.
Gerard Tops was een halfjaar dienstplichtig soldaat bij de huzaren, trouwde in 1932 en kreeg een dochter. Begin 1937 liep dit huwelijk op de klippen en Gerard vertrok naar Spanje.
Op 20 mei 1937 wordt Gerard Tops opgenomen in de XIde Internationale Brigade, vier weken later vertrekt hij naar het front. Op 6 juli 1937 zet het republikeinse leger een offensief in om het front ten westen van Madrid te verlichten: de slag bij Brunete. Op de tweede dag van de gevechten raakt Gerard gewond bij de verovering van het door de fascisten versterkte plaatsje Quijorna. Hij wordt met ernstig schedelletsel afgevoerd en opgenomen in een hospitaal. Deze hoofdwond geneest niet volledig zodat Gerard op 30 augustus ongeschikt wordt verklaard voor verdere krijgsdienst - ‘inutil’ - en door de Spaanse autoriteiten wordt gerepatrieerd. Hierdoor loopt Gerard Tops niet in de kijker bij de Nederlandse autoriteiten en verliest niet zijn Nederlandse nationaliteit.
In 1939 trouwde Gerard met de Duits joodse vluchtelinge Mali Mansbacher. Mogelijk om haar de Nederlandse nationaliteit te bezorgen want binnen een jaar werd de scheiding al weer uitgesproken. In 1943 zou zij overlijden in de omgeving van Auschwitz.
In het begin van de Tweede Wereldoorlog werd Gerard Tops door het Amsterdamse GAB (Gewestelijk Arbeidsbureau) - als metselaar - tewerkgesteld in Duitsland.
Na de Tweede Wereldoorlog bereikte de familie Tops het bericht dat de jongste zoon Paul, in 1941 door de Sicherheits Dienst (SD) als CPN-functionaris gearresteerd, vlak voor de bevrijding was gestorven in het concentratiekamp Bergen-Belsen.
Gerard woonde in Amsterdam-Oost, trouwde voor de derde keer en kreeg nog een dochter. Hij werkte enige tijd als fotograaf en werd later net als zijn oudere broer marktkoopman.
In 1961 ondertekende hij met andere Oud-Spanjestrijders een oproep in het dagblad “De Waarheid” voor amnestie voor de vele Spaanse bannelingen en om duizenden politieke gevangen in Franco-Spanje vrij te krijgen.
In 1977 verhuisde hij met zijn vrouw naar Amsterdam-Noord. Hij overleed in 1983 op de leeftijd van 71 jaar.
In het eind 2022 vrijgegeven BVD dossier van Wim van Veen bevindt zich een document waarin ook naar Tops wordt verwezen. De BVD beschouwt hem als een uiterst gevaarlijke man:
Potentiele medewerkers aan ev. gewapend optreden v.d. CPN.
Uit betrouwbare bron werd omstreeks mei/juni 1955 een overzicht ontvangen van C.P.N. leden , die in het partijwerk toentertijd niet op de voorgrond traden , vaak zelfs niet eens aan partijwerk deelnamen , maar op wie de C.P.N. in eventuele moeilijke tijden toch een beroep zou kunnen doen.
Deze lieden zouden, in opdracht van de partij, tot alles in staat zijn zonder naar het “ waarom” te vragen.
Allen zijn oud-Spanjestrijders en hebben deel uitgemaakt van de gemotoriseerde brigade van de R.V.V.
Men noemt hen in het algemeen “ schurken” en zij moeten tot alles in staat worden geacht.
Zij treden in de partij niet op de voorgrond , daar zij door hun levenswandel de C.P.N. zouden kunnen compromitteren. Zij worden geacht de aangwezen mensen te zijn om – zodra de CPN dit noodzakelijk vindt – eventuele opdrachten tot gewelddadig optreden uit te voeren.
Als een der gevaarlijkste lieden werd in dit verband genoemd :
Gerard TOPS, plusminus 45 jaar oud, een marktkoopman in Amsterdam en een avonturier, beschikt over een zekere mate intellect, doch psychopathisch aangelegd. Zou in staat zijn voor de CPN een moord te plegen.
Verder werd nog genoemd:
Wim van VEEN te Amsterdam. Hij zou in de Spaanse Burgeroorlog een brutale, moedige vent zijn geweest. Is te beschouwen als een communist, ongeschoold, die in karweitjes, waar gevaar aan verbonden is, zijn avontuurlijke aanleg kan botvieren. Hij is uiterst radicaal.
- Stadsarchief Amsterdam – Indexen
- Archivo Avila, Documentacion Roja, 438 -11
- De Waarheid, 31 januari 1961: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010371000:mpeg21:a0033
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.282
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.235-L.21
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.124-L.138
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.14
- Archief Internationale Brigaden, Moskou,RGASPI F.545-Op.2-D.124-L.138
- Archief Internationale Brigaden, Moskou,RGASPI F.545-Op.2-D.282-L.17
- CPN-Gedenkboek – IISG, Amsterdam
- Website Oorlogsgravenstichting
- Arolsen Archives,International Center on Nazi Persecution
- CID-lijst van links-extremistische personen 1939, ( vervolg Amsterdam ) – 73 –
- Alexander Clifford, The Peoples Army in the Spanish Civil War – a Military History of the Republic and the International Brigades pp. 72-115
- Nationaal Archief 2.04.125, Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en voorgangers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Persoonsdossiers, inventarisnummer 25591