Nederlandse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog

Marius Slootmans kwam uit een gezin met elf kinderen waarvan er drie het eerste levensjaar niet haalden. Hij groeide op in de Amsterdamse Pijp en in de naastgelegen Weteringbuurt aan de andere kant van de Singelgracht. Na de lagere school werd hij o.a. schilder en kelner en was hij werkzaam in het transport. Hij moest in militaire dienst waarbij hij eerst was ingedeeld bij de vestingartillerie en daarna werd overgeplaatst naar de veldartillerie. Hij trouwde in 1926, maar dit huwelijk bleef kinderloos. 

In 1932 werd hij lid van de Communistische Partij Holland (CPH), vanaf 1935 CPN. In 1934 werd actief voor de “Internationale Rode Hulp”, een organisatie die zich voornamelijk bezighield met steun aan gevluchte Duitse communisten. Toen er een eind kwam aan zijn huwelijk vertrok Marius naar Spanje. 

Op 11 juli 1937 komen 34 internationale vrijwilligers na een lange voettocht door de Pyreneeën aan in het Catalaanse bergdorpje Setcases. Veertien van hen zijn Nederlanders, de meesten (begin) twintigers. Herman Teeuwen is de jongste. Hij heeft een week eerder zijn 19de verjaardag gevierd. De oudste twee zijn Anton van den Goorbergh, 41 jaar en Marius Slootmans, 38 jaar oud.

In het hoofdkwartier van de Internationale Brigades in Albacete is hij chauffeur. Later wordt hij overgeplaatst naar de ambulancedienst van de XIde Brigade. Omdat hij vaak ziek is, schijnt hij in maart 1938 al te mogen terugkeren naar Nederland, maar dit is toen niet gebeurd. Op 29 augustus 1938 komt hij aan in het stadje Olot, 25 kilometer van de Franse grens, verzamelplaats van vrijwilligers die toestemming van de Spaanse regering hebben om Spanje te verlaten. Een maand later is Marius Slootmans weer terug in Amsterdam. De Nederlandse autoriteiten zijn nooit op de hoogte geweest van zijn verblijf in Spanje van meer dan een jaar. Hij verliest daardoor zijn Nederlandse nationaiteit niet.

Hij gaat op 20 oktober op drie hoog in de Amsterdamse Lange Leidsedwarsstraat wonen. Zijn oude moeder woont twee verdiepingen lager. 

Of hij actief in het verzet tegen de Nazi-bezetting is geweest is niet bekend. Na de Tweede Wereldoorlog wordt Marius Slootmans lid van de Vereniging Nederland-USSR, van de CPN en van het aan de CPN gelieerde vakverbond EVC (Eenheids Vakcentrale).

In 1951 trouwde hij weer en kreeg nog vijf kinderen. Marius Slootmans werkte tot zijn pensioen als (taxi)chauffeur en transportarbeider onder andere bij de Amsterdamse Rijtuig Maatschappij (A.R.M.).