Nederlandse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog

Hubertus Marinus Bijsterveld wordt op 31 oktober 1911 in het Brabantse dorpje Woensel geboren. In 1920 wordt het dorpje een deel van de sterk groeiende Gemeente Eindhoven.

Joannes Lambertus Bijsterveld en Godefrida van Lennen trouwen op 2 augustus 1897 in Helmond, de geboorteplaats van Joannes Lambertus. In het gezin worden 8 kinderen geboren, drie meisjes en vijf jongens. De vader is kuiper, later staat bij zijn beroep vermeld: arbeider gloeilampenfabriek. Het gezin verhuist enkele keren maar blijft rond Eindhoven wonen.

Hubertus gaat op 21 november 1932 zelfstandig wonen In Eindhoven. Als beroep staat op zijn persoonskaart “Los arbeider” genoteerd. Hij verhuist regelmatig, tussen 1932 en 1937 vijf keer.

In juli 1937 gaat hij naar Spanje. Hij wordt ingedeeld bij het 3de bataljon van de 11de brigade. In 1938, na de ontbinding van de Internationale Brigades komt hij met het grote transport van 5 december terug in Nederland. Wat hij in Spanje gedaan en meegemaakt heeft is niet bekend. Wel is er een beoordeling van Gustav Szinda, die, zoals wel vaker het geval is, nogal negatief uitpakt: “War ein unzuverlässiger Soldat, undiszipliniert und aufsässig. Politisch vollkommen inaktiv und uninteressiert. Hatte einem sehr schlechten Charakter und ein starker Trinker. War ein sehr unzuverlässiger Kamerad und wurde als ein deklassiertes Element betrachtet.” (Was een onbetrouwbare soldaat, ongedisciplineerd en recalcitrant. Politiek volkomen inactief en ongeïnteresseerd. Had een zeer slecht karakter en was een stevige drinker. Was een zeer onbetrouwbare kameraad en werd als een gedeclasseerd Individu beschouwd).

Terug in Nederland vestigt hij zich weer in Eindhoven. Ook nu verhuist hij regelmatig, in 1939 vijf keer, waarvan de laatste keer v.o.w.: vertrokken onbekend waarheen. In juni 1940 is hij weer terug in Eindhoven en verkast weer met enig regelmaat, in 1941 weer vijf keer. In februari 1943 verhuist hij naar Weert. In september 1943 wordt hij opgepakt door de Duitsers en naar Kamp Vught gebracht, waar hij op 17 september 1943 binnenkomt. Bij de aantekeningen staat: Rotspanierkämpfer. Of hij actief is geweest in het verzet is niet na te gaan, maar het feit dat hij in Spanje heeft gevochten kan al voldoende reden zijn geweest om hem op te pakken. Op 2 mei 1944 wordt hij op transport gesteld, en komt hij uiteindelijk op 24 mei 1944 in Dachau aan. Hier overlijdt hij op 5 maart 1945. Zijn overlijden wordt op 6 juni 1950 bijgeschreven in het bevolkingsregister van Weert.