Geboren op 6 janauri kreeg Caspar Balthasar Melchior de drie prachtige namen van de wijzen uit het oosten mee. Dat zijn Nijmeegse ouders katholiek waren, ligt voor de hand maar verdere informatie over de jeugd van Klaassens ontbreekt. Het eerste bericht over Klaassens is van juni 1937, hij is dan 27 jaar, woont in Utrecht, is mogelijk gehuwd en heeft kinderen – maar zeker is dat niet, de bron is een enkel bericht dat niet altijd even helder is. Het komt van de Inlichtingendienst Utrecht. Begin juni ’37 “ging te Utrecht het gerucht, dat eenige personen naar Spanje waren vertrokken.” Het blijkt om drie mannen te gaan waarvan Klaassens er een is: “De drie voornoemden zijn gehuwd en hebben vrouw en kinderen in de steek gelaten, blijkbaar zonder enige waarschuwing of bespreking. Klaassens en De Kruijk waren werkloos.”
In maart 1939 wendt de vader van Caspar zich tot het Ministerie van Buitenlandse Zaken met de vraag of zijn zoon zich misschien in een van de gevangenkampen van Franco bevindt. Het antwoord is negatief maar de politie Utrecht doet nader onderzoek en verhoort in september 1939 Marinus de Kruijk. De Kruijk is in februari 1939 gewond uit Spanje teruggekomen. Over Klaassens weet hij te melden:
“Van Klaassens is nimmer meer vernomen. Volgens Kruijk was Klaassens maar zeer kort in Spanje toen hij is gesneuveld. Zijn familie heeft hieromtrent nimmer een bericht ontvangen, zijn ouders hebben langs verschillende wegen getracht iets omtrent hun zoon te weten te komen, doch tot op heden zonder eenig resultaat.”
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99, inventarisnummer 120
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.16
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.12