Leo Klatser werd vernoemd naar Leo Tolstoj. Hij was de zoon van een joodse vader en een rooms-katholieke moeder. Aan geen van beide godsdiensten werd thuis iets gedaan. Vader Meijer Jacob (Louis) Klatser was in de jaren ’30 lid van de Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP) en later van de CPN. Leo had een innige band met zijn in 1920 geboren zusje Nora. Zijn moeder overleed in 1934 in het kraambed.
Leo bezocht na de lagere school twee jaar vervolgonderwijs en daarna de Handelsavondschool. Na een paar jaar als kantoorbediende te hebben gewerkt werd hij op zijn zestiende ontslagen en werd hij leerling-journalist bij De Tribune. In 1934 was hij lid van de CPN geworden. Leo was bevriend met onder andere Emiel van Moerkerken, met wie hij een verkiezingsfilm voor de CPN maakte.
In mei 1937 vertrok hij samen met Theo Gerritsen en Jan Vroom via Parijs, Lyon en Marseille naar Spanje. Het laatste stuk van de reis legde hij af op een sinaasappelboot richting Barcelona. Hij werd niet zeeziek. Net als alle andere internationale vrijwilligers kreeg hij een opleiding in Albacete.
Hij kwam terecht bij de XIde Brigade maar werd als frontsoldaat niet geschikt bevonden. Al snel werd hij daarom overgeplaatst naar Albacete, vanwaar hij op verschillende plekken als fotograaf werkte. Hij moest militaire stellingen en opleidingskampen fotograferen en ook pasfoto’s maken voor de militaire zakboekjes van de interbrigadisten. Zijn foto’s zijn helaas niet bewaard gebleven. Hij was trots op zijn doka op het hoofdkwartier van de Komintern in Albacete en kon het goed vinden met politiek commissaris Janrik van Gilse, met wie hij verschillende reizen maakte, zo schreef hij aan zijn zus Nora (‘Norakind’). Ook verbleef hij een paar dagen in Madrid. “Ik was daar met Jef Last en vond daar tevens Gerard [Vanter] terug.”
Leo was zeer te spreken over Spanje, een prachtig land, vond hij. “Tractement zeer hoog. Vrouwen buitengewoon. Je ziet we hebben niet te klagen.” (Barcelona, 18 mei 1937) En: “Ingesloten het portret van Conchita mijn vriendin. ’t Is niet uitgesloten dat ik na mijn verlof met haar ga trouwen” (Albacete, 1 september 1937). Zijn meerderen in Spanje waren echter allerminst te spreken over Klatser. “Een zeer onbetrouwbaar element en zeer slecht individu aan wie je geen enkele klus kunt overlaten”, noteerde Kominternwaakhond Gustav Szinda. Voor een deel was hier sprake van het in communistische kring zeer gangbare mechanisme guilt by association. Want het was de Komintern niet ontgaan dat Klatser in Madrid was opgetrokken met Jef Last, die gold als een totaal gedemoraliseerd verderfelijk mens. Iedereen die met Last omging kreeg vervolgens de zelfde kwalificatie op zijn conduitestaat.
Leo verliet Spanje op 19 januari 1939 via Barcelona en kwam terecht in het vluchtelingenkamp op het strand van Argèles in Frankrijk, Daar belandde hij in het Militaire Hospitaal en keerde per trein terug naar Amsterdam, waar hij op 10 maart 1939 ‘als wrak’ aankwam om in een ziekenhuis te herstellen.
Bij terugkeer in Nederland was hij statenloos. Dat verhinderde hem niet om actief te zijn in het verzet. In een radioprogramma in 1992 vertelde hij dat hij betrokken zou zijn geweest bij het opzetten van een verbindingslijn voor de beroemde spionagegroep Die Rote Kapelle. Na een korte gevangenschap op de Weteringschans in Amsterdam vertrok hij langs allerlei omwegen met de bedoeling om via Spanje en Portugal naar Engeland te gaan. In Toulouse praatte hij naar eigen zeggen zijn mond voorbij, werd gearresteerd en kwam weer in gevangenschap. Via Compiègne belandde hij op 16 december 1943 als politieke gevangene in het concentratiekamp Buchenwald. Hij stond daar als rooms-katholiek te boek. Na de bevrijding van het kamp lag hij nog ruim een week in de ziekenboeg, tot 23 april 1945.
Na zijn terugkeer in Nederland werkte hij op allerlei terreinen, maar hij kwam moeilijk aan de slag. Hij kreeg al snel een conflict met de partijleiding van de CPN en werd in 1948 uit de partij gezet. Begin jaren ’80 zou hij toch weer terugkeren in de CPN, ditmaal als voorvechter van destalinisatie. Door zijn politieke standpunten en door zijn veelzijdigheid (hij fotografeerde, schreef gedichten en artikelen onder meer in de Stem van het Verzet, tekende en sprak veel talen) was hij niet gemakkelijk in te delen in een bepaald beroep. Zijn roman Apekop (1953 geschreven, 1990 uitgegeven) over de rol van Stalin tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in de pers genegeerd. Pas veel later vond hij zijn draai bij de televisie als redacteur.
Zijn Nederlandse paspoort kreeg hij in 1948 terug, toen er een wet werd aangenomen waarbij minderjarigen die in vreemde krijgsdienst waren gegaan het staatsburgerschap teruggeven werd. Zijn belangstelling voor Spanje bleef altijd bestaan en zowel alleen als met zijn oude vrienden uit de tijd van de Burgeroorlog maakte hij, na de dood van Franco, vele reizen daarheen. Vanaf de oprichting van het Spanje-monument in Amsterdam-noord tot aan zijn dood was Leo ook vaak als spreker betrokken bij de jaarlijkse herdenking.
Hij schreef over China en reisde veel. Jarenlang gebeurde dat in opdracht van - en betaald door - de Geheime Dienst van de DDR. Op een vervalst paspoort kon Klatser zich vrijelijk door Oost- en West-Berlijn bewegen. Aangezien hij dat her en der rondvertelde, was de Nederlandse Binnenlandse Veiligheidsdienst er snel achter. Klatser werd dan ook intensief afgeluisterd en de aldus verkregen informatie werd door de BVD weer doorgesluisd naar de West-Duitse inlichtingendiensten. Bij de BVD stond hij bekend als Leo Kletser, een man die zijn fantasie graag aan het werk zette en die zijn eigen rol groter maakte dan die was. Dit valt te lezen in een bladzijdenlang verhaal over Klatser in de recent verschenen biografie van Ad de Jonge, die van 1964 tot 1979 leider van de Stafafdeling Buitenlandse Politiek van de BVD was.
- Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Collectie Nederlandse deelnemers aan de Internationale Brigades in de Spaanse Burgeroorlog, stukken afkomstig van Leo Klatser en Giny Klatser-Oedekerk https://hdl.handle.net/10622/ARCH02806.4 Brieven van Leo Klatser aan zijn zus Nora en anderen
- https://hdl.handle.net/10622/ARCH02806.41 Interview door Hans Dankaart, inventarisno 41
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F. 545-Op.2-D.282
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.235-L.21
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.5
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.42
- https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010857607:mpeg21:a0198 De Volkskrant 31-05-1990
- Paul Arnoldussen, Het Parool 17 oktober 2000
- https://www.trouw.nl/nieuws/statenloos-strijden-voor-democratie~be5bd01e/
- Volg het Spoor Terug, 16 juni 1992
- Ben de Jong, Op de bres voor de rechtsstaat in het verzet en bij de BVD: Ad de Jonge 1919-2002 (2020)