Het enige dat we van Hendricus van Meer weten, komt uit de aantekeningen die Gustav Szinda maakte. Samenvattend:
Hendrik van Meer kwam in december 1937 naar Spanje. Hij was matroos op een schip dat in Barcelona aanmeerde, daar meldde hij zich bij de Internationale Brigaden en werd opgenomen in de 11debrigade. Hij zou heel wat jaren in Duitsland hebben vertoefd, op de Rijnvaart. Daar zou hij gearresteerd zijn geweest omdat hij weigerde de Hitler-groet te brengen. Hij was mishandeld en tot 8 maanden cel veroordeeld. In de gevangenis werd hij benaderd door de Gestapo die hem zijn vrijheid beloofde als hij in het buitenland voor ze ging werken, met name Duitse emigranten zou bespioneren. Hij zou dat toegezegd hebben maar in Rotterdam Duitse emigranten juist gewaarschuwd hebben. Ook informeerde hij de Rode Hulp in Rotterdam en Antwerpen. Hij was nooit meer naar Duitsland teruggegaan.
Gustav gelooft hem niet; hij verdenkt hem ervan voor de Gestapo te hebben gewerkt, misschien nog te werken. Hij vermeldt nog dat hij ‘onder controle’ stond, dus in de gaten werd gehouden.
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.26, 44-45
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.54