Lambertus Hendrikus Paes ( ook bekend als Henri en Harry) werd op 8 januari 1907 in Maastricht geboren als 8ste en jongste kind van het echtpaar Wilhelmus Hubertus Paes en Anna Maria Helena Nuijs. Zijn vader overleed toen hij 2 jaar oud was en zijn moeder op zijn 12e.
Harry bracht zijn schooljaren door op een internaat in Luik. Na afloop van zijn schoolopleiding begon hij in 1923 aan de opleiding tot verpleegkundige in St. Lambert. Na afronding van deze opleiding ging hij naar Frankrijk om in 1927 terug te keren naar Nederland om gedurende zes maanden zijn militaire dienstplicht te vervullen.
Na zijn dienstplicht keerde hij terug naar Frankrijk om als verpleegkundige in verschillende Franse ziekenhuizen te werken. In 1936 bij het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog besloot hij naar Spanje te gaan. Hij woonde toen in Parijs en reisde per boot van Marseille naar Barcelona, waar hij op 3 Oktober 1936 aankwam.
Na zich gemeld te hebben bij de Internationale Brigades, werd hij naar Madrid gezonden en als soldaat-verpleger ingedeeld bij de ambulancedienst te Las Rozas (vlakbij Madrid). Bij een vijandelijke luchtaanval werd hij door een bomscherf getroffen aan been, borst en achterhoofd. Hierna volgden tien maanden verpleging in verschillende ziekenhuizen.
Na herstel van zijn verwondingen ( eind 1937) werkte Harry als verpleegkundige in verschillende ziekenhuizen van de Internationale Brigades, zoals: Albacete en Villanueva de la Jara. Na veranderingen in de oorlogs situatie, volgde in April 1938, overplaatsing naar het ziekenhuis van de Internationale Brigades in S’Agaró.
In S’Agaró maakte hij kennis met een plaatselijke verpleegster, Joaquina Colomer Maruny met wie hij in Sant Feliu de Guixols trouwde.
In oktober 1938 als gevolg van het Non-Interventie Pact werd hij samen met alle leden van de Internationale Brigades overgebracht naar Frankrijk. In Frankrijk werd hij geïnterneerd in het beruchte kamp in Argelès-sur-Mer. In Februari 1939 werd hij op transport gesteld naar Nederland. Bij aankomst in Nederland op de 18de werd hem in Roosendaal medegedeeld dat hij zijn Nederlandse nationaliteit kwijt was vanwege overtreding van artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 11 juni 1937. Zijn vrouw verliet Spanje na de val van Barcelona, werd geïnterneerd in Perpignan en zag kans om een paar maanden later naar Nederland te gaan. Ook zij was statenloos.
Tijdens de bezetting woonde het echtpaar in Amsterdam. Gedurende korte tijden verbleven onderduikers in hun huis. Van verdere activiteiten is weinig bekend, wel bleven ze in contact met andere leden van de Internationale Brigaden. In September 1942 werd hun zoon geboren, genaamd Arsenio.
Vlak na het eind van de oorlog ging het echtpaar uit elkaar. Zijn vrouw verbleef in eerste instantie in Nederland, was actief in het Comité Vrij Spanje, om later met haar zoon naar Peru te vertrekken.
Volgens het Directoraat Generaal Bijzondere Rechtspleging is Harry direct na de oorlog werkzaam geweest bij de Politieke Recherche Afdeling Amsterdam, belast met onderzoek naar collaborateurs. Pas in 1949 zou hij zijn nationaliteit terug krijgen.
In de jaren vijftig hertrouwde hij; uit dit huwelijk werd een dochter geboren, genaamd Marylene.
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.48-L.54
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.5
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.63
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.31-L.148
- Noord-Hollands Archief, nummer toegang 307, inv.nrs 160,161 - Parket van de Procureur-Generaal te Amsterdam 1930-1939
- Nationaal Archief 2.04.125, Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en voorgangers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Persoonsdossiers, inventarisnummer 24829