"Een moedig strijder, en goede antifascist" - zo typeert Gustav hem. Hij zat bij de 11de brigade, was al heel vroeg - december 1936 - naar Spanje gekomen en werd er tot cabo bevorderd- onderofficier. Een medisch rapport van 3 juli 1937 meldt dat hij een schotwond heeft opgelopen aan zijn rechterbeen maar dat hij daarvan genezen is en geschikt is verklaard voor diensten achter het front. Een ander document uit het archief van de Internationale Brigaden meldt dat hij op 1 augustus 1938 als 'vermist' is opgegeven aan de Ebro.
Jo Elly Meeuwsen, een kleindochter van Cornelia Roozendaal, een zuster van Eliza schrijft:
Over Eliza, mijn oma’s enige broer, heb ik haar nooit horen spreken. Haar moeder, mijn overgrootmoeder- opoe Truusje genoemd- heeft geen gemakkelijk leven gehad. Ze werkte aanvankelijk als dienstbode bij een grote boer in Schore en kreeg 2 kinderen, Eliza en Cornelia van haar eerste echtgenoot, Adriaan Wouter Roozendaal, die als dagloner voor zijn gezin moest zorgen. Dat betekende in die tijd ‘’armoede’’. Er waren geen sociale voorzieningen en als de oogst slecht was, had een dagloner geen inkomen. Sommige boeren gaven kleinigheden in natura (boter, melk), maar helaas waren niet alle boeren begaan met het lot van hun dagloners. Adriaan Wouter Roozendaal overleed op heel jonge leeftijd, toen Eliza en Cornelia nog erg klein waren. Dat had tot gevolg dat mijn overgrootmoeder geen inkomen meer had en aangewezen was op de diaconale hulp van de kerk uit Schore. Na 4 jaar hertrouwde opoe Truusje met Jan Jobsen. Opoe Truusje was analfabeet, maar haar kinderen gingen naar de lagere school. Mijn oma kon goed schrijven. Ze las de krant en af en toe een boek. De armoede die ze thuis gekend had, was voorbij na haar huwelijk met mijn opa, Dignus Zandee, die een sterke, ondernemende man was. Hij begon een eigen bedrijfje in klein-fruit en swinters was hij klompenmaker. Oma’s broer Eliza bleef ongetrouwd. De familie Roozendaal had geen enkele band met het communisme. Het waren eenvoudige Zeeuwse dorpelingen, trouw aan de Hervormde Kerk, die ze ook hard nodig hadden in moeilijke tijden. Na het overlijden van de tweede echtgenoot van opoe Truusje ( Jan Jobsen), kreeg opoe een woninkje van het armenbestuur van de kerk uit Schore. Haar enige zoon Eliza vertrok op een dag in 1936 op de fiets naar tante Anna- een zus van zijn moeder- die in Krommenie woonde. Vandaar is hij naar Spanje gegaan.
In de meidagen van 1940 heeft mijn opa Dignus mijn overgrootmoeder op een bakfiets uit Schore gehaald: iedereen uit het dorp werd geëvacueerd ivm de gevechten tussen de Fransen en de Duitsers, langs het kanaal door Zuid-Beveland. Vanaf die dag bleef opoe Truusje bij mijn opa en oma in Biezelinge wonen. Ze werd 95 jaar oud. Ik herinner me haar als een lief, maar zwijgzaam klein oud vrouwtje..
Eliza was een vriendelijke man- volgens mijn vader- maar geen harde werker. Hij was daarom niet erg geliefd bij mijn opa Dignus, die juist hard werkte om zijn gezin te onderhouden.
Waarom is Eliza vertrokken naar Noord-Holland? In elk geval niet met het vooropgezette idee zich aan te sluiten bij communisten om Franco te gaan bestrijden, vermoed ik. Wilde hij een nieuwe draai aan zijn leven geven? Hoe dan ook, niemand heeft ooit meer iets van hem gehoord! Ik ben verbaasd dat hij zelfs nooit zijn enige zus- die goed lezen kon- geschreven heeft.
Er zijn in de familie geen foto’s van Eliza bewaard gebleven. Wanneer mijn overgrootmoeder bericht gehad heeft van het overlijden van haar enige zoon, herinnert mijn vader zich niet meer precies. Hij weet nog wel dat Eliza’s overlijden door een ambtenaar van de Gemeente is meegedeeld en dat het lang geduurd heeft voor dit bericht kwam.
Ik begrijp nog altijd niet goed waarom er nooit gesproken werd over Eliza (die overigens Liza genoemd werd). Tegelijkertijd realiseer ik me dat veel oudere Zeeuwen zwijgen over de ellende die ze meegemaakt hebben. Ze accepteren wat hen overkomt...
De Cataanse historicus Josep Munté Mateu meldt dat in de loop van 2021 het graf van Roozendaal is gevonden. Hij schrijft:
Op 28 juli 1938 raakte hij gewond aan het front bij Gandesa. Hj werd verzorgd in het "Trein Hospitaal" bij het station van Pradell de la Teixeta- la Torre de Fontaubella waar hij de volgende dag, 29 juli 1938 overleed. Hij ligt begraven op de begraafplaats van Torre de Fontaubella in een massagraf.
- informatie van Jo Elly Meeuwsen
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.33
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.69
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.124-L.15
- informatie Catalaanse historicus Josep Munté Mateu