Tot zijn 9de levensjaar woonde Cornelis Sohier in de Amsterdamse Dapperbuurt. Hij had negen broers en zusters waarvan er drie heel jong overleden. Eind 1914 overleed zijn moeder. Zijn vader vertrok met zijn zeven kinderen naar zijn geboorteplaats Vlissingen. Net als zijn oudere broer Jaap wordt Cornelis zeeman. Eind twintiger jaren woonde hij afwisselend in Hamburg, Amsterdam en Rotterdam.
In 1937 vertrekt Cornelis naar Spanje. Op 1 november komt hij aan in het grensplaatsje Massanet. Als internationale vrijwilliger wordt hij ingedeeld bij de Thälmann-Batterij, onderdeel van de 3de artillerieafdeling. Enige maanden later volgt zijn broer Jaap Sohier hem naar Spanje. Cornelis werd door Gustav Szinda omschreven als een goede soldaat, dapper en gedisciplineerd; bezat een goede moraal en militaire vaardigheden, politiek geïnteresseerd en actief, een openhartige kameraad, zeer moedig en serieus in het gevecht, maar politiek niet georganiseerd.
Net als zijn broer raakt Cornelis gewond in de slag bij de Ebro, het laatste grote offensief van het Republikeinse leger. Cornelis wordt opgenomen in het hospitaal.
Op 18 februari 1939 maakt de gevolmachtigde van de Nederlandse regering, Franz Schlosser*, een lijst op met Nederlanders uit Spanje afkomstig die in Perpignan, 20 kilometer noordelijk van de Spaans-Franse grens, zijn geïnterneerd of geïnterneerd zijn geweest. Onder deze 28 Nederlanders bevindt zich ook Cornelis Sohier. Op 17 maart 1939 staat hij weer ingeschreven in Rotterdam.
Cornelis Sohier woonde daarna afwisselend in Amsterdam en Den Haag en werkte als loswerkman en nachtwaker. Hij overleed in 1977 in Amsterdam. In tegenstelling tot zijn oudere broer Jaap had hij nooit meer de Nederlandse nationaliteit teruggekregen.
*De Duitser Franz Schlosser was op het einde van de Spaanse Burgeroorlog als viceconsul de laatste gevolmachtigde van de Nederlandse regering bij de Spaanse Republiek in Barcelona.
De minister-president van de Spaanse Volksfrontregering Juan Negrin had als blijk van goede wil richting Groot-Brittannië en Frankrijk op 21 september 1938 in de Volkenbond te Geneve aangekondigd de buitenlandse vrijwilligers in Spanje naar huis te sturen. Dus na het opheffen van de Internationale Brigades en een afscheidsparade in Barcelona in oktober 1938 werd door Schlosser op 25 november 1938 een Laissez-Passer opgemaakt met Nederlandse Internationale Brigadisten, de zogenaamde “Lijst Schlosser”. 115 Nederlanders gingen als één groep onder begeleiding van vertegenwoordigers van de Nederlandse regering in Frankrijk met de trein terug naar Nederland alwaar ze op 5 december in Roosendaal aankwamen. Al deze Internationale Brigadisten zouden in principe hun Nederlands Staatsburgerschap kwijtraken.
- Stadsarchief, Amsterdam
- Nationaal Archief, Den Haag, Nederlands Gezantschap/Ambassade in Spanje (Madrid), nummer toegang 2.05.286, inventarisnummer 651.652.653
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.165
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-Ll.15, 72, 78