Een vreemde eend in de bijt.
De vader van Piet Beezhold was machinist bij de spoorwegen. Het gezin Beezhold – vader, moeder en twee jongens – woonde in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt. Piet ging net als zijn oudere broer naar de mulo en daarna op kantoor werken. Ook deed hij een opleiding radiotechniek.Piet Beezhold verklaarde later dat hij op advies van een kennis genaamd Jacobs op 8 januari 1937 naar Parijs was vertrokken omdat hij in Spanje “een zeer goede betrekking” zou kunnen krijgen. Hij moest zich in Parijs melden bij het Spaanse consulaat, maar daar konden zij hem niet verder helpen. Hierna zou hij in Parijs in contact zijn gekomen met een man die voor hem een baan als persfotograaf in dienst van de CNT/FAI kon regelen (CNT: Confederación Nacional del Trabajo, de syndicalistische vakbond gelieerd aan de FAI: Federación Anarquista Ibérica). Met een zestal andere mannen vertrok hij naar Barcelona en werd na een aantal dagen met andere fotografen uitgestuurd om in Catalonië beeldverslagen te maken. Hij was toen ingedeeld bij de “transmissiones – sección 126”, maar op 20 juni zou hij zijn ontslagen. Begin juli werd hij in een café in Barcelona door de politie aangehouden, zijn paspoort werd ingenomen en hij kreeg opdracht om zich de volgende dag op het politiebureau te melden. Hij ging meteen naar het Nederlandse Consulaat alwaar hij om hulp vroeg. Dit mocht niet baten want toen hij zich de volgende dag op het politiebureau meldde werd hij wegens spionageactiviteiten vastgezet.
Mogelijk was Piet Beezhold vanwege zijn werk voor de anarchisten slachtoffer geworden van de zuiveringen na de “burgeroorlog in de burgeroorlog” in mei 1936 in Barcelona. De communistische partij was toen in staat om met steun van de regering in Madrid de trotskistische partij POUM uit te schakelen en de anarchisten te neutraliseren. De anarchistische “columnas” aan het front werden toen divisies in het reguliere republikeinse leger. Een andere mogelijkheid was - zijn latere keuze in aanmerking genomen - dat zijn motieven in Spanje toch niet zuiver op de graat waren geweest . . .
Op 3 augustus 1937 werd Piet Beezhold uit de gevangenis ontslagen en daarna Spanje uitgezet. Met hulp van de Franse autoriteiten en het Nederlandse Consulaat-Generaal in Parijs kwam hij later die maand terug in Amsterdam.
De Nederlandse consul in Barcelona was in het bezit gekomen van het paspoort van Piet Beezhold. Het werd op 6 augustus naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag gezonden en de consul schreef dat hij bij de vreemdelingenpolitie in Barcelona een document had gezien dat Beezhold als milicien ingedeeld was geweest bij de “Brigada de Extranjeros”(Buitenlanders Brigade). Piet Beezhold zou later in zijn verhoor in september op het hoofdbureau van politie in Amsterdam ten stelligste ontkennen dat hij aan gevechten had deelgenomen.
In 1938 en begin 1939 schreef hij nog twee brieven aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij vroeg waar hij zich aan te houden had in tijd van mobilisatie. Ietwat vreemd omdat zijn oudere broer dienstplichtig was bij de marine en hij zelf nooit was gekeurd en van dienstplicht vrijgesteld was vanwege “broederdienst”. Ook wilde hij zijn paspoort terug of een nieuw paspoort vanwege werkzaamheden in het buitenland....
Wat die werkzaamheden in het buitenland in 1939 dan moeten zijn geweest is niet duidelijk, maar in 1941 werden de buitenlandse werkzaamheden wel duidelijk. Piet Beezhold was tijdens de Duitse bezetting van Nederland lid van de NSB (Nationaal Socialistische Beweging). Onder dekmantel van procuratiehouder bij een commerciële firma zou Piet Beezhold als inlichtingenman voor Duitse instanties zijn gaan werken in Barcelona – waar hij, zoals hij later verklaarde, toch al bekend was – en ook in Lissabon. Zijn vroegere basisopleiding als radiotelegrafist kwam nu goed van pas.
Vanaf augustus 1942 kreeg hij een opleiding bij de “Front Aufklärungstruppe” (Frontverkenningsdienst) in Utrecht en vanaf 6 december 1942 werkte hij bij de “Abwehrstelle Niederlände” (contraspionage afdeling Nederland) in Hilversum en legde de militaire eed af. Hij kreeg de codenamen “Hänschen” en “Jhaensten”. Later werd hij ingedeeld bij de “Marine Aussenstelle” (Marine bijkantoor) in Overveen. Nog steeds in Duitse dienst, werd Piet Beezhold op 3 april 1944 controleur bij de CCD (Crisis Controle Dienst) - onderdeel van het Ministerie van Landbouw en Visserij - en gestationeerd in Dordrecht. In 1945 was hij in het bezit van een “Passierschein” (doorgangsdocument) van de Wehrmacht om het frontgebied van de grote rivieren in te mogen.
In de meidagen van 1945 werd Piet Beezhold op aanwijzing van de BS (Binnenlandse Strijdkrachten) door de Veiligheidsdienst van het Canadese leger gearresteerd en overgebracht naar de Benthienkazerne in Dordrecht. In zijn woning werd radiozendapparatuur aangetroffen.
Hij verbleef hierna grotendeels in het Centraal Bewarings- en Verblijfskamp “Wezep” in het noorden van Gelderland. In deze periode was hij ook tijdelijk opgenomen in het Rijks Krankzinnigengesticht in Eindhoven en in de Valeriuskliniek, een psychiatrische inrichting in Amsterdam.
Hier kreeg hij bezoek van zijn vader en van zijn broer, sergeant-instructeur bij de Marine Luchtvaartdienst (MLD), die de hele Tweede Wereldoorlog in dienst bij de Nederlandse marine was geweest en aan geallieerde zijde had gevochten.
Begin april 1947 werd Piet Beezhold vrijgelaten en ging weer in Amsterdam wonen. Door zijn dienstneming bij de Duitse Wehrmacht was hij zijn Nederlanderschap kwijt en tot 1981 bleef de BVD (Binnenlandse Veiligheidsdienst) hem controleren.
Piet Beezhold werkte later in een garage, werkte als magazijnbediende, had een monsterboekje voor de grote vaart en was vanaf 1966 conciërge bij de dienst onderwijs van de gemeente Amsterdam. Hij bleef zijn hele leven alleenstaand, woonde in pensions, een halve woning in de Staatsliedenbuurt en vanaf 1981 tot zijn dood in een bejaardenwoning in Amsteldorp.
- Stadsarchief Amsterdam - Indexen
- Antony Beevor, The Battle for Spain , pp.263-273: The Civil War within the Civil War
- Nationaal Archief, Den Haag:
- 2.05.03 Ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers 1815-1940, A-197-bis Spanje, Hulp en Bijstand i.v.m. Onlusten in Spanje – Inv.nr. 1679
- 2.09.22 Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), Inv.nrs. 16805 en 16806
- 2.09.09 Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) Inv.nr. 86536 dossier 62895 en Inv.nr. 88074
- 2.04.125 Archief Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD): Persoonsdossiers 1946-1998 Inv.nr. 5224