Volgens Gustav kwam Cornelis de Groot in juli 1937 aan in Spanje. Zijn beoordeling is gunstig: een goede, dappere soldaat. In tegenstelling tot zijn broer Engelmundus die een maand later, eind augustus 1937 in Spanje aankomt en waar Gustav geen goed woord voor over heeft. Als Engelmundus december 1937 terug is in het ouderlijk huis te Beverwijk en daar door de politie wordt gehoord, vertelt hij over zijn broer: " Mijn broer Cees is nu op een farm, 8 km verwijderd van Albacete. Hij is aan het front geweest en heeft een kogel in zijn pols, schouder en hoofd gehad. Hij is invalide want hij heeft veel last van duizeligheid."
Cees blijft wel tot het eind van de burgeroorlog in Spanje, hij komt 19 januari 1939 terug.
Over zijn verder leven ontbreken gegevens.
- Nationaal Archief, 2.05.03, Ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers 1815-1940, A-197-bis Spanje, Hulp en Bijstand i.v.m. onlusten in Spanje, 1676
- Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16810
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F. 545- Op.6- D.35/36
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.2, 18-19
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.27
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.235-L.21
- IISG - Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis,Collectie Komintern - CPH/CPN , rol 45