Op 10 mei 1938 stuurt Leni Groenink, echtgenote van Theo Groenink, een brief aan de heer J. Zuiderma te Albacete. Ze schrijft dat ze al weer een tijd niets van haar man heeft gehoord en of de heer Zuiderma inlichtingen heeft. Jan Zuidema – zonder r – was het pseudoniem van Janrik van Gilse die in Spanje naast vele andere activiteiten politiek-commissaris was. Leni Groenink heeft zijn naam hoogstwaarschijnlijk via de CPN gekregen. Op 12 juni laat het hoofd van de personeelsadministratie van de Aan- en Afvoertroepen van het Ebroleger via de Chef van de Administratie van de Internationale Brigades weten dat soldaat Groenink in perfecte staat van gezondheid verkeert en dat hij regelmatig aan zijn familie schrijft.
Toen de kleine Theo een jaar of vier was gingen zijn ouders uit elkaar. Hij en zijn moeder en een jongere zuster van zijn moeder woonden toen in een zijstraat van de Weesperzijde in Amsterdam. Theo’s moeder trouwde opnieuw toen Theo zeven was, met Willem Marius Jansen. Later woonde het nieuwe gezin – er werden nog twee zusjes geboren – in de Indische buurt. Na korte tijd op de U.L.O. ging Theo een jaar in opleiding op het schoolschip ‘Prins der Nederlanden’ in het Boerengat in Rotterdam. Hij werd hierna matroos op de grote vaart. In 1929 moest Theo in militaire dienst en zat bij de Marine. In 1933 trouwde hij en er worden twee zoons geboren. Theo Groenink werkte toen - net als zijn vader en stiefvader - als chauffeur.
In juni 1937 komt Theo Groenink aan in Spanje en werkt aanvankelijk ook daar als chauffeur. Later is hij soldaat-chauffeur bij de logistieke afdeling van de Internationale Brigades. Zijn gezin krijgt enige keren een uitkering via de CPN. In 1938 schrijft hij de tekst voor het door “Hollander Piet” en zijn mannen en op de wijs van een Catalaans volksliedje gezongen "Zeven Provinciën Lied”. “Hollander Piet” was kapitein Piet Laros, commandant van de Nederlandse compagnie ‘Zeven Provinciën’, onderdeel van het ‘Edgar André-bataljon’ van de XIde Internationale Brigade. De tekst staat van het lied staat hier.
Op 9 maart 1939 - na terugkeer uit Spanje - wordt hij door de Amsterdamse politie gehoord. Hij verklaart dat hij aanvankelijk naar Spanje was gegaan om werk te zoeken, dat hij in Albacete een tijdje in het autopark daar gewerkt had als chauffeur en dat hij vervolgens gedwongen werd om soldaat te worden. Als chauffeur van transportauto's deed hij dienst aan de fronten bij Cordoba, Madrid, Teruel, Aragon en in het Ebro-offensief. Aan het front van Madrid was hij gewond geraakt waardoor hij twee maanden was opgenomen in een hospitaal. Hij verklaart in Spanje geen enkele Nederlander te hebben ontmoet en kan de politie dus ook niet aan namen helpen. Met evenveel overtuiging beweert hij dat hij er geen flauw idee van had dat hij zijn Nederlanderschap zou kwijt raken.
Binnen een jaar moest Theo Groenink - stateloos en wel - weer opkomen in militaire dienst tijdens de algemene mobilisatie van het Nederlandse leger op 29 augustus 1939 – dit als gevolg van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Hij was toen als chauffeur opgenomen in het Korps Motordienst van de landmacht. Een maand later mocht hij weer naar huis. Maar begin februari 1940 moest hij toch weer terug en werd toen ingedeeld bij de aan- en afvoertroepen en zat gedurende de meidagen van 1940 bij het IIde bataljon van het Auto Regiment.
Theo Groenink was actief in het verzet en op het einde van de Duitse bezetting maakte hij deel uit van de Binnenlandse Strijdkrachten(BS), waardoor hij officieel weer in dienst was van het Nederlandse leger. In januari 1947 kreeg hij zijn Nederlandse nationaliteit weer terug. Hij werd 1 juli 1948 door het leger als lid van de BS ontslagen wegens gebreken en ontving daarna een invaliditeitspensioen van het Ministerie van Defensie. Vanaf begin jaren veertig was Theo Groenink chiropodist/masseur en hij verhuisde in 1969 van Amsterdam naar Baarn.
Aanvullende informatie vanuit BVD-archief;
Na de oorlog wordt Groenink als oud-Spanjestrijder in de gaten gehouden door de BVD.
Hij werkt vlak na de oorlog op de grote vaart, o.a. voor de Holland-Amerikalijn en ook voor Engelse en Duitse rederijen. Daarna zet hij een praktijk op voor heilgymnastiek en massage, waar hij oorspronkelijk ook voor is opgeleid.
De BVD constateert dat hij communistisch georiënteerd is, maar geen lid van de CPN. Zijn zoon is wel een felle communist. En passant wordt de hele familie, ooms, tantes, neven en nichten, doorgelicht op hun communisme. In 1955 wordt geconstateerd dat hij niet meer politiek actief is, toch wordt hij nog tot 1969 in de gaten gehouden.
Hij gaat zich in die tijd weer bezighouden met de Spaanse Burgeroorlog; in 1968 geeft hij lezing hierover voor het Marxistisch Leninistisch Centrum Nederland (MLCN), een op China georiënteerde afsplitsing van de CPN. Hij wil de Spanjestrijders, die ooit een hechte groep waren, weer bij elkaar brengen. Hij probeert via advertenties in dagbladen weer in contact te komen met anderen. De Waarheid weigert de advertentie te plaatsen, maar het AD en het Handelsblad accepteren de advertentie wel. Hij schrijft ook een ingezonden brief aan Het Vrije Volk die op 31 oktober 1969 wordt geplaatst. Piet Laros is in dezelfde tijd daar ook mee bezig. Het is aan te nemen dat ze contact hierover met elkaar hebben gehad. De tekst in de advertentie luidt:
" De Spanjestrijders zijn in nederland hun onderling contact kwijt geraakt. Velen hebben nog steeds hun Nederlanderschap niet terug. Aan een uitnodiging van Duitse oud-Spanjestrijders hebben wij voldaan. Een onzer werd zonder meer niet in Duitsland toe gelaten omdat er geen visum in zijn vreemdelingenpas stond. Dit is een van de aanleidingen dat wij wederom contact met elkaar zoeken. Tot dat doel kunnen oud-Spanjestrijders zich per brief of per telefoon wenden tot de heer P.Laros ( Hollander Piet). "
Volgt het adres van Piet Laros in Utrecht en ondertekend door Th.Groenink
- IISG, archief CPN
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.29
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.27
- Noord-Hollands Archief, nummer toegang 307, inv.nrs 160,161 - Parket van de Procureur-Generaal te Amsterdam 1930-1939
- Stadsarchief Amsterdam - indexen
- Noord-Hollands Archief, Haarlem – nr. toegang 307 inv.nrs. 160,161, Parket van de Procureur-Generaal te Amsterdam
- Nationaal Archief, Den Haag - nummer toegang 2.09.22, Ministerie van Justitie 1914-1940 (geheim archief),Inventarisnummers 16805, 16810
- Ministerie van Defensie – Statisch InformatieBeheer - Rijswijk
- Nationaal Archief: Minisrterie van Binnenlandse Zaken, BVD archief (2.04.125), dossiernummer BVD: 23027
- https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010957047:mpeg21:p003 -Het Vrije Volk, 31 oktober 1969