Annie wordt geboren in Den Helder in het gezin van Alphonsus Antonius Adrianus Gruntjes (1882) en Catharina Schaven (1888). Na de geboorte van Annie heeft haar moeder in 1908 en 1909 twee miskramen. Over haar jeugd weten we niets.
Wanneer de commissie ‘Hulp aan Spanje’ medisch personeel oproept zich aan te melden voor uitzending naar Spanje, geeft Annie, dan woonachtig in Rotterdam, zich op. Eind 1936 vertrekt ze richting Spanje en komt te werken in het hospitaal van Murcia. In eerste instantie, zo vertelt ze in een brochure van de commissie ‘Hulp aan Spanje’, moet de medische dienst grote moeilijkheden overwinnen, er is nog bijna niets! Gelukkig komt daar snel verandering in: de internationale hulp komt op gang. De artsen werkzaam in Murcia organiseren cursussen voor de Spaanse vrouwen, er komen steeds meer medische instrumenten binnen en op een gegeven moment heeft het hospitaal in Murcia zelfs een heuse afdeling voor tandheelkunde en een voor oogziekten. Nog altijd is het soms wat behelpen omdat het hospitaal niet over alles beschikt zoals ze in Nederland gewend is, maar het is al veel beter dan toen ze pas aankwam. De grootste zorg is het tekort aan levensmiddelen. In de brochure roept ze dan ook de Nederlandse burger op om het Spaanse volk zoveel mogelijk te steunen.
In april van 1938 keert zuster Gruntjes tijdelijk terug naar Nederland om te spreken op een grote bijeenkomst van de commissie ‘Hulp aan Spanje’ in de Amsterdam RAI. Hier vertelt ze voor welke grote uitdagingen ze elke dag weer staan. “Er zijn tijden geweest”, zo zegt ze, “dat één zuster voor honderd patiënten stond.” Daarbij is er een groot gebrek aan levensmiddelen zoals melk, boter en suiker. Ze roept dan ook hier hartstochtelijk op de collecte te steunen. Na haar korte tijd terug in Nederland keert Annie terug naar Spanje om haar werkzaamheden voort te zetten.
Wanneer de Internationale Brigades zich terug moeten trekken, en ze via Frankrijk naar Nederland probeert te komen, wordt Annie in het kamp Argelès sur Mer in Frankrijk gevangengezet. Door bemiddeling van de ‘Commissie Hulp aan Spanje’ en met hulp van het ministerie van Buitenlandse Zaken, lukt het haar om in februari 1939 terug te keren naar Nederland.
Terug in Nederland komt ze te werken in het Joodse gezin de Wolff, waar ze Sara Veldman, de ernstig zieke vrouw van Salomon de Wolff (Sam), verpleegt. Sara overlijdt in 1941. Sam wordt tijdens de oorlog gearresteerd en gedeporteerd, eerst naar Westerbork en later naar Bergen-Belsen. Hij behoort tot de circa 220 Joden uit Nederland die in juli 1944 vanuit Bergen-Belsen naar Palestina werden uitgewisseld tegen daar geïnterneerde 'Arische' Duitse vrouwen en kinderen. Dit is waarschijnlijk zijn redding geweest en hij overleeft de oorlog. Ook Annie overleeft de oorlog en weet zelfs de uitgebreide bibliotheek van Sam te redden. De zoon van Sara en Sam, Leo, komt om in mei 1945 in Duitsland. Sam keert na de oorlog terug naar Amsterdam en niet veel later, op 31 januari 1946 trouwen Annie en hij. Sam overlijdt op 24 november 1960, 5 jaar later, op 24 augustus 1965 overlijdt Annie zelf. Ze is 57 jaar geworden.
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Rijksvreemdelingendienst (RVD) en Taakvoorgangers, nummer toegang 2.09.45, inventarisnummer 1580, 1569
- Nationaal Archief, 2.05.03, Ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers 1815-1940, A-197-bis Spanje, Hulp en Bijstand i.v.m. onlusten in Spanje,1679
- Brochure: Spanje Helpen is werken voor de vrede, uitgave van de commissie hulp aan Spanje. KB en IISG
- ‘De machtige betoging voor Spanje in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam,’ Het Volksdagblad, 14 april 1938.
- http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010474392:mpeg21:a0068
- Trouw, 10-02-1999
- http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/article/detail/2645560/1999/10/02/Onder-de-socialistisch-zionisten-ontbraken-de-proletariers.dhtml
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.3, 18-19
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.114-L.121