Jan Jetten heb ik in Miranda de Ebro ontmoet, hij was van een schip opgepikt. Hij was onderweg van Frankrijk naar Spanje (Bilbao) om zich bij de Republiek aan te sluiten. Hij is toen gevangen genomen en heeft enkele jaren in Spaanse gevangenissen gezeten, tot hij naar Miranda de Ebro overgebracht werd, een grote vent was het.
Dit vertelt Spanjestrijder Sake Visser over Jan Jetten. Volgens de militiekeuring van 1928 was hij een meter een en tachtig, en dat was inderdaad lang in die tijd. Hij werd goed gekeurd en is in dienst geweest, al was hij brildragend. Wanneer hij besloot naar Spanje te gaan wordt niet duidelijk uit het verhaal van Sake Visser maar uit berichtgeving in de Nederlandse kranten van 1937 blijkt Jetten te zijn gearresteerd door de Franco-troepen. Het Volksdagblad van oktober 1937 maakt melding van een actie voor Jetten:
De Nederlandse metaalarbeider J. Jetten uit Amsterdam, die bij het kapen van het schip waarop hij uit Spanje naar Nederland terugkeerde, in handen van Franco viel, is thans tot 30 jaren kerker veroordeeld. Oorspronkelijk had de fascistische 'rechtbank' de doodstraf tegen hem uitgesproken. Hoewel de actie, die tegen het vonnis gevoerd, dus succes heeft gehad, kan men zich er niet bij neerleggen dat het leven van Jetten thans op andere wijze wordt gebroken. Hij heeft aan de Nederlandse regering het verzoek gericht, de actie voor zijn invrijheidstelling voort te zetten en men mag eisen dat de regering daaraan gevolg zal geven.
Jetten doet zelf zijn relaas over zijn tocht naar Spanje en zijn verdere belevenissen, bij aankomst in Portugal: hij bevindt zich begin maart 1937 aan boord van de “Galdames”, een oud vrachtschip dat in die tijd een soort veerdienst onderhield tussen Bilbao en Bayonne. Volgens Jetten vervoert het contrabande, maar andere bronnen hebben het over, naast ruim honderd passagiers, machineonderdelen en muntgeld voor de Republiek dat in België was geslagen. Onder de passagiers bevindt zich Manuel Carrasco Formiguera, een christendemocratische Catalaanse nationalist en volksvertegenwoordiger. Hij werd aangeklaagd door de anarchisten en besloot daarom naar Baskenland te vertrekken, waar hij de Catalaanse regering zou gaan vertegenwoordigen. Bij de onderschepping van de Galdames werd hij gearresteerd, en na een showproces ter dood veroordeeld vanwege “het zich aansluiten bij de rebellie”, waarmee bedoeld werd het verzet tegen de opstand van Franco.
Ook Jetten wordt gearresteerd, in Burgos gevangengezet en door het krijgsgerecht ook ter dood veroordeeld wegens hetzelfde vergrijp. De straf wordt uiteindelijk omgezet in levenslang. Hij zit drie en een half jaar vast in Burgos en wordt vervolgens overgeplaatst naar Astorga en daar “ter beschikking gesteld van den Nederlandschen autoriteiten”. Hij zou vrijkomen zodra de Nederlandse consul hem komt afhalen. Hij krijgt van het gezantschap ondersteuning in de vorm van kleding en geld. Via gevangenissen in Leon en Madrid weet de consul voor elkaar te krijgen dat hij in Miranda de Ebro terechtkomt. Op 26 augustus 1941 wordt hij vrijgelaten, en de Engelse gezant helpt hem naar Madrid. De Spaanse politie maakt bezwaar tegen zijn verblijf in Spanje en op 10 oktober 1941 wordt hij opnieuw gearresteerd en weer teruggebracht naar Miranda de Ebro.
Hij zegt dat de hij in het kamp zich door de arts laat afkeuren voor militaire dienst. Op 4 mei 1943 wordt hij uiteindelijk vrijgelaten. Op 30 juli 1943 is hij in Lissabon. Van daaruit gingen de anderen in dezelfde situatie als Jetten op een of ander manier naar Engeland waar hij wordt ingelijfd bij de Irene-brigade. Over Jetten is echter verder niets terug te vinden in de archieven van de Nederlandse regering in Londen. Maar in zijn BVD-dosier is een vermelding van een paspoort uitgegeven op 6 juni 1945 te Londen. Hij heeft dus nooit zijn Nederlanderschap verloren.
Zijn oudste dochter was van 1936 en dus nog maar heel klein toen haar vader vertrok. Het daaropvolgende kind is van 1946.
Op de gezinskaart van Jetten is vermeld dat hij in 1941 naar Duitsland gaat, maar op dat moment zat hij nog in Spanje dus het is onduidelijk waar dat op slaat.
Zijn naam komt voor op een lijst van oud-Spanjestrijders, in 1947 opgesteld door het Bureau Nationale Veiligheid. De BVD houdt hem in de gaten omdat hij lid is van de CPN en van de EVC en een abonnement heeft op de Waarheid. Hij schrijft ook af en toe in deze krant over Spanje en de burgeroorlog. Ook wordt in zijn dossier bijgehouden welke oproepen om deel te nemen aan herdenkingen en protesten hij onderschrijft. En ook wordt genoteerd welke vergaderingen en bijeenkomsten hij bijwoont. In enkele gevallen wordt zelfd genoteerd als hij zonder afmelding niet aanwezig is. En hij geeft Spaanse les.
In het archief van de Vereniging Vrij Spanje ligt een krantenknipsel waarin de vereniging bij het overlijden van Jetten meldt:
Hij vocht in de Interbrigade voor de vrijheid van Spanje. In 1936-1939. In 1943 naar Engeland. In de Irene-Brigade hielp hij mee Europa en Nederland te bevrijden. Tot het laatst strijdbaar. Jan wij zetten de strijd voort. Pasaremos. Salud.
- Volksdagblad 1937, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010541467:mpeg21:a0015
- http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010607191:mpeg21:a0015
- website Sake Visser: https://www.spanvis.com/lemsterland-de-friese-meren-1/oorlog-lemmer-lems...
- IISG, Archief Vereniging Vrij Spanje
- Nationaal Archief, Ministerie van Justitie, Londens Archief, inventarisnr: 4056
- Escape via Berlin: Eluding Franco in Hitler's Europe, José Antonio Aguirre y Lecube, New York 1944, p. 83
- Ministerie van Binnenlandse zaken, archief Binnenlandse Veiligheidsdienst, 2.04.125, nrs. 6832