VISSER, Sake

Sake
Visser
Geboren:
Lemmer
30 augustus 1910
Overleden:
Lemmer
17 februari 1996
Levensbeschrijving: 

Sake werd geboren als tweede van de elf kinderen van Klaas Visser en diens vrouw Klaaske Dijkstra. Klaas was, ‘zoals het een goed Lemster betaamt’ links en dwars. Moeder Klaaske daarentegen kerks en Oranjegezind. Na de lagere school gaat Sake als 12-jarige met een botter naar zee op visvangst. Een hard leven met werkdagen van 15 à 16 uur voor f2,50 per week. Wat later vaart hij op palingaken naar Londen om er verse aal te brengen en naar Denemarken om daar de vangst op te kopen. Als hij een jaar of 18 is, komt hij te werken bij de MUZ (Maatschappij Uitvoering Zuiderzeewerken). Als bakschipper verdient hij dan goed, maar daaraan komt een eind als in 1932 de Afsluitdijk is voltooid. Sake is dan aanvankelijk werkloos, maar kan later zijn beroep van visser weer opnemen in IJmuiden.

In de jaren ’30 houdt Jef Last lezingen in Friesland over de situatie in Spanje. Sake voelt zich aangesproken en besluit dienst te nemen bij de Internationale Brigade. ‘Je ging daarheen voor een ideaal, voor een andere maatschappij.’ Zijn vader is op de hoogte, zijn moeder om begrijpelijke redenen niet. Via Antwerpen, Parijs en een twintig uur durende voettocht door de Pyreneeën  (‘Onder het lopen viel je gewoon in slaap’) arriveert Sake op 28 augustus 1937 in Albacete. Tijdens het vervullen van zijn dienstplicht bij de Marine heeft hij leren omgaan met wapens, zodat hij na een korte training kan worden ingezet aan het front. Hij maakt deel uit van de 11de brigade met o.a. het Thälmannbataljon en strijdt onder meer bij Madrid, Belchite, Teruel en Brunete. Bij de Slag aan de Ebro (25 juli tot 18 november 1938, de langst durende slag van de Spaanse Burgeroorlog)  wordt Sake gevangen genomen. Uit propaganda overwegingen worden de gevangenen niet gefusilleerd maar opgesloten in het concentratiekamp San Pedro Cardeña, een klooster. Daar werkt Sake in een steengroeve en lijdt hij verschrikkelijke honger. Hij krijgt te maken met tyfus en raakt blind aan zijn rechteroog. ‘En toen kreeg ik het bericht dat mijn moeder overleden was, toen heb ik het een tijdje erg moeilijk gehad.’

Door Britse bemiddeling komt Sake in 1942 vrij. Via Trinidad, Curaçao en de VS komt hij in Canada terecht. Vandaar wordt per schip de oversteek naar Engeland gemaakt. De Engelsen zorgen ervoor dat hij weer een Nederlands paspoort krijgt waardoor hij voor de tweede keer bij de Marine werd ingelijfd. Na o.a. op Hr. Ms. Soemba te hebben worden gevaren, wordt hij op het hoofdkwartier van de Marine in Londen geplaatst met als taak het schoonhouden van de schuilkelders. Het was er een vrolijke boel zodat hij er naar zijn zeggen een tachtigjarige oorlog zou hebben overleefd.

Van 1946 tot 1952 is Sake Visser terug in Lemmer waar hij weer gaat vissen. Hij zit dan echter ook vaak zonder werk. Zijn Engelse vrouw Mary Nellie Biles mag pas definitief in Nederland blijven als ze in 1950 met hem is getrouwd. In 1952 besluiten Sake en zijn vrouw naar Engeland te verhuizen. In 1964 keert Visser weer terug als Mary is overleden. Hij hertrouwt in 1965 met Jeltje Schaper die in 1973 overlijdt. Het persoonlijk leed van de dood van zijn echtgenoten valt hem zwaarder dan de ellende van de Spaanse Burgeroorlog.

Sake Visser: ‘Ik bin gjin helt. Wa’t by it folle verstân is, fjochtet him net dea. Ik wie bang foar de dea. (Ik ben geen held. Wie bij het volle verstand is, vecht zich niet dood. Ik was bang voor de dood)’

Bronnen: 
Auteur: 
Cor Verweij
Laatst gewijzigd: 
29-08-2016
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Visser
Overtuiging: 
Communist
Adres: 
3de Parkstraat 68
Woonplaats: 
Lemmer
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
28-08-1937
Datum terugkeer: 
00-07-1942
Gewond: 
ja
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Nederlanderschap teruggegeven: 
08-10-1947
Vader: 
Klaas Visser
Beroep vader: 
Visser
Moeder: 
Klaaske Dijkstra
Partner: 
Mary Nellie Biles
Partner 2: 
Jeltje Schaper