KLOOTS, Samuel

Samuel
Kloots
Geboren:
Amsterdam
29 januari 1916
Overleden:
Zuidhorn
2 maart 2001
Levensbeschrijving: 

De ouders van Samuel trouwden in 1909 in Amsterdam en vertrokken daarna naar Antwerpen-Borgerhout waar zijn vader ging werken als schijvenschuurder in de diamantindustrie. Daar werden ook de oudere broer en zuster van Samuel geboren. Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog kwam de familie weer terug naar Amsterdam en daar zag Samuel het levenslicht. De kleine Sam groeide de eerste drie jaar van zijn leven op in de Zandstraat, pal naast de Zuiderkerk maar wel midden in de oude Jodenbuurt van Amsterdam. In 1919 ging de familie terug naar België en streek weer neer in Antwerpen. Toen Sam zeven jaar was overleed zijn moeder. Zijn oma kwam toen met haar andere dochter - de jongere zuster van zijn moeder - van Amsterdam naar Antwerpen om voor de kinderen te zorgen. Een jaar later trouwde zijn vader met zijn schoonzuster en werd nog een broertje geboren. 

Toen Sam zestien was vertrok hij naar Amsterdam en ging op kamers wonen bij Henk Aalsvel en diens gezin - oud buurtgenoten uit Borgerhout - op de Tugelaweg.  Henk Aalsvel was een oud-collega van zijn vader die na de Eerste Wereldoorlog niet meer teruggegaan was naar België. Sam werkte toen op kantoor bij een expeditie-firma. In december 1934 ging hij weer terug naar zijn familie in Antwerpen-Berchem. Omdat hij werkloos was, de Nederlandse nationaliteit bezat en niet kon werken zonder toestemming van het Belgische Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg kwam Sam in de bureaucratische mallemolen terecht van de Afdeling Openbare Veiligheid van het Belgische Ministerie van Justitie en de Commissie van Openbaren Onderstand van de gemeente Berchem. Officieel werd Sam toen onbezoldigd leerling-diamantbewerker. 

Sam was lid geworden van de sociaaldemocratische Belgische Werkliedenpartij (BWP) en werd door deze partij als verpleger uitgezonden naar Spanje. Op 1 februari 1937 kwam Sam Kloots aan in Spanje en werd opgenomen in de Internationale Brigades. Hij werd gelijk ingezet bij de Artilleriebatterij Thälmann in de slag om de Rio Jarama ter verdediging van Madrid. Later in de burgeroorlog zat hij bij de 14de luchtafweerbatterij van de Internationale Brigades. Sam nam deel aan de slag bij Guadalajara, vijftig kilometer ten noordoosten van Madrid (maart 1937). Dit was een poging van het Italiaanse  ‘Corpo di Truppe Volontarie’ (CTV) om de Spaanse hoofdstad in te nemen. Het had voor Mussolini een propagandistische  zegetocht moeten worden, maar werd door de Republikeinse troepen afgeslagen. De Italiaanse “vrijwilligers” verloren hier veel materieel (lichte tanks, geschut, trucks etc.). Voor het fascistische bewind van Italië werd het een propagandistische afgang. Verder was Sam in juli van dat jaar betrokken bij het Republikeinse offensief bij Brunete om de militaire druk van de nationalisten op Madrid te verminderen. Ook vocht hij in de winterslag om Teruel (december 1937 tot maart 1938). Hij werd daarna ingedeeld bij een ‘Compañia Especial’ van de XIde Internationale Brigade in de slag om de Ebro in de zomer van 1938. Het centrale legeronderdeel in dit Republikeinse offensief was de 35ste divisie van generaal Walter (Karol Swierczewski) bestaande uit de XIde, XIIIde, en XVde Internationale Brigades. Dit was de laatste massale aanval van het Republikeinse leger in de burgeroorlog. Het werd na aanvankelijke successen een wanhoopsoffensief dat uitliep op een fiasco met zware verliezen als gevolg. Aan de republikeinse kant vielen 30.000 doden en werden 45.000 soldaten gewond. Bijna al het zware materieel ging verloren, wat bijdroeg aan het verlies van Catalonië in januari 1939.

In oktober 1938 werden de Internationale Brigades ontbonden. Na een afscheidsparade door Barcelona op 15 oktober gingen eind november de eerste 115 Nederlandse vrijwilligers per aparte trein terug naar Nederland. Ook Sam Kloots zat in deze trein. Hij had bijna twee jaar Spaanse Burgeroorlog en veel bloedige veldslagen overleefd.

Op 5 december arriveerde de trein in Roosendaal. Al deze Spanjestrijders raakten hierna hun Nederlandse nationaliteit kwijt. 

Na een paar weken in Amsterdam vertrok Sam Kloots weer naar zijn familie in Berchem. Maar weer een jaar later, ruim een maand voor de Duitse inval was hij weer in Amsterdam en werkte hij in de confectie. Hij woonde in de Geleenstraat bij Rosa Aalsvel, de dochter van Henk Aalsvel, en haar man. Tot in 1941 dachten ze in België dat Sam in Nederland was. In Nederland leefden de autoriteiten in de veronderstelling dat hij in België verbleef.

Doch op 15 mei 1940 had Sam Kloots via IJmuiden op een vissersboot weg kunnen komen uit Nederland. Hij werkte hierna een paar maanden als koksmaat op een Nederlands koopvaardijschip. Op 11 november 1940 ging hij in dienst bij de luchtmacht van de Vrije Fransen van Generaal de Gaulle. Hij kreeg daar een opleiding tot parachutist en radiotelegrafist en werd bevorderd tot caporal-chef in de 1ier Compagnie Infanterie de l’Air. Op 1 september 1942 stapte Samuel Kloots over naar de Prinses Irene Brigade en werd op  19 september korporaal. Opmerkelijk was dat twintig procent van de manschappen van deze brigade een joodse achtergrond had (op de totale Nederlandse bevolking  voor de oorlog was dit 2%). 

Na de landing in Normandië in 1944 trok de Brigade, na soms felle gevechten op door Noord-Frankrijk en België en kwam in oktober aan in Noord-Brabant. Van november 1944 tot en met maart 1945 was de brigade gelegerd op Walcheren en Noord-Beveland. De overkant van de Oosterschelde was nog in handen van de Duitsers. Sam Kloots was toen bevorderd tot sergeant en was in april pelotonscommandant in de gevechten aan de Maas tussen Den Bosch en Hedel.

Na de oorlog bleek dat zijn Antwerpse familie via Amsterdam naar Westerbork was gedeporteerd en daarna in Auschwitz was terechtgekomen. Daar werden zijn vader en (stief)moeder, zijn zuster en zijn twee broers door de nazi’s vermoord. Ook Henk Aalsvel en zijn vrouw van de Tugelaweg en hun dochter Rosa en haar man uit de Geleenstraat waren omgekomen.  Bijna zijn hele Amsterdamse joodse familie was vergast in de Poolse kampen Auschwitz en Sobibor: drie ooms, drie tantes en elf neven en nichten. Hij vond één neef terug, Sal Arbeid, die inwoonde bij hun gemengd gehuwde tante, die met haar man en zoon in de Transvaalbuurt woonde. Sal had samen met zijn vriend Ben van Beem Auschwitz overleefd. Bij hen ontmoette hij Bens zuster Eva die, ondergedoken in Dordrecht, de oorlog heelhuids was doorgekomen.

Eva van Beem en Sam Kloots hadden dramatisch veel gemeen. Ook Eva’s beide ouders waren in Auschwitz vermoord. Op 11 oktober 1945 trouwden Sam en Eva. Een zoon en dochter werden geboren. Het gezin woonde in Amsterdam-Zuid.

Samuel Kloots overleed op 85-jarige leeftijd ten huize van zijn dochter en schoonzoon en hun drie kinderen in Noordhorn.  In de overlijdensadvertentie schreven zij:

Een moedig en tot het laatst toe strijdbaar mens is gestorven. 

Hij heeft gevochten tegen onderdrukking en voor onze vrijheid.

Wij zijn trots op hem en hebben verdriet.

Moge zijn nagedachtenis ons wijsheid geven.

Bronnen: 
  • Informatie dochter Hendrien Kloots via Stichting Stolpersteine Dordrecht
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.42
  • Stadsarchief Amsterdam
  • Stadsarchief Antwerpen
  • Antony Beevor, The Battle for Spain – 2006
  • Hugh Thomas, The Spanish Civil War - 2001
  • Ministerie van Defensie, Semi-Statisch Informatiebeheer(SIB)
  • Hanny S. R. Meijler, Ik zou wéér zo gek zijn – mannen van de Irenebrigade
  • Website prinsesirenebrigade
Auteur: 
Ton Hegeraad
Laatst gewijzigd: 
18-09-2019
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Leerling diamantbewerker
Functie: 
Verpleger
Adres: 
Junostraat 5
Woonplaats: 
Antwerpen-Berchem
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
01-02-1937
Datum terugkeer: 
05-12-1938
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Vader: 
Salomon Kloots
Beroep vader: 
Diamantbewerker
Moeder: 
Hendrina de Jong
Datum getrouwd: 
11-10-1945
Partner: 
Eva van Beem
Kinderen: 
2