Jehan Kroon was de op één na oudste in een gezin met 14 kinderen, waarvan de laatste vier zeer jong overleden. Op 16-jarige leeftijd gaat hij al zelfstandig wonen in Breda.
Hij werd kelner en kok en leidde - vooral tussen zijn minstens drie huwelijken door - een zwervend bestaan.
Op 26 mei 1926 trouwt hij in Lonneker met Hermina Catharina Berfelo, dit huwelijk wordt op 28 december 1931 in Almelo ontbonden. In 1933 trouwt hij opnieuw nu met Geertje Maria Geldof. Ook dit huwelijk houdt niet lang stand; op 10 januari 1939 wordt de echtscheiding uitgesproken. Hierna trouwt hij nog met Maria Sara Kwakernaat, wanneer en waar is niet bekend.
Zo kwam hij via Duitsland in Spanje terecht.
In het verhoor door de Amsterdamse politie dat hem in januari 1939 wordt afgenomen, verklaart Jehan Kroon het volgende:
Ik weet dat ik in januari 1938 veroordeeld ben geworden tot 3 maanden gevangenisstraf, terzake diefstal met braak. (…) Omdat ik dus drie maanden gevangenisstraf tegoed had, en ik in het begin van juni 1938 geheel uit eigenbeweging naar Spanje vertrokken, teneinde daar dienst te gaan nemen als soldaat in het leger van de Spaansche Volksfrontregeering. Wie mij voor deze reis het geld verstrekte, weet ik niet meer. Op 11 juni 1938 vertrok ik, nu ik mij goed herinner, geheel alleen naar Spanje. In Parijs heb ik mij vervoegd bij het bureau, waar men zich als vrijwilliger voor dit leger kan aanmelden. Waar dit bureau gevestigd is, weet ik niet.
Na eerst vanwege dit bureau geneeskundig onderzocht te zijn, werd ik eenigen tijd later, met een transport, naar Spanje gezonden. In Figueras werd ik nogmaals door een dokter onderzocht. Na in deze plaats nog twee dagen vertoefd te hebben, werd ik in arrest gesteld. Naar men mij verklaarde, had men gevangen genomen, omdat men dacht, dat ik een fascist was. Bij mijn kleeding had men namelijk een Duitsch militair IJzeren Kruis, dat ik van mijn schoonvader, die het verworven had, ontvangen had, gevonden.
Ik ben daarna steeds gevangen gehouden en ik heb in de gevangenis verschillende martelingen te verduren gehad. Tengevolge van de mishandelingen moest ik worden opgenomen in een hospitaal. In dit hospitaal te Moya, kreeg ik bezoek van de Non-Interventie Commissie, door wier bemiddeling ik naar Nederland teruggezonden ben. Op of omstreeks 20 december 1938 kwam ik in Roosendaal aan. (…) Mijn Nederlandsch paspoort, in 1937 afgegeven door den Nederlandschen Consul in Dortmund en twee jaar geldig, heeft men mij in Spanje met andere bescheiden afgenomen en niet teruggegeven. Thans heb ik nog zoodanige verwondingen aan mijn rechterbeen dat ik slecht kan loopen; voorts heb ik een huidziekte.
Gustav Szinda doet er in zijn Kominternrapportage van 1940 nog een schepje boven op: volgens hem was Kroon in Duitsland “in der fascistischen Wehrorganisation SA organisiert” en gedroeg hij zich nogal opvallend toen hij de Spaanse grens overstak. Hij werd dan ook onmiddellijk gearresteerd en aan de SIM ( Servicio Investigacion Militar) “ter beschikking gesteld” – zoals Gustav het formuleert.
Vreemd is dan wel dat hij toch van de Internationale Brigades een “Carnet Militar” had gekregen waarin vermeld stond dat hij op het hoofdkwartier ingedeeld was bij de intendance. Ook werd Jehan Kroon een bedrag over december 1938 van 310 pesetas toegekend. Soldaten in de Internationale Brigades kregen 10 pesetas per dag, maar op het eind van de burgeroorlog waren die 310 pesetas door inflatie nog maar een paar gulden waard. Tevens stond vermeld dat hij in oktober en november in het Catalaanse hospitaal in Vich opgenomen was geweest met ‘Sarna’ (schurft). En dat hem op 17 december van dat jaar 300 Franse francs (toen circa 30 gulden) door de ‘Banco de España” werd uitbetaald. Op dezelfde dag werd hem door de Internationale Brigades een vrijgeleide verstrekt waarin werd gevraagd ‘camarada Jehan Kroon’ te helpen op zijn reis naar Amsterdam – met antifascistische groet ondertekend door het hoofd van de centrale administratie van de Internationale Brigades.
Op de avond van 20 december kwam Jehan Kroon met zes andere Nederlandse Interbrigadisten met een gewondentransport terug in Nederland. In eerste instantie ging hij naar Rotterdam maar vanaf de zomer van 1939 woonde hij in Amsterdam. Daar trouwde hij toen voor de derde keer. In 1940 werd een zoon geboren, een jaar later een dochter.
Omdat hij werkloos was werd hij door het Gewestelijk Arbeids Bureau (GAB) gedwongen in Duitsland te werken. Op 21 september 1942 vertrok hij met twee andere Amsterdamse werkelozen naar Bromberg, de Duitse naam voor het Poolse stadje Bydgoszcz. Daar werden ze alle drie als kelner aan het werk gezet in een restaurant-logement.
Volgens de BVD was Kroon tijdens de bezetting lid van de NSB en van april 1944 tot december 1944 in dienst bij de Waffen-SS. Na de oorlog wordt hij hierom geïnterneerd in Vught. In oktober 1947 wordt hij in vrijheid gesteld zonder dat er maatregelen zijn genomen.
Na de Tweede Wereldoorlog was ook het volgende huwelijk op de klippen gelopen. Op 25 april 1950 trouwt hij met de Française Maria Vonau, hoewel zijn vorige huwelijk met Maria Sara Kwakernaat niet is ontbonden. Dit gebeurt pas in 1965. Dan wordt Kroon via een advertentie in de krant door een deurwaarder gedagvaard voor een terechtzitting van de arrondissementstechtbank te Rotterdam om de echtscheiding van Maria Sara Kwakernaat af te wikkelen. De advertentie werd geplaatst omdat hij op dat moment “zonder bekende vaste woon- en verblijfplaats in het Koninkrijk en zonder verblijfplaats elders” was.
In de jaren ’50 wordt hij verschillende malen veroordeeld vanwege verduistering. Hij vraagt een visum aan voor Frankrijk omdat zijn Franse echtgenote ernstig ziek is. Het verzoek wordt afgewezen.
De BVD heeft Kroon vanwege het feit dat hij in Spanje is geweest steeds in de gaten gehouden, zonder dat er van politieke activiteiten sprake was. Maar in 1974 is er dan eindelijk iets te melden op dat vlak: hij neemt een abonnement op de Waarheid. Overigens zegt hij dat een jaartje later al weer op.
In 1955 zou Jehan Kroon naar Rotterdam zijn vertrokken maar daar loopt het spoor dood. Er is niet bekend waar en wanneer Jehan Kroon is overleden.
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.45 en RGASPI. F.545. Op.6. D.1579-L.23
- Noord-Hollands Archief, nummer toegang 307, inv.nrs 160,161 - Parket van de Procureur-Generaal te Amsterdam 1930-1939
- Stadsarchief Amsterdam-Indexen
- Nationaal Archief: Minisrterie van Binnenlandse Zaken, BVD archief (2.04.125), dossiernummer: 25719