MENNENS, Piet

Petrus Dorotheus Roelof
Mennens
Geboren:
Amsterdam
1 november 1916
Overleden:
Amsterdam
30 juni 1961
Levensbeschrijving: 

Piet Mennens is volgens eigen zeggen op 24 februari 1937 in Albacete aangekomen. In een klein door hem zelf geschreven briefje uit het archief van de Internationale Brigaden meldt hij dat hij  6 jaar lagere school heeft gehad en 1 jaar "Engelsche school" en dat hij Hollands, Duits en Engels spreekt. Vanaf december 1934 was hij bij de Internationale Rode Hulp, en vanaf december 1935 lid van de Communistische Partij. Of bij zijn besluit om naar Spanje te gaan ook een rol heeft gespeeld dat de vier jaar oudere broer van zijn zwager Jan Cornet, Frits Cornet al eerder naar Spanje was vertrokken, is niet bekend. Frits Cornet was in februari 1937, heel kort na zijn aankomst, gesneuveld. Piet Mennens schrijft in een brief aan zijn moeder van juni 1937 dat hij over de dood van Frits gelezen heeft:

Ja moeder, zo vallen er honderden, dat weten we nu eenmaal. Om het fascisme te verslaan, daar bij vallen slachtoffers maar we weten dat hij is gevallen voor de belangen van het proletariaat.

Piet Mennens groeide als kind op aan de rand van de Jordaan. Hij was de jongste in een gezin met drie kinderen. Vanaf zijn tiende jaar woonden ze in de Kinkerbuurt. Omdat zijn broer was afgekeurd moest Piet in september 1936 in militaire dienst, maar hij kreeg een jaar uitstel omdat hij net kostwinner was geworden. Zijn oudere broer en zuster waren sinds kort getrouwd en Piet was de enige die nog bij moeder woonde. Toch vertrok hij in februari 1937, twintig jaar oud, naar Spanje.  

Over zijn verblijf in Spanje vernemen we iets uit de brieven die hij aan zijn moeder schrijft - aan haar alleen, zijn ouders waren in 1931 gescheiden.

Lieve Moeder, ik ben op het ogenblik op het punt om de Spaanse grens te passeren. Ik heb zo juist aardappelsoep gegeten en wacht nu op het bevel om te gaan marcheren. (...) Zodra ik in Albacete ben, schrijf ik weer omdat het van deze plaats naar Albacete gaat. Wij hadden nu net 14 uur in de trein gezeten. Lieve moeder, maak je geen zorgen over mij, de stemming is buitengewoon. We zijn nu ongeveer met 500 man. De bevolking is geweldig, men hoort steeds Front Populaire, Rood Front. We drinken wijn bij de vleet. Moeder, ik ga nu afscheid nemen en hoop vanuit Albacete meer te kunnen schrijven.

Eind mei schrijft hij een veel langere brief aan zijn moeder waaruit vooral erg veel onzekerheid blijkt. Hij dringt er op aan dat ze zo snel mogelijk de papieren in orde maakt die het hem mogelijk maken naar huis terug te keren, dat is dan zijn oproep voor militaire dienst in Nederland ."Die papieren heb ik nodig omdat ik daar vrij op moet vragen om naar Holland te gaan . Als U ze stuurt doet U het dan per aangetekende post , dan komt het ten alle tijde aan."  Hij verontschuldigt zich voor alle fouten die hij maakt in zijn brief maar ja : "Ik spreek de hele dag en schrijf de hele dag ook andere talen want Hollands dat ben ik dan ook half verleerd, vandaar dat ik nu zoveel fouten maak."  Zijn verblijf in Spanje heeft hem duidelijk aan het denken gezet:

Ik ben veranderd, ik heb begrepen en ik weet nu, moeder, wat ik achter heb gelaten maar ik hoop - als ik mijn plicht in den vreemde heb gedaan - dat wanneer ik het Spaanse volk heb geholpen en mijn klasse heb bijgestaan in zoverre als mij mogelijk was, dan hoop ik moeder weer naar huis te kunnen gaan, dan hoop ik weer mijn plichten te doen bij U en naast U en dan hoop ik dat ik begrepen heb dat een moeder een der belangrijkste dingen is in de strijd van het Proletariaat omdat met de kracht die een moeder je mee geeft je des te beter de strijd tegen de vijand kan verwerken.

In juni laat hij haar weten dat hij met haar verjaardag - in augustus - weer in Holland hoopt te zijn. De brief vermeldt dat hij nog steeds in Albacete is en de achtergrond daarvan wordt duidelijk uit het handgeschreven briefje in het archief van de Internationale Brigaden.  Zijn gezondheid laat behoorlijk te wensen over: hij somt op:  "longen T.B.C., aan het hart, zenuwziek en bronchitis."  Als laatste vermeldt hij dat hij nu bij de "Service de Presse" werkt.

Lieve Moeder, zo juist heb ik de papieren welke U mij opgestuurd hebt ontvangen en ik ben er dan ook blij mee als een klein kind dat van zijn moeder een cent krijgt. (...) Ik moet nu natuurlijk mijn best doen om alles in de kortst mogelijke tijd in orde te krijgen wat mij dan ook wel gelukken zal maar ik denk niet dat ik met Uw verjaardag thuis ben. Wanneer het niet gaat dan moet U mij niet kwaad aankijken, hoor, maar ten alle tijden ben ik half september weer terug .Ik hoop dan tegelijkertijd dat de oorlog hier ten einde is maar misschien ben ik een beetje te optimistisch dat het einde daar is. Moeder, ik heb me verwonderd dat U al zo goed typen kan, ik had niet gedacht dat ik zo'n geleerde moeder had maar je kan al weer zien dat een mens nooit te oud is om te leren. 

In september 1937 is Piet Mennens inderdaad terug in Nederland. De Nederlandse autoriteiten moeten niets van zijn Spaanse avontuur geweten hebben want hij verloor niet zijn Nederlandse nationaliteit vanwege vreemde krijgsdienst. Een maand later moest hij alsnog in dienst bij het Nederlandse leger. Zoals de meeste Amsterdammers werd hij ingedeeld bij het 7de  Regiment Infanterie in Amersfoort.

Hij bleef daarna de rest van zijn leven met zijn gezin in de Kinkerbuurt wonen en overleed al op 44-jarige leeftijd.

Bronnen: 
  • interview met nicht Thea Scheepbouwer-Cornet, 2016
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.14
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.290-L.51
Auteur: 
Yvonne Scholten, Ton Hegeraad
Laatst gewijzigd: 
25-03-2021
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
loodgieter
Overtuiging: 
Communist
Adres: 
Borgerstraat 12
Woonplaats: 
Amsterdam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
24-02-1937
Datum terugkeer: 
00-09-1937
Vader: 
Herman Joseph Mennens
Beroep vader: 
stoffeerder, behanger
Moeder: 
Christina Jacoba Johanna de Brueijs
Datum getrouwd: 
26-04-1939
Partner: 
Molly Frederika Schouten
Kinderen: 
3