MEUR, Nicolaas

Nicolaas
Meur
Geboren:
Den Haag
27 april 1898
Overleden:
Amsterdam
29 maart 1942
Levensbeschrijving: 

Het ruim anderhalf jaar dat Nicolaas Meur doorbracht in Spanje moet voor hem bijzonder zwaar zijn geweest. Veel van die tijd brengt hij door in het ziekenhuis of in gevangenschap. Hij vertrekt op 29 juni 1937 in het gezelschap van o.a. Simon Koperenberg en Hendricus Wilhelm. De laatste verklaart, als hij bij terugkeer door de  Amsterdamse politie wordt gehoord, dat Meur de leider was van het groepje Hollanders, dat via Lyon en Perpignan naar Spanje ging. Koperenberg voegt er aan toe dat hij Meur al kende  "uit de politiek en die erg zwaarmoedig was wegens verlies van zijn moeder".

Nicolaas Meurs had geen zorgeloze jeugd in een stabiele gezinssituatie meegemaakt. Ook later had hij geen leven zonder narigheid. Zijn vader en moeder woonden in Den Haag toen Nicolaas werd geboren. Dit verblijf duurde maar een half jaar. Hierna ging het gezin weer terug naar Amsterdam. Toen Nicolaas drie jaar oud was overleed zijn jongere zusje, een paar jaar later was zijn vader met de noorderzon naar Duitsland vertrokken. Hierna woonde Nicolaas met zijn moeder bij haar familie: bij zijn oma en in het gezin van zijn oom Feije Oosterhof. Hij groeide op in de Zuid-Jordaan en de Weteringbuurt. Een paar keer woonde hij soms met en soms zonder zijn moeder bij een instelling van Hulp voor Onbehuisden (HVO). 

In 1922 werd hij samen met z’n vriend Piet Bonne door de politie opgepakt vanwege inbraken in twee statige herenhuizen in het (nog steeds) duurste gedeelte van Amsterdam-Zuid (J.J.Viottastraat 50 en Valeriusplein 32). Voor het ontvreemden van, voornamelijk, tafelzilver werden ze veroordeeld tot gevangenisstraf. Nicolaas Meur zat toen twee jaar opgesloten in de Strafgevangenis Havenstraat (“Amstelveenseweg”) in Amsterdam en, alsof dat nog niet genoeg was, aansluitend nog meer dan twee jaar in de Rijkswerkinstelling in Veenhuizen. Hierna trok hij weer in bij zijn moeder die nu in de Pijp woonde. Nicolaas trouwde in 1934, in 1935 stierf zijn vrouw en in 1937 overleed zijn moeder in het WG (Wilhelmina Gasthuis). Een maand na de begrafenis vertrok Nicolaas naar Spanje.

In Albacete, het hoofdkwartier van de Internationale Brigade, aangekomen wordt Meur ingedeeld bij de infanterie. Als correspondentieadres in Nederland gaf hij het adres op van zijn oom Feije. 

In eerste instantie zat Nicolaas Meur bij de XIIIde Brigade maar na een reorganisatie van de Internationale Brigades in de zomer van 1937 werd hij ingedeeld bij de XIde Brigade. De XIIIde Brigade werd toen een “Slavische” Brigade met voornamelijk Oost-Europeanen. De XIde Brigade bestond meest uit Duitsers en verder uit Scandinaviërs en Nederlanders. De Nederlanders maakten toen deel uit van het eerste bataljon, ‘Edgar André’. Nicolaas Meur zal daarna waarschijnlijk met die XIde Brigade zijn ingezet bij het Republikeinse Aragonoffensief in augustus en september in een poging Saragossa te veroveren - de zogenaamde slag bij Belchite.  Wilhelm vertelt dat hij hem 21 december 1937 weer heeft gezien in Albacete, waar Meur toen met verlof was. Dat verlof zou verband kunnen houden met een verwonding of ziekte. De arts Theo van Reemst werkte in het hospitaal te Albacete; in een aan hem gericht briefje van 26 november 1937 van een onbekende afzender wordt gemeld:

Beste kameraad,

( ....) Doordat alle repatrieering en verlof stil staat, wordt het steeds moeilijker de menschen onder te brengen. Comm. Med. schrijft systematisch alle gevallen die vroeger repatrieering waren thans lichte achterlanddienst voor. Daarom als jullie nog een plaatsje over hebben voor den kameraad Nicolaas Meur, graag een Bestatigung.

Een bevestiging - zozeer was het Duits de voertaal geworden. Comm. Med. staat voor de Medische Commissie die beoordeelde of gewonden/zieken al dan niet fit genoeg waren om terug te gaan naar het front.

Een volgend berichtje uit het archief van de Internationale Brigaden doet vermoeden dat Meur ergens in het voorjaar van 1938 gedeserteerd moet zijn en vervolgens opgepakt en opgesloten in een strafkamp. In een kleine notie van juni '38 wordt gemeld dat hij vrijgelaten c.q. gerepatrieerd moet worden. Dat laatste is zeker niet gebeurd maar wat er tussen juni '38 en januari 1939 wel met Meur is gebeurd, is volstrekt onduidelijk. Zijn naam duikt weer op in een in het Spaans gesteld briefje van 22 januari 1939, gericht aan dr. Molares, Subsecretario de Estado ( onderminister van Binnenlandse Zaken,  dan dus nog van de Republikeinse regering, vlak  voor de val van Barcelona):

Muy distinguido amigo, waarde vriend,

na de prettige bijeenkomst van gisteren ben ik zo vrij u te laten weten dat zich in de gevangenis 'Antiguo Seminario' van deze stad (Barcelona) een Nederlander bevindt, Nicolaas Meur, voormalig lid van de Internationale Brigaden.

Ik weet niet waarom hij daar zit maar ik heb met hem gesproken en ik kan U verzekeren dat het niet om een gevaarlijk individu gaat, eerder om een verlegen iemand met beperkte geestelijke mogelijkheden (muy poco alcance mental).

De schrijver vraagt om hem in aanmerking te laten komen voor de algemene amnestie die aan de ex-leden van de IB is toegekend. Omdat het briefje zich bevindt in het archief van het Gezantschap Spanje is het hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de laatste Nederlandse diplomaat die zich op dat moment in Barcelona bevond en die zich in de voorafgaande maanden had bezig gehouden met de repatriering van de Nederlandse vrijwilligers, viceconsul Schlosser.

Op 19 februari '39 meldt Schlosser dat Meur en Leo Klatser nog niet met het ziekentransport meekomen omdat ze nog in het ziekenhuis liggen.

Op 28 februari '39 is Meur als een van de laatste vrijwilligers terug in Nederland. Hij overlijdt drie jaar later

Bronnen: 
  • Nationaal Archief, 2.05.286, Gezantschap Spanje 1939-1954 – inventarisnr 652
  • Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16810
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.43
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.3, 22-23
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.55
  • Stadsarchief Amsterdam – Indexen
  • Noord-Hollandsarchief, Haarlem – Archief Arrondissementsrechtbank Amsterdam 1921-1930 – toegang 200 – inv.nr.49
Auteur: 
Ton Hegeraad, Yvonne Scholten
Laatst gewijzigd: 
28-05-2021
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Boekbinder
Adres: 
Govert Flinckstraat 82’’voor
Woonplaats: 
Amsterdam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
29-06-1937
Datum terugkeer: 
28-02-1939
Gewond: 
ja
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Vader: 
Franciscus Meur
Beroep vader: 
Metaalslijper
Moeder: 
Antje Oosterhof
Partner: 
Maria Groot