In 1924 streek de familie Philipoom vanuit Rotterdam neer in Amsterdam. Het gezin, vader, moeder en zeven kinderen - in leeftijd variërend van zes tot éénentwintig - ging in de Haarlemmerbuurt, in het noordwesten van het oude centrum, wonen. Na de lagere school werd Nico slagersknecht en werkte op het abattoir. Na zijn trouwen woonde hij met vrouw en vier kinderen – een stiefdochter, een tweeling: jongen en meisje, en nog een dochter – in de Spaarndammerbuurt in Oud-West, daarna in de Indische buurt.
Nico Philipoom stond in de jaren dertig bekend als communist. Hij was in de Indische buurt afdelingsvoorzitter van de E.M.M.(Eendracht Maakt Macht). De E.M.M. was een aan de CPN gelieerde bond van werklozen en huurweigeraars en voerde actie bij stempellokalen en tegen huisuitzettingen.
In 1937 vertrok Nico naar Spanje om zich gewapend in te zetten tegen het oprukkende fascisme in Europa. Eind december van dat jaar maakte hij een - waarschijnlijk – barre voettocht door de winterse Pyreneeën. Hij was de enige Nederlander in een groep van 30 internationale vrijwilligers die bij het bergdorpje Massanet de Spaanse grens waren overgegaan.Daarna werd hij opgenomen in de Internationale Brigades. Zoals de meeste Nederlandse vrijwilligers toen in het eerste bataljon ‘Edgar André’ van de XIde Brigade.
Ruim twee maanden later, op 9 maart 1938, begonnen de troepen van Franco het zogenaamde Aragonoffensief. Met een leger van 150.000 man, voornamelijk Falangisten, Marokkaanse huurlingen en Italiaanse “vrijwilligers” – vijf keer meer manschappen dan het Republikeinse leger ter plaatse – met veel geschut, tanks en 600 van de modernste, meest Duitse aanvalsvliegtuigen. Voor het eerst in de geschiedenis werd hier de Blitzkriegtactiek toegepast: nauwgezet gecoördineerde aanvallen van vliegtuigen en tanks. Het republikeinse front verkruimelde en stortte in. Binnen een week waren de Internationale Brigades in het zuiden van Aragon 70 kilometer teruggedreven. Op 15 maart hergroepeerden de Interbrigadisten zich bij de provinciestad Caspe en probeerden de aanval tot staan te brengen. Maar na drie dagen van felle gevechten moesten zij ook deze positie prijsgeven.
Op een lijst van gevallenen sinds 10 maart 1938 van het eerste bataljon van de XIde Brigade staat achter zijn naam vermeld “Desaparecido” (vermist). Volgens de artillerist Adriaan van Dijk sneuvelde Nico Philipoom bij Caspe, nog geen drie maanden nadat hij in Spanje was aangekomen.
Op de gezinskaart van Willebrordus Nicolaas Philipoom bij het Amsterdamse bevolkingsarchief staat een mededeling doorgegeven door de Amsterdamse Politie:
Is vermoedelijk in Spanje b/d Int Brigades
Zou wellicht gesneuveld zijn
Opgave vader aan Kolthof kamer 83 Hoofdbureau
7-7-1938
(Met Kolthof werd waarschijnlijk bedoeld Cornelis Olthof, rechercheur bij de Amsterdamse Politie die zich intensief bezighield met het nagaan van de gangen van Amsterdamse Spanjestrijders.)
Officieel werd zijn dood in Spanje in Nederland niet bevestigd. Op zijn archiefkaart bij het Amsterdamse Bevolkingsregister staat vermeld: “11Aug1939 V O W” (vertrokken onbekend waarheen). Zijn vrouw kon pas in 1952 van hem scheiden.
- Stadsarchief Amsterdam – Indexen
- CID: http://resources.huygens.knaw.nl/pdf/cid/2200-2299/2232.pdf, BVD 59/76 – (vervolg Amsterdam) -60- Door de Centrale Inlichtingen Dienst opgestelde lijst van links-extremistische personen, 1939
- Archief Internationale Brigades, Moskou,RGASPI F.545-Op.6-D.35-Ll. 240, 246
- Archief Internationale Brigades, Moskou,RGASPI F.545-Op.3-D.74-L.15
- Giles Tremlett, The International Brigades – Fascism, Freedom and the Spanish Civil War - Londen, 2020 - pp.423-440 “Blitzkrieg”
- Interview met Adriaan van Dijk door Jaap-Jan Flinterman – dec. 1983,Collectie Nederlandse deelnemers aan de Spaanse Burgeroorlog op het IISG,https://search.iisg.amsterdam/Record/ARCH02806 - transcript pag.15