Op 5 mei 1937 meldt Dirk Vermaas zich samen met Cornelis Petrus Antonius de Wit bij de Nederlandse consul in Parijs. Zij verklaren dat ze in december 1936 samen naar Spanje zijn gereisd om daar werk te gaan zoeken. Vermaas verklaart tegenover de Parijse consul dat hij in Spanje journalistieke bezigheden zou hebben verricht maar hij overtuigt de consul niet: hij kon niet vertellen voor welk blad hij dan gewerkt zou hebben. Hij zou "na in Nederland te zijn aangekomen zijn pennevruchten willen verkopen". De consul tekent aan: "Deze twee personen maakten op mij een verdachten indruk, terwijl ik meen dat zij niet geheel de waarheid spraken, reden waarom het wellicht wenschelijk ware hun beweringen in Nederland nog eens te controleren."
De gemeente DenHaag vordert het bedrag dat Vermaas ontvangt van de Parijse consul voor zijn repatriering. In het ambtsbericht wordt nog eens vermeld dat Vermaas als uiterst links bekend staat en dat het maar de vraag is of hij in Spanje inderdaad niet in krijgsdienst is geweest.
Over het verdere leven van Dirk Vermaas ontbreken gegevens.
- Nationaal Archief, Den Haag, Nederlands Gezantschap te Frankrijk (Parijs), nummer toegang 2.05.102,