De vader van Bertus Visser was beroepsmilitair geweest bij het 2de Regiment Huzaren en was daarna in dienst bij de Amsterdamse Gemeente Tram totdat hij na vier jaar werd ontslagen wegens wangedrag. Hij werd toen zeeman en havenarbeider. De kleine Bertus groeide op in de Indische buurt in Amsterdam-Oost. Twee zusjes overleden op jonge leeftijd. In 1924 ging het helemaal mis. Vader verliet het gezin. Zijn vrouw en vier kinderen, waaronder Bertus en Jan, een één maand oud broertje kwamen terecht bij Hulp voor Onbehuisden in de Tweede Constantijn Huygensstraat. Na een verblijf van twee jaar aldaar kwam het gezin weer bij elkaar in de Indische buurt, zijn vader was toen schoenmaker geworden en er werden nog twee zusjes geboren.
Bertus was na de Lagere School gaan werken in een zeepfabriek, werd goedgekeurd voor militaire dienst en zat in 1934 een halfjaar bij het 1ste Regiment Infanterie. De twee jaar daarna - voordat hij naar Spanje vertrok - was hij chauffeur geworden.
Bertus Visser is maar een paar weken in Spanje geweest. Hij vertrok op 7 december 1936 naar Brussel en kwam twee weken later aan in Catalonië. Hij werkte daar waarschijnlijk als chauffeur en is mogelijk nooit verder gekomen dan Figueras en eventueel Barcelona. In de loop van januari 1937 was hij weer terug in Amsterdam.
De interbrigadist Adriaan van Dijk wist hem zich bijna vijftig jaar later nog te herinneren en zegt over hem in een interview:
... nou, d’r waren avonturiers, die waren er onder, maar niet veel. We hadden er enkele, (...) Bertus Visser, dat was een acteur, is gedeserteerd, ...
In drie stukken in de archieven van de Internationale Brigades van eind 1937 en later wordt als zijn voornaam echter Johann of Johannes vermeld.
Twee van die stukken zijn lijsten met Nederlandse deserteurs.
Bertus Visser was in 1942 waarschijnlijk werkloos. Hij stond op een “Transportliste” van “Abgabe-Dienststelle Gewestelijk Arbeids Bureau Amsterdam” om als één van twaalf chauffeurs te gaan werken voor het “Reichsverkehrsministerium, Berlin – Tag der Abreise 30.4.42”. Hoe lang dit heeft geduurd is niet duidelijk.
In ieder geval verbleef hij in de hongerwinter in Amsterdam. Hij werd samen met twee buren uit de Semarangstraat op een decembernacht in 1944 in de Molukkenstraat aangehouden. Ze waren op de fiets en in het bezit van een zak met roggevlokken en enige dozen en zakken met erwten en havermout. Op verdenking van diefstal zaten ze toen enige dagen in bewaring op Politiebureau Linnaeusstraat.
In 1951 verhuisde Bertus Visser naar Amsterdam-Noord en overleed daar twintig jaar later op 57-jarige leeftijd.
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.15, 47
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.85
- Stadsarchief Amsterdam – Indexen
- Interview december 1983 met Adriaan van Dijk door Jaap Jan Flinterman – transcriptie IISG – pag.8, https://access.iisg.amsterdam/universalviewer/#?manifest=https://hdl.han...