VRIES, Trudel de

Gertrud
de
Vries
Geboren:
Frankfurt am Main (Duitsland)
22 november 1914
Overleden:
Amsterdam
7 juni 2007
Levensbeschrijving: 

Trudel was het oudste kind in het gezin De Vries, dat in Frankfurt woonde. Vader had de Nederlandse nationaliteit, moeder oorspronkelijk de Franse. De familie was liberaal joods en verhuisde toen Trudel 11 jaar was naar Den Haag. Daar volgde ze de HBS en werd ze lid van de zionistische jeugdorganisatie Mizrachie. Vanwege haar pro-Arabische standpunt werd ze gedwongen de club te verlaten. In Rotterdam deed ze de opleiding voor apothekersassistente. Ze kwam in contact met Duitse emigranten, die gevlucht waren voor het fascisme van Hitler. In 1935 werd ze lid van de Communistische Partij. Tegelijk trad ze uit de Joodse Gemeente.
Al vanaf het allereerste begin was Trudel betrokken bij de Commissie Hulp aan Spanje. In april 1937 vertrok ze, in haar hoedanigheid van apothekersassistente en met een visum van de Nederlandse autoriteiten, naar Spanje. Trudel, 22 jaar, besloot al snel om mee te doen.  Ze begon in de apotheek van het hospitaal van Onteniente, dat gemanaged werd door de Tweede (sociaaldemocratische) Internationale. Het ziekenhuis voldeed niet aan haar verwachtingen van kameraadschap en gelijkheid. De artsen lieten er voor zichzelf een zwembad in de tuin bouwen. Voor de 40 patiënten waren twee thermometers en slechts één stukje zeep beschikbaar. Ook liep ze tegen een taalprobleem aan. Spaans kende ze nog niet, Frans kon ze ook maar moeilijk verstaan.

Na een half jaar vroeg ze overplaatsing aan naar het ziekenhuis van de Derde (communistische) Internationale in Villanueva de la Jara. Hier heersten geen rangen en standen. Het ziekenhuis was gevestigd in een kasteel van een gevluchte grootgrondbezitter en stond niet alleen open voor gewonde militairen maar ook voor de dorpsbewoners. Er waren 200 bedden, het zusterhuis was in een voormalig klooster. In Villanueva, waar voornamelijk Nederlanders werkten en dat daarom bekend stond als het Hollandse Hospitaal ontmoette ze dokter Theo van Reemst. “Een bleke, gelige man”, herinnert ze zich over die eerste ontmoeting , en hij vond haar er “benepen en treurig uitzien”. Dat kwam omdat Theo nog maar net van tyfus en geelzucht genezen was, terwijl Trudel er net vier werkdagen van 24 uur op had zitten. Ze werkte hier als verpleegster hoewel ze hier niet gekwalificeerd voor was. Iets wat ook de waakhond van de Komintern, Gustav Szinda, opviel. Maar hij vond haar werklust, enthousiasme en gedisciplineerdheid ruimschoots opwegen tegen het ontbreken van een diploma.

Het Hollands Hospitaal bestond tot april 1938 – daarna ging Trudel naar Catalonië. Zij zat in de laatste ‘vrije’trein over de Ebro en kwam terecht in een hospitaal aan de voet van de Pyreneeën, Moya, waar ze weer in de apotheek werkte. Dokter Theo en zuster Trudel trouwden in Spanje.  Eind 1938 moesten alle internationale brigadisten Spanje verlaten, ook Trudel en Theo keerden naar Nederland terug. Theo verloor de Nederlandse nationaliteit en Trudel, die legaal naar Spanje was gekomen verloor de hare  automatisch ook, als echtgenote van een staatloze.

Terug in Nederland bleef Trudel zich inzetten voor Spanje, het liet haar niet los. Tegelijkertijd had ze contacten met het Duitse en Nederlandse verzet. In november 1942 werd Trudel gevangengenomen en opgesloten in de gevangenis van Scheveningen, het Oranje-hotel.  Als joodse werd ze overgeplaatst naar kamp Westerbork. Een Duitse functionaris beet haar toe “Du Sara, du kommst nach Lublin und du fahrst durch den Schorstein.” Daar kon ze zich niets bij voorstellen. ”Ik dacht: hij vindt met zeker net een heks op een bezemsteel. Dat je vergast wordt en door de schoorsteen gaat, dat kon je toch niet bedenken?” Ook in Westerbork werkte ze  in de ziekenboeg. Theo van Reemst was inmiddels ook gevangen genomen en zat in kamp Dachau. In 1943 kon ze als gemengd gehuwde op vervalste papieren Westerbork verlaten.

In mei 1945 werden Theo en Trudel herenigd met hun op 30 december 1941 in Vlaardingen geboren zoon Bert. In Amsterdam begonnen ze een huisartsenpraktijk en op 17 oktober 1946 werd dochter Jos geboren. In 1956 liep hun huwelijk stuk. Trudel ging als lerares Duits werken in een talenpracticum en nam de zorg voor de kinderen op zich. Ze vertaalde ook voor uitgeverij Pegasus.

De belangstelling voor het wel en wee van de Spanjaarden bleef. Trudel werd actief in het Comité Hulp aan Spanje, dat nu zorgde voor financiële ondersteuning van gevangenen en hun familie.  Met velen knoopte ze vriendschapsbanden aan, zoals met de dichter Marcos Ana, die onder Franco 23 jaar gevangen zat en intussen 85 jaar oud aanwezig was bij Trudels crematie. Ook was Trudel actief in de commissie Spanje 1936-1939, die o.a. betrokken was bij de oprichting van het Spanjemonument in Amsterdam, de verschillende reizen naar Spanje met oud-Brigadisten en de jaarlijkse herdenking.

Uit het recentelijk geopende archiefdossier van de Binnenlandse Veiligheidsdienst blijkt dat de BVD het echtpaar Van Reemst tot in de slaapkamer afluisterde  - tot 1956 dus. Aan dit dossier ontlenen we de volgende informatie, voor wat die waard is.
Trudel onderhield de contacten tussen de CPN, Oost-Europese en Russische en de in ballingschap verblijvende Spaanse Communistische Partij. Ze was een stalinist in hart en nieren. Haar dossier is gevuld met visumaanvragen van Polen en Hongaren, die bij haar thuis verbleven. In 1953 kenschetst een ambtenaar van de BVD Trudel zo: “soms bepaald weekhartig. Gaat ieder conflict uit de weg, huldigt het principe van de minste weerstand. Erg behulpzaam. Onvermoeibaar bezig om veronderstelde noden te helpen lenigen.”

Zelf zag Trudel dit heel anders, in een interview met De Waarheid (1981): “Als oud-Spanjestrijder vecht je de rest van je leven.” Haar tijd in Spanje noemde ze bepalend voor de rest van haar leven. In 1986 kreeg ze, tot haar grote geluk en voldoening,  het recht op Spaans staatsburgerschap.

Bronnen: 
  • Portretten van overleven, Westerborkcahiers 1998
  • Petra Lataster-Czisch: Eigentlich rede ich nicht gerne über mich.Lebenserinnerungen von Frauen aus dem Spanischen Bürgerkrieg 1936-1939. Gustav Kiepenheuer Verlag. Leipzig und Weimar 1990
  • Interview in Trouw, 6 juli 1996
  • Radioprogramma ‘Het spoor terug’, 11 mei 1997
  • https://embed.vpro.nl/popout/?id=POMS_VPRO_491041&profile=vpro&paused=0&...
  • Diverse interviews, artikelen in dossier Trudel de Vries,  IISG, Collectie Nederlandse deelnemers aan de Spaanse Burgeroorlog
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.48-L.60
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.88
  • Interview in De Waarheid, 12 december 1981, in Trouw, 6 juli 1996
  • Interview met Kiki Amsberg, Radioprogramma ‘Het spoor terug’, 11 mei 1997
  • Interview met Yvonne Scholten, privé-bezit Yvonne Scholten
  • Nationaal Archief 2.04.125, Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en voorgangers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Persoonsdossiers,  inventarisnummer 5282
Auteur: 
Giny Klatser-Oedekerk, Margreet Schrevel
Laatst gewijzigd: 
13-01-2025
Overige gegevens
Sekse: 
vrouw
Beroep: 
Apothekeres
Functie: 
Verpleegster
Adres: 
Vondelstraat 27
Woonplaats: 
Den Haag
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
29-04-1937
Datum terugkeer: 
05-12-1938
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Vader: 
Jacques de Vries
Beroep vader: 
Chef winkelbedrijf
Moeder: 
Rosa Meyer
Partner: 
Theo van Reemst
Kinderen: 
2 kinderen