Evert Vrij kwam uit een groot gezin. Zijn vader overlijdt in 1922, er zijn dan 9 kinderen geboren, waarvan er vier jong overlijden. Zijn moeder hertrouwt 2 jaar later met een weduwnaar die uit zijn eerste huwelijk 5 kinderen meebrengt.
Volgens de politie Amsterdam stond Vrij bekend als 'een vurig communist'.
In het Volksdagblad van januari 1939 doet ene Arie verslag van zijn verblijf in Spanje en van verschillende offensieven waar hij aan deelnam. Hij meldt de dood van "Evertje" Frey - en dat moet ongetwijfeld Vrij zijn. De datum wordt er niet bij vermeld maar uit de omschrijving is op te maken dat het rond april/mei 1938 zal zijn geweest. Vrij was ongeveer een jaar eerder - op 29 mei 1937 in Spanje aangekomen in het gezelschap van Willem Breed, eveneens uit Haarlem. Over hun reis naar Spanje bestaat een tamelijk uitvoerig verslag van Jan Caspers. Caspers wordt in Parijs samen met Vrij en Breed ondergebracht in een hotelletje en daar wachten ze op de komst van een Duitser - Hans genaamd - van wie ze geld voor een treinkaartje naar Nimes krijgen en een bon om in een restaurant te eten. Dezelfde Hans wordt genoemd in verschillende verslagen van Spanjestrijders; in een van die verslagen gaat Hans er prat op dat hij wel 4000 Nederlanders en via Nederland nog eens 6000 Duitsers naar Spanje heeft gesmokkeld.
Caspers vertelt dat hij met Vrij en Breed naar Nimes vertrekt, de groep is inmiddels een man of dertig sterk, waaronder 7 Nederlanders. Van Nimes uit worden ze "met een zeer snelle taxi" weggebracht naar boerderijen in de omgeving waar ze een paar dagen blijven en op hooi slapen. Vervolgens komen er enkele grote bussen voorgereden "met plaats voor 27 man", verderop wordt nog eens gestopt om Mexicanen en Canadezen in te laden waarna de reis wordt voortgezet naar hotel Moderne in Beziers. Op 28 mei worden ze "met een luxe auto" naar het plaatsje Cette gebracht - vermoedelijk heeft Caspers het hier over Séte aan de Middellandse Zee, iets ten oosten van Beziers. Ze worden er ondergebracht in wat volgens Caspers het vergaderlokaal van de plaatselijke communisten is: " Wij konden daar net zoveel drinken als we wilden; de Partij betaalde dit". Volgens Caspers krijgen ze daar te horen dat ze naar Albacete in Spanje gaan om militaire training te krijgen. In de woorden van de dienstdoende rechercheur die het verhoor in zijn eigen woorden opschrijft: "waar wij drie weken zouden worden afgericht als soldaat". Caspers hangt het verhaal op dat hij dat zou hebben geweigerd - dat hij naar Spanje was gekomen om te werken, niet om te vechten. Vrij en Breed vertrekken wel, meldt hij. Hij ziet hoe de mannen twee voor twee worden opgehaald en dat ze lopend vertrekken. Volgens hem zijn ze die nacht per schip naar Spanje vertrokken.
8 juni 1937 staat Vrij ingeschreven bij de 11de Brigade. Daarna ontbreken gegevens.
- Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16805
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99, inventarisnummer 36
- Volksdagblad 24-01-1939
- http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010474475:mpeg21:a0068
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.1
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.4-5, 24-25
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.235-L.21