De zusjes Elly en Carmen van Eijk, dochters van Spanjestrijder Jan van Eijk en diens Spaanse bruid Encarnacion kenden hem als oom Nap. Ze woonden bij elkaar in de buurt in Amsterdam-Noord en oom Nap kwam regelmatig over de vloer. “We hebben heel lang gedacht dat het een echte oom van ons was” vertelt Elly. “Hij was violist en we zijn wel in de Stadsschouwburg geweest als hij er speelde. Mochten we in de Koninklijke Loge zitten!”.
Ze zijn stomverbaasd als ze horen dat oom Nap bij de Burgerlijke Stand staat ingeschreven als Napoleon van den Brink. Napoleon, niet echt een voor de hand liggende naam voor een Amsterdamse arbeidersjongen. En hij was een volledige broer van Harry Schoen, geen halfbroer, verzekeren ze. Dan zijn er nog twee zusjes van Nap en Harry, die samen een van de beroemdste acrobatenduo’s van Nederland vormden onder de artiesten naam de Osmani’s.
Volgens de gegevens van de Burgerlijke Stand was moeder Hendrika Brosky, geboren in Sint Oedenrode, in 1905 getrouwd met Leonardus van den Brink, beroep en woonplaats bij de geboorteaangifte van zoon Napoleon in 1913 onbekend. In hetzelfde jaar 1913 wordt in België de echtscheiding tussen beide echtelieden uitgesproken. Hendrika hertrouwt drie jaar later, in 1916, met Barend Schoen, diamantslijper. Harry Schoen is ruim een jaar daarvoor geboren en krijgt wel de achternaam Schoen mee, Nap – hoogstwaarschijnlijk van dezelfde vader - is net te vroeg geboren en houdt de naam van de eerste echtgenoot.
Volgens moeder Hendrika – in een politierapport van januari 1938 dan de weduwe Schoen - is Nap in oktober 1937 zijn jongere broer Harry gevolgd naar Spanje. Moeder Schoen wordt ondervraagd over Harry en of haar bekentenis over Nap geheel spontaan is geweest, is niet duidelijk. Ze overhandigt de politie brieven van beide zoons en verklaart dat Nap net als Harry een “volbloed communist” is.
Nap’s eerste brief uit Spanje is van 21 oktober 1937 en hij meldt dat de tocht door de Pyreneeën verschrikkelijk is geweest maar “ ik verzeker U dat ik hier zal bewijzen dat ook ik behoor tot de goede zonen van het wereldproletariaat”. In een ps meldt hij nog dat hij Harry heeft gezien en gesproken en dat hij er goed uitzag.
Uit een brief van Nap van den Brink, 8 november 1937:
Beste Kameraden,
Al weer ben ik gedwongen jullie het een en ander te schrijven. Vandaag zijn n.l. twee van mijn oude kameraden, die jullie ook wel zult kennen, Geert de Vries* en Piet Kahassar**, vertrokken naar het front met nog honderden andere kameraden . Een overweldigende indruk, de aandoening knijpt je keel toe, als je al deze helden onder het zingen van de Internationale zag wegrijden. En onze Hollandse makkers waren zeker niet de zwaksten, vooral Geert en Piet begrijpen de ernst van de zaak en zijn bereid. Je drukt elkaar de hand en weet niet wat je zeggen wil maar als ze ingestapt zijn en de auto rijdt weg klinkt het uit onze monden, nee, dan stoten wij de woorden uit, Geert, Piet en al die honderden onbekenden; Passeremos, de fascisten komen er niet door. Kameraden, moge ik als mijn tijd er is dezelfde proletarische kracht bezitten (…) Een krachtig salud voor deze antifascisten, deze vrijwilligers ter verdediging van de werelddemocratie, een salud voor onze socialistische en communistische helden.
Hij roept de kameraden op ook de strijd in Holland niet te vergeten: Ook Mussert, als agent van Hitler en Franco, is weldra door eensgezinde macht van het proletariaat verloren. Geeft Mussert de klap, niet dralen, doe het nu!
Op de achterkant van de brief is er een bericht voor moeder en zusjes, Nap is hoogst gelukkig dat hij bij de brigade van Harry is ingedeeld en: Ik wilde dat alle antifascistische moeders een standpunt innamen als jij, welk een kracht meer zou er dan van onze kameraden hier uitgaan.
Of Harry en Nap aan de verschillende fronten bij elkaar zijn gebleven is niet duidelijk. Beiden zijn niet met het grote transport van december 1938 maar met een kleiner transport van januari 1939 teruggekomen. In het verhoor dat hem in maart 1939 wordt afgenomen door de Amsterdamse politie verklaart Nap dat hij Barcelona op 17 janauri 1939 heeft verlaten "met den grooten terugtocht van het regeeringsleeger in de richting van Frankrijk. Na zeer veel moeite en ontberingen kwam ik op 6 februari 1939 in Frankrijk aan. "
Hoe de terugreis van Nap van den Brink verliep wordt duidelijker uit zijn BVD dossier dat eind 2022 werd vrijgegeven. In een rapport van 1952 wordr gerefereerd aan een verklaring die hij eerder heeft afgelegd over zijn reis naar en verblijf in Spanje. Hij vertrok 15 oktober 1937 naar Parijs maar zegt zich niet te herinneren hoe hij Spanje heeft bereikt. Hij kreeg daar een opleiding van 10 dagen en wrd opgenomen in de 45ste divisie. Omstreeks april 1938 werd hij naar het Aragon front gestuurd.
“Ik bleef in het gedeelte waar generaal MIAJA de leiding had, dus centraal Spanje. Ik werd toen overgeplaatst van het Aragonfront naar het Levantfront. Aan dit front heb ik tot october 1938 aan de strijd deelgenomen."
Tot begin december 1938 zat hij in Valencia en vandaar is hij overgebracht naar Barcelona.
"Op 17 januari verliet ik Barcelona met de grote terugtocht van het regeringsleger, in de richting van Frankrijk. Na zeer veel moeite kwam ik op 6 febrauri 1939 in Frankrijk aan . In Frankrijk werd ik ondergebracht in een kamp en van burgerkleding voorzien.Op 22 februari 1939 keerde ik in Nederland terug'.
In Frankrijk zat hij in het beruchte kamp in Argelés waar hij met hulp van de Nederlandse consul in Perpignan weer uitkwam.
Zijn BVD dossier bevat in een bericht van 30-06-1953 "fotokopieën gemaakt van documenten, welke tijdelijk door het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie ter beschikking van de Dienst gesteld" zijn. Het betreft documenten van de SD en de Sicherheitspolizei van december 1943 over illegale activiteiten in de Zaanstreek. Daaruit blijkt dat van den Brink op 23 november 1943 is gearresteerd als lid van de illegale CPN, voor verspreiding van illegale bladen en voor hulp aan voortvluchtige personen. Het verhoor is in het Duits en van den Brink laat weten dat hij in Amsterdam de MULO heeft gedaan, dat hij van 1934 tot 1937 op het conservatorium heeft gezeten en dat hij naar Spanje ging om er als musicus werk te vinden. Maar hij " bekent" wel dat hij zich aansloot bij de InternationaleBrigaden.
Bij zijn arrestatie in 1943 heeft hij een vluchtpoging ondernomen en is daarbij in zijn linkerbeen geschoten. Gegevens over wat er met hem is gebeurd na zijn arrestatie ontbreken.
Zowel Nap als zijn broer Harry krijgen in 1947 het Nederlanderschap terug.
*Geert de Vries is het pseudoniem dat de gesneuvelde Geert van der Ploeg gebruikte voor zijn publicaties in De Tribune
**Met Piet Kahassar wordt waarschijnlijk bedoeld Piet Cahuzak
- Nationaal Archief 2.09.22 Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16810
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99, inventarisnummer 205
- Noord-Hollands Archief, nummer toegang 307, inv.nrs 160,161 - Parket van de Procureur-Generaal te Amsterdam 1930-1939
- gesprekken met Carmen en Elly van Eijk, 2015-2016
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.155
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.2, 16-17
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.12
- Nationaal Archief 2.04.125, Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en voorgangers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Persoonsdossiers, inventarisnummer 8181