Op 13 september 1933, toen Co van Dam net negentien jaar oud was trouwde hij met de zeventienjarige Aafje van der Valk. Drie jaar later hadden ze drie kinderen. Co was taxichauffeur en kort na het huwelijk werkloos geworden. Het jonge gezin verhuisde iedere drie à vier maanden naar een andere woning. In de dertigerjaren crisistijd in Amsterdam kwam dit veel voor. Er was, kwantitatief, geen woningnood dus huisbazen gaven de woningen vaak de eerste weken vrij van huur en soms gratis een nieuw behangetje. De bezittingen van een werkloze familie pasten op een handkar dus veel rompslomp gaf zo’n verhuizing niet.
Januari 1937 vertrok Co plotseling naar Spanje, zijn vriend en naamgenoot Co Roelofs achterna die een paar weken eerder was vertrokken. Zijn vader, gepensioneerd onderofficier van de Koninklijke Nederlands-Indische Marechaussee, verklaarde later bij de politie dat Co uit balorigheid was weggegaan. Zijn vrouw zei in een verklaring bij de politie dat de werkloosheid van Co veel onenigheid gaf, haar man had een moeilijk en wispelturig karakter. Ze zei dat als hij terugkwam ze onmiddellijk van hem wilde scheiden vanwege kwaadwillige verlating. Omdat ze met hem getrouwd was, zou ze eveneens haar Nederlanderschap verliezen ten gevolge van de vreemde krijgsdienst van Co. En dan had ze geen recht meer op bijstand voor zichzelf en haar kinderen.
Co is aanvankelijk hospik bij het eerste bataljon “Edgar André” van de XIde Internationale Brigade. Al vrij snel deserteert hij en wordt hiervoor gestraft. Na zijn straf komt hij terug bij zijn legereenheid. Co neemt hierna deel aan alle belangrijke gevechten van de XIde Brigade in 1937: Guadalajara, Brunete en Belchite. In september van dat jaar is hij samen met Johannes Arler ingedeeld als chauffeur bij de geneeskundige dienst van de brigade. Een maand later zijn ze alle twee chauffeur bij het eerste bataljon “Edgar André” van deze XIde Brigade. Hij wordt nu beschouwd als een moedig soldaat en actief communist. In 1938 wordt hij net als veel betrouwbare kameraden toegelaten tot de Spaanse communistische partij (PCE). Na de winterslag om Teruel en vervolgens de hevige gevechten rond de Alfambra-vallei is de moraal en de gevechtskracht van het republikeinse leger tot het nulpunt gezakt.
Begin maart beginnen de Franco-troepen en de Italiaanse fascisten het Aragon-offensief en bereiken binnen een paar weken de Middellandse Zee. De Spaanse republiek is in tweeën gedeeld en het gros van de interbrigadisten komt in Catalonië terecht.
Op 22 maart 1938 staan Co Roelofs en Co van Dam voor de deur van het Nederlandse consulaat in Barcelona: ze willen naar huis. De consul geeft hun geen reispapieren, maar wel 100 pesetas om burgerkleren te kopen en met een Franse vrachtwagen mee te rijden naar de grens.
Toch is dit laatste niet gebeurd.
Op 24 juli starten de Republikeinse troepen het Ebro-offensief en Co van Dam is weer bij de XIde Brigade. Begin augustus 1938 tekent hij met “J. J. van Dam” – soldaat bij het 41ste bataljon, het eerste bataljon “Edgar André” van de XIde Brigade - voor de ontvangst van 310 pesetas, zijn soldij voor de maand juli. Maar enige dagen later, op 18 augustus sneuvelt hij, waarschijnlijk bij de gevechten om het stadje Gandesa te veroveren.
Co Roelofs was gewond geraakt maar overleefde de Spaanse Burgeroorlog. In 1939 trouwde hij - terug in Amsterdam - met de vier jaar jongere zuster van zijn oude vriend Co van Dam.
- Stadsarchief Amsterdam
- Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16810
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99, inventarisnummer 189
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.16
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F. 545-Op.6-D.405
- Archief Internationale Brigades, Moskou, RGASPI F.545-Op.3-D.74- Ll.101,113
- Archief Internationale Brigades, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.109- L.14
- Archief Internationale Brigades, Moskou, RGASPI F.545-Op.3-D.76-L.65
- Archief Internationale Brigades, Moskou, RGASPI F.545-Op.3-D.75-Ll.103,165,173,180