Philipp Huizenga kwam in 1913 vanuit Den Haag aan in Amsterdam en ging wonen in het ‘Tehuis voor Arbeiders’ in de Marnixstraat. Hij was timmerman en trouwde in 1923 met de onderwijzeres Catharina de Jong. In 1925, een jaar na het overlijden van Lenin werd hun zoon geboren. Ze noemden hem Wladimir.
Philipp Huizenga was zeer actief in de revolutionaire arbeidersbeweging:
Van 1919 tot 1926 was hij lid van het syndicalistische NAS (Nationaal Arbeids-Secretariaat). In 1922 werd hij veroordeeld voor opruiing.
Ook was Philipp bestuurslid van de Internationale Arbeidershulp (IAH) dat solidariteitsacties organiseerde en geld inzamelde voor buitenlandse arbeidersstrijd (de staking van koelies in Shanghai, de Engelse mijnwerkersstaking van 1926). Verder werd er steun gegeven bij de hongersnood in de Sovjet-Unie van 1921 en hulp aan het Duitse proletariaat in de inflatiewinter van 1923/1924. Van 1926 tot 1930 was Philipp Huizenga lid van de sociaaldemocratisch georiënteerde ANBB (Algemene Nederlandsche Bouwbedrijfsbond, onderdeel van het NVV). In 1925 was hij lid geworden van de CPH (in 1935 CPN). In de jaren dertig was hij weer lid van het NAS en sinds 1935 hiervan bestuurslid. Ook was Philipp lid van de Rode Vakbewegingsoppositie (RVO) die ageerde tegen het door de sociaaldemocraten gedomineerde NVV. Na de machtsovername van de nationaalsocialisten in Duitsland was hij tevens actief binnen de Internationale Rode Hulp die in Nederland vluchtelingen uit Nazi-Duitsland bijstond.
Privé ging het minder goed: in 1934 scheidde hij van zijn vrouw.
In maart 1937 vertrok hij naar Spanje.
Op 2 april wordt Philipp Huizenga opgenomen in de Internationale Brigades. Hij geeft als correspondentieadres in Nederland het adres op van zijn familie in Groningen. Waarschijnlijk vanwege zijn leeftijd - hij wordt dat jaar vierenveertig - krijgt hij een technische functie achter het front en wordt door een commissie als “gut” beoordeeld. Op 1 februari 1938 staat hij - wel als soldaat - ingedeeld in een groep niet behorende tot de militaire organisatie.
In de zomer van 1938 worden alle buitenlandse vrijwilligers die maar een geweer vast kunnen houden ingezet in het laatste grote offensief van het republikeinse volksleger aan de Ebro. In eerste instantie boeken de republikeinen grote terreinwinst maar na drie maanden is alles weer verloren. Of Philipp aan deze veldslag heeft deelgenomen is niet bekend. Wel staat hij omstreeks die tijd ingedeeld bij het ‘Parque Auto’ (autodienst).
Op 21 september 1938 kondigt de Spaanse premier Juan Negrin bij de Volkenbond in Geneve - als gebaar van goede wil richting de Non-Interventie Commissie - de opheffing aan van de Internationale Brigades.
Op 29 augustus 1938 komt Philipp Huizenga aan in het Noord-Catalaanse stadje Olot, 25 kilometer van de Franse grens. Hier is een herstellingsoord voor interbrigadisten die later gerepatrieerd zouden worden.
In een in het Frans gestelde beoordeling wordt opgemerkt dat Philipp een goede en gedisciplineerde kameraad is maar niet erg politiek actief en zonder politieke scholing. Zijn politieke activiteiten in Nederland in aanmerking genomen doen die laatste twee constateringen toch wel wonderlijk aan, maar misschien te verklaren door de andere vermelding: “Rouspéteur. Moral mediocre” (Kankerpit. Middelmatige moraal). Waarschijnlijk is het Philipp zwaar te moede dat na anderhalf jaar de linkse zaak in Spanje als verloren is te beschouwen.
Twee maanden later is Philipp weer terug in Amsterdam. Omdat hij zonder hulp van de Nederlandse autoriteiten terugkomt is zijn verblijf in Spanje onopgemerkt gebleven en raakt hij hierdoor zijn Nederlandse nationaliteit niet kwijt. Dit ondanks de aantekening op zijn gezinskaart bij het Amsterdamse bevolkingsregister: Sinds 37 verm. Spanje 38.
Philipp Huizenga werd weer timmerman. Hij woonde - achter de Overtoom aan het J. J. Cremerplein - sinds 1942 samen met Henriette Elisabeth Jansen. Philipp las “De Waarheid” maar was niet meer zo actief met politiek bezig als in de jaren twintig en dertig. Hij was wel lid van de aan de onder invloed van de CPN staande EVC (Eenheids Vakcentrale) en de Vereniging Nederland-USSR. In 1960 maakte hij een 12-daagse reis naar de Sovjet-Unie.
In 1982 woonde hij in het zelfde verpleeg- en verzorgingstehuis ‘De Drie Hoven’ in Amsterdam-Slotervaart als zijn partner maar op verschillende afdelingen. Philipp Huizenga overleed daar in datzelfde jaar, 89 jaar oud.
- BVD 59/76 – Door de CID opgestelde lijst van links-extremistische personen, 1939 – (vervolg Amsterdam) -43-
https://resources.huygens.knaw.nl/pdf/cid/2200-2299/2232.pdf - Stadsarchief Amsterdam – Indexen
- Archief Internationale Brigaden, Moskou,
- RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.3, 20-21, 40
- RGASPI F.545-Op.2-D.110-L.27
- RGASPI F.545-Op.2-D.290-L.174
- RGASPI F.545-Op.2-D.117-L.9
- Stadsarchief Amsterdam – IndexenBVD 59/76 – Door de CID opgestelde lijst van links-extremistische personen, 1939 – (vervolg Amsterdam) -43-
- https://resources.huygens.knaw.nl/pdf/cid/2200-2299/2232.pdf
- Nationaal Archief, Den Haag – Archief Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) – Persoonsdossiers toegangsnr. 2.04.125 – Inventarisnr. 18647
- Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), Amsterdam – Dossier Solidariteit – Internationale Arbeidershulp (IAH)
- Leo Michielsen, Geschiedenis van de Europese Arbeidersbeweging – deel 3B, hoofdstuk 8 (RVO)