Pieter Boet had één oudere zuster en een jonger broertje en zusje. Hij groeide op in de Dapper-, Czaar Peter- en Nieuwmarktbuurt en op Oostenburg. Moeder en de kinderen woonden afwisselend bij haar moeder en dan weer bij haar man. Toen Pieter 11 jaar oud was overleed zijn moeder en werden de kinderen in jeugdinstellingen geplaatst. Pieter kwam terecht bij de Stichting Hoenderloo in Apeldoorn en kreeg een opleiding tot boekdrukker. Op zijn zestiende trok hij weer in bij zijn vader en diens nieuwe vrouw. Er werd toen nog een zusje geboren maar na anderhalf jaar verhuisde Pieter naar Amstelveen.
Pieter Boet werd goedgekeurd voor militaire dienst, zat drie weken bij het 5de Regiment Infanterie maar mocht toen naar huis: “11 Maart 1933 met bewijs van ontslag wegens gebreken”
Op 26 december 1937 kwam hij met een grote groep internationale vrijwilligers na een tocht door de Pyreneeën in het grensplaatsje Massanet in Spanje aan.
Twee dagen later bereikte Pieter Boet samen met de Nederlanders Johan Verberne en Adriaan Thomas Albacete waar ze werden opgenomen in de Internationale Brigades. Vanaf eind januari kregen Pieter Boet en Johan Verberne op aanbeveling van politiek-commissaris Jansma een opleiding voor de verbindingstroepen (‘Escuela de Transmisiones’) in Madrigueras. Ze maakten deel uit van een ploeg van vier Duitsers, vier Oostenrijkers, één Zwitser, één Deen en twee Zweden.
Tijdens het Nationalistische Aragonoffensief van maart/april 1938 raakten zowel Pieter Boet als Johan Verberne vermist. Waarschijnlijk zijn ze alle twee gesneuveld. Ze werden slechts 25 en 22 jaar oud.
- Stadsarchief Amsterdam
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.238
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.32
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.102-L.136