BOS, Jan van den

Jan
van den
Bos
Geboren:
Middelharnis
29 augustus 1910
Overleden:
Amsterdam
24 januari 1977
Levensbeschrijving: 

Is Jan van den Bos gedwongen geweest naar het front te gaan of is het een verhaal dat hij bij de Nederlandse consuls ophing in de hoop dat ze hem geloofden, hem zouden helpen naar Nederland terug te gaan en het hem zou lukken zijn Nederlandse nationaliteit te behouden? Die hulp heeft hij in ieder geval wel gekregen: in september/oktober 1937 - na een paar maanden verblijf in Spanje - keert hij via Valencia, Barcelona, Marseille en Parijs terug naar Nederland - met hulp van de desbetreffende consulaten. De consul in Parijs schrijft op 13 oktober 1937 aan Buitenlandse Zaken:

"Van den Bos was in het bezit van een tijdelijk paspoort, slechts geldig voor één reis naar Nederland, afgegeven door den Consul te Barcelona op 20 october 1937 (...) Deze man verklaarde mij dat hij sinds lange tijd werkloos was en te Amsterdam steun genoot. Vier jaar geleden toen hij te Amersfoort woonde, was hij lid van de Communistische Partij Holland. Hij deelde mij mede dat hij begin juli van dit jaar op eigen initiatief en kosten uit Amsterdam was vertrokken teneinde op de Internationaale Tentoonstelling alhier werk te zoeken. Hij heeft zich te voet en met auto's meederijdende naar Parijs begeven, waar hij volgens zijn verklaring op het tentoonstelling's terrein een man ontmoette die hem zeide dat hij wel werk voor hem had in Zuid-Frankrijk. Deze man heeft hem gedurende zes dagen gehuisvest en gevoed.

Van den Bos beweerde den naam en het adres van dezen man niet te kennen. Op den avond van den zesden dag is hij tesamen met een Tsjech en den onbekenden man per auto naar een dorpje vertrokken. (...) Daar voegde zich bij hen een groep van ongeveer dertig man bij wie zij zich aansloten en verder per vrachtauto naar het zuiden van Frankrijk vertrokken.

In de buurt van de Fransch-Spaansche grens zijn zij, zooals gebruikelijk, des 's nachts te voet verder gegaan en kwamen toen bij Figuera, van waar zij via Barcelona en Valencia naar Albacete werden gedirigeerd."

Erg goed liegen kon Van den Bos kennelijk niet want wat hij vertelt is het klassieke verhaal van de Spanjegangers die in die periode - zomer 1937 - groepsgewijs vanuit Parijs naar Spanje worden geleid en clandestien de Pyreneeën oversteken. Aankomst en registratie in Figueras en vandaar doorgestuurd naar het hoofdkwartier van de Internationale Brigade in Albacete.

De consul vervolgt:

"Van den Bos heeft toen volgens zijn verklaring gedurende enige maanden in een munitiefabriek gewerkt en verdiende eerst 60 pesetas per tien dagen, later 100.

Begin september werd hem aangezegd dat hij naar het front moest vertrekken; hij weigerde dit, doch men dreigde hem en zeide dat hij te kiezen had tusschen het front en den kogel. Van den Bos is toen met eenige andere jongelieden van verschillende nationaliteiten onder bewaking naar het front te Quinto (Aragon) gebracht. Zij werden daar, volgens zijn zeggen, gedwongen om in de eerste linies te vechten. (...) Hij ontmoette daar een zekeren Jan Pieter Leijnse (..) met wie hij zich tesamen ziek meldde en in het hospitaal werd opgenomen. Daar hebben beide jongelieden kans gezien om te ontvluchten (...) en zijn na vele avonturen te Valencia aangekomen waar zij zich aanmeldden bij den Consul." 

Tot zover het verhaal zoals verteld op het consulaat in Parijs. Het was een geluk voor Jan dat de communicatie in die tijd nog niet erg snel was: de politie in Amsterdam wist omstreeks dezelfde tijd te melden dat Jan van den Bos naar Spanje was vertrokken in gezelschap van Wim Bandsma en vermoedde ook nog dat de reis waarschijnlijk betaald was door Bandsma. En Theo van Laar verklaart in het verhoor dat hem na terugkeer uit Spanje door dezelfde politie wordt afgenomen  dat hij 7 juli 1937 Wim Bandsma in Parijs had ontmoet "die kende ik nog van de Communistische Jeugdbond". Het Komintern Archief bevestigt dat Bandsma en van den Bos samen de grens overstaken. 

Hoe dan ook: de consul te Parijs besluit in oktober 1937 dat het verhaal van van den Bos best wel eens waar zou kunnen zijn. "Daar deze man door de consulaten te Valencia, Barcelona en Marseille was voortgeholpen en ik den indruk kreeg dat van den Bos in Spanje gedwongen werd de wapens te dragen en zijn Nederlanderschap wellicht niet verloren heeft, heb ik mij veroorloofd hem te repatriëren naar Amsterdam. Hij ontving een spoorbiljet Parijs-Roosendaal en een vervoerbewijs A naar Amsterdam, terwijl hem frs. 15 ter hand werd gesteld voor het allernoodzakelijkste levensonderhoud. Het tijdelijk paspoort hem door de consul te Barcelona verstrekt heb ik hem laten behouden."

Het heeft niet mogen baten, van den Bos raakte wel degelijk zijn nationaliteit kwijt en kreeg die pas in 1955 terug.

Zijn zoon Adrie weet weinig of niets van het Spaanse verhaal van zijn vader maar hij kan wel enige aanvulling geven over zijn vaders jeugdjaren. Jan's vader was overleden toen hij 7 was, zijn moeder overlijdt als hij 16 is. De acht kinderen uit het gezin komen in een weeshuis in Middelharnis terecht. Met Jan gaat het daar niet goed, er komen conflicten, hij heeft moeite met het christelijke geloof en met het strenge gezag. Vanaf zijn zeventiende vindt hij werk bij verschillende tuinderijen en bloemisten en gaat zelfstandig wonen. In 1936 krijgt hij een getuigschrift van de firma Hendriks op de Heiligenweg 8 te Amersfoort: hij is er twee jaar tot volle tevredenheid als tuinman werkzaam geweest en heeft vrijwillig ontslag genomen omdat hij bij de afdeling Beplanting van de Gemeentelijke Openbare Dienst gaat werken. Wat hem vervolgens in Amsterdam en daarna in Spanje bracht is niet duidelijk. Zoon Adrie:  "Wat zijn beweeg redenen zijn geweest weet ik niet, hij was wel links georiënteerd. Als krant hadden wij De Waarheid en hij kocht veel boeken bij Pegasus, waarvan ik er nog steeds een aantal bezit. Omstreeks 1939 - 1940 heeft mijn vader mijn moeder leren kennen. Hij werkte toen in een fietsenstalling bij of in de Jordaan, waarna ze in 1940 zijn getrouwd in Amsterdam. Tijdens de oorlog is hij te werk gesteld in Duitsland en van daar gevlucht."

Na de oorlog was Jan van den Bos werkzaam als portier. Uit een verslag van de Binnenlandse Veiligheidsdienst: "Aan het schrijven van de hoofdcommissaris van politie te Amsterdam dd 7 augsutus 1953 kan nog slechts worden toegevoegd dat hij in 1946 door middel van een raamaffiche verkiezingspropaganda maakte voor de CPN. Na de bevrijding van Nederland heeft hij overigens weinig interesse voor politiek getoond."

Kennelijk was dat voldoende reden hem in 1955 dan toch maar de Nederlandse nationaliteit terug te geven.

Bronnen: 
  • interview met en mails Adrie van den Bos, 2014-2015
  • Nationaal Archief, 2.05.03, Ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers 1815-1940, A-197-bis Spanje, Hulp en Bijstand i.v.m. onlusten in Spanje, inv. nrs 1670, 1671
  • Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99, inventarisnummer 20
  • Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Afdeling Politie, Bureaus Kabinet en Juridische Zaken, nummer toegang 2.09.107, inventarisnummer 478
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.303
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.48
Auteur: 
Yvonne Scholten
Laatst gewijzigd: 
31-03-2016
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Bloemist
Adres: 
Albert Cuypstraat 191
Woonplaats: 
Amsterdam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
11-07-1937
Datum terugkeer: 
00-10-1937
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Nederlanderschap teruggegeven: 
11-02-1955
Vader: 
Aart van den Bos
Moeder: 
Jannetje van Dongen
Partner: 
Gesina Hendrika Niggemann
Kinderen: 
2 kinderen