BREUR, Krijn

Krijn
Breur
Geboren:
Dordrecht
25 mei 1917
Overleden:
Leusderheide
5 februari 1943
Levensbeschrijving: 

Krijn Martinus Breur werd geboren op 25 mei 1917 in Dordrecht en was de zoon van Rens Breur en Maagje van der Blom. Op 1 juni 1919 verhuisde het socialistische gezin naar Amsterdam-Noord, waar Krijn opgroeide met zussen Tinie en Hanneke in de Vogelbuurt. Tijdens zijn jeugd was Krijn een pro-actieve jongeman. Op latere leeftijd was hij actief bij de socialistische Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) en was hij hordeleider van de Rode Valken, een afdeling binnen de AJC.[1] Ook schreef hij verschillende artikelen in het blad De Wiekslag van deze club, waar zijn antifascistische houding voor het eerst zichtbaar werd.[2]
Krijn studeerde aan de HBS voor een periode van vijf jaar. Na zijn militaire dienst in 1936 was hij drie maanden werkzaam in het kamp van de Sociale Jeugd Nationale te Brighton, Engeland.[3] De ontwikkelingen in Spanje hielden Krijn zodanig in zijn greep dat hij op 19 juli 1937 besloot om naar Spanje te vertrekken.[4] Eind juli/begin augustus 1937 werd de, in hoofdzaak, Nederlandse compagnie opgericht. De Nederlandse eenheid was onderdeel van het bataljon Edgar André in de 11e brigade Thällman. In maart 1938 werd de compagnie officieel tot “De Zeven Provinciën” gedoopt. [5] Krijn werd onderdeel van de zogenoemde “Internationale Brigade”. Hij werd al gauw benoemd tot politiek commissaris en moest er binnen zijn bataljon voor zorgen dat de mannen gemotiveerd bleven om te blijven vechten. Ook verzorgde hij de beschikbare informatie aan de jongens, zodat zij wisten waarvoor zij vochten. 
Bij de gevechten rond de Spaanse plaats Quínto raakte Krijn voor het eerst zwaar gewond en kwam in het ziekenhuis terecht. Na enige tijd was hij hersteld van zijn verwondingen en nam hij opnieuw deel aan de strijd. In de slag bij de rivier de Ebro raakte Krijn opnieuw zwaar gewond en dit keer overleefde hij het maar ternauwernood.[6] Krijn was geraakt in zijn ruggengraat waardoor hij verlamd raakte. Na een periode van herstel in Spanje kwam hij via Toulouse in een hospitaal in Parijs terecht waar hij langzaam verder herstelde van zijn verwondingen. Krijn diende in het Spaanse leger van juni 1937 tot februari 1939, hij arriveerde 18 maart 1939 in Nederland.[7]
Ook in Nederland kwam het nationaalsocialisme op. Toen op 1 september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het Nederlandse leger al gemobiliseerd op 29 augustus datzelfde jaar. Ook Krijn werd als jongeman opgeroepen en gaf onmiddellijk gehoor. Echter werd hij door zijn eerdere opgelopen verwondingen afgekeurd. Ook werd hem, door zijn strijd bij een buitenlandse strijdmacht, later zijn Nederlanderschap afgenomen (op 13 juli 1940). Dit bemoeilijkte de situatie voor hem drastisch, immers wie geen Nederlander was kon ook niet of nauwelijks werken en door de Beurskrach van 1929 was de werkloosheid in Nederland erg hoog.
In deze periode leerde hij Aat Hibma kennen. Adriana Klazina Hibma was geboren op 28 december 1913. Aat was leerlinge aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten, waar zij onder andere lessen kreeg van Paul Citroen.[8] Na haar opleiding was zij tekenlerares in Den Haag en was ze actief bij verschillende bonden, zoals de Nederlandse Trekkersbond, Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie en de Religieuze Jeugd Gemeenschap.[9] Aat had via vrienden een zolderkamertje bij een commune in Den Haag dat zij als atelier kon gebruiken op voorwaarde dat de commune het kon blijven gebruiken als logeerkamer. Zij had het ingericht en een bed neergezet voor de keer dat zij er zelf zou willen blijven slapen. Op een ochtend kwam ze op de zolder en lag daar een vreemde jongeman in het bed. Deze man bleek Krijn te zijn. Hij was bij de commune via dezelfde kennissen als Aat om te spreken over zijn ervaringen in Spanje.[10]
Op 1 september 1940 trouwden Krijn en Aat, omdat Krijn statenloos was verklaard door zijn strijd in Spanje leek ook zij haar Nederlanderschap te verliezen. Door protest wisten ze dit te voorkomen.[11] Samen probeerden ze zo goed als het ging de kost te verdienen. Aat werkte bij de Handelsdagschool en bij haar eigen HBS in Den Haag. Later was ze werkzaam als illustratrice bij de uitgeverij De Spin in Amsterdam voor het blad Moeder en Kind. Aat beviel in december 1940 van haar eerste kind Wim. In 1942 beviel zij van haar tweede kind, Dunya.   
De financiele situatie voor het gezin was moeilijk. Op 12 juni 1940 vroegen Krijn en Aat werklozensteun aan. Het steundossier bij de gemeente van Amsterdam laat zien dat Krijn kantoorbediende op gaf en Aat dienstbode. Ook had Krijn bij “ziekte” ingevuld dat Aat zwanger was.[12] Krijn’s werk bij de bibliotheek en zijn redactiewerk voor de NVV kwamen uit op een jaarinkomen van 1500 gulden. Door bemiddeling van de NVV kwam een baan vrij bij Nederlandse Bond van Arbeiders in het Landbouw, Tuinbouw en Zuivelbedrijf waar Krijn kantoorbediende werd op 29 april 1939 voor 110 gulden per maand. Hij werd echter in oktober 1940 ontslagen doordat een gedemobiliseerde bediende terugkwam en zijn oude functie terugkreeg. Krijn kwam daarna terecht bij de afdeling Statistiek op het stadshuis te Amsterdam in het kader van werkverschaffing werkloze intellectuelen.[13]
Naast de werkzaamheden om het gezin te kunnen onderhouden hielden Aat en Krijn zich bezig met sabotage en verzetswerk. Volgens Aat was het voor het linkse milieu erg logisch om in het verzet te gaan: “dat deed je gewoon” zegt zij zelf in een interview na de oorlog.[14] Zij en Krijn waren dan ook vanaf het begin van de oorlog zeer actief binnen het verzet. Krijn hield zich vooral bezig met spionage en aanslagen, Aat met het vervalsen van persoonsbewijzen en het maken van bommen.[15] Ook namen zij de vrouw van Sally Dormits en haar zoon Maurits in huis. Krijn en Sally kenden elkaar vanuit de Spaanse Burgeroorlog.[16]
In het kader van de arrestaties van Sally Dormits en verschillende leden van de Nederlandse Volksmilitie kwam de politie ook de naam Krijn Breur tegen in het onderzoek. Ze hadden in eerste instantie geen duidelijke aanwijzigingen om Aat en Krijn te arresteren. Het echtpaar werd echter verraden door een vrouw die dacht dat zij door Krijn op te geven haar dochter terug kon krijgen. Op 19 november 1942 werd hij gearresteerd op de Loosduinseweg in Den Haag.[17] Na de arrestatie van Krijn vond ook bij zijn huis in Amsterdam door de SD een huiszoeking plaats waarbij belastend materiaal gevonden werd. Aat werd met Dunya meegenomen. De volgende dag werd Wim naar de ouders van Krijn gebracht. Krijn werd vijf dagen verhoord door de politie en Aat was hierbij aanwezig.[18] Tijdens dit verhoor waren de tanden uit zijn mond geslagen, ook was hij door de klappen op zijn hoofd doof aan één oor geworden. Na het eerste verhoor werd Krijn naar de gevangenis van de Duitse Wehrmacht in Utrecht gebracht, toen werd hij overgeplaatst naar Amersfoort en Vught, om in december 1942 weer naar Utrecht gebracht te worden.[19]
Ten tijde van het proces werd het pas echt duidelijk hoeveel de Duitsers over hem wisten.[20] Op de zitting was het hem verboden zichzelf te verdedigen, de akte van beschuldiging was hem ook niet getoond.[21] Er werd de doodstraf geëist op grond van zijn activiteiten als Rode Valkenleider, als oud-Spanjestrijder en voor het plegen van communistische verzetsactiviteiten in de Nederlandse Volksmilitie.[22] Krijn ontving hiervoor de doodstraf en werd op 5 februari 1943 gefusilleerd. Aat werd ‘abgetrennt’, dit hield voor haar in dat zij doorgestuurd werd via verschillende gevangenissen en kampen naar Ravensbrück.[23]
Hoe vanzelfsprekend het voor Aat en Krijn ook was om het verzet in te gaan, ook zij hadden niet gerekend op deze uitkomst.[24] Beiden hadden hoop dat hun verzetswerk voortgezet kon worden, ook al accepteerden zij de eventuele gevangennisstraf. Als zij geweten hadden dat Krijn de doodstraf zou krijgen en Aat naar Ravensbrück zou worden gestuurd hadden zij wellicht anders gehandeld.[25]
Op 25-jarige leeftijd werd Krijn gefusilleerd, Aat kwam in 1945 ziek terug na jaren gevangen te hebben gezeten. Zij kon hierdoor jarenlang niet voor haar eigen kinderen zorgen. Krijn en Aat vochten voor hun familie, alle families, tegen het fascisme, voor een betere toekomst voor ons allen. Ten koste van zichzelf en hun eigen familie.


[1] Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie: HSSPF-158J/K
[2] De Wiekslag april 1935 
[3] Prive archief Dunya Breur
[4] “Opgave voor de Eerelijst der namen van Hen; die voor het vaderland zijn gevallen” Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie Laurens Breur
[5] Kees Schaepman, Noord in de oorlog, 106
[6] Kees Schaepman, Noord in de oorlog, 106-107
[7] Het Volk 21 maart 1939
[8] Dunya Breur, Een verborgen herinnering: tekeningen van Aat Breur – Hibma uit het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück en de gevangenis in Utrecht 1942 – 1945 (Nijmegen 1995) 1-15
[9] Opnames van Yvonne Scholten 1985 met Aat Breur-Hibma
[10] Opnames van Yvonne Scholten 1996 met Aat Breur-Hibma
[11] Opnames van Yvonne Scholten 1996 met Aat Breur-Hibma
[12] Notities steundossier: “Ongeorganiseerde-Werkloozen” Dossier 193096 (51048)
[13] Notities steundossier: “Ongeorganiseerde-Werkloozen” Dossier 193096 (51048); Kees Schaepman, Noord in de oorlog, 109; In de gegevens van bureau voor de Statistiek van de gemeente Amsterdam komt zijn naam niet voor. Dit bewijst niet dat Krijn niet werkzaam was voor de gemeente. Waarschijnlijk omdat het ging om een tijdelijk functie en omdat Krijn statenloos was, zullen hierover niet veel vermeldingen zijn gemaakt.
[14] Opname Yvonne Scholten 1985 met Aat Breur
[15] Ibidem
[16] Bert van Gelder, Brand van Wehrmacht, 122
[17] Kees Schaepman, Noord in de oorlog, 26
[18] Opname Yvonne Scholten 1996 met Aat Breur; zie ook Nationaal Archief CABR inventarisnummer: CABR 110497 (Procureur Fiscaal Den Haag) dossiernummer 16389/47: D. Meijerink
[19] Dunya Breur, Gesprek met mijn vader: een twintigste-eeuws verhaal voor drie stemmen (Nijmegen 2000) 39
[20] Vertaling van het “Feldurteil” Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie: HSSPF-158J/K
[21] Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie Laurens Breur: “Opgave voor de Eerelijst der namen van Hen; die voor het vaderland zijn gevallen”
[22] De Breurs waren goede vrienden van Janrik van Gilse, de topman in het Militair Contact (MC); die tot eind 1941 de MC in Rotterdam oprichtte. Vanaf 1942 was dat ‘Freek’ Gerben Wagenaar. Dit is een duidelijke aanwijzing dat Dormits ook contacten had met het MC
[23] Opname Yvonne Scholten 1996 met Aat Breur
[24] Brief aan Krijn Breur naar Aat Breur-Hibma– privé collectie: Afscheidsbrief 4 februari 1943
[25] Brief aan Krijn Breur naar Aat Breur-Hibma– privé collectie. Niet gedateerd

 

Bronnen: 
  • Samenvatting uit: S.M. Aarsen BSc MA, Amsterdam, herziene versie 2013, Strijdend ten Onder; De Nederlandse Volksmilitie en de rol van Aat & Krijn Breur, pagina 46-72
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.61
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.32
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.10
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.25-L.69
  • Zaans Volksblad, 21 maart 1939: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010944740:mpeg21:a0139
Auteur: 
Sanne Aarsen
Laatst gewijzigd: 
27-11-2015
Overige gegevens
Sekse: 
man
Overtuiging: 
Sociaaldemocraat
Adres: 
Adelaarsweg 111
Woonplaats: 
Amsterdam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
24-07-1937
Datum terugkeer: 
18-03-1939
Gewond: 
ja
Moeder: 
M. v.d. Blom
Datum getrouwd: 
01-09-1940
Partner: 
Adriana Klazina Hibma
Kinderen: 
2 kinderen