Piet van Etten was het negende kind in het gezin van Abraham van Etten en Catrina Schouten - na hem wordt nog 1 kind geboren dat als zuigeling overlijdt. Volgens de Centrale Inlichtingendienst waren minstens 2 broers van Etten 'actieve communisten' en stonden als zodanig op een lijst van 'subversieven' die in 1939 werd opgesteld door de CID. Broer Frederik Franciscus, 12 jaar ouder dan Piet, was secretaris van de afdeling Delft van de Internationale Rode Hulp. Van Piet wordt gemeld dat hij in 1932 aangesloten was bij de Communistische Jeugdbond en dat hij was gearresteerd wegens 'gewelddadig optreden tegen de politie tijdens demonstratie.'
Piet van Etten was in juni 1937 in Spanje aangekomen. Hij was opgenomen in de 11de brigade, later in de 15de. In 1952 wordt Spanjestrijder De Moor gehoord door de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Hij verklaart dat van Etten als censor bij de persdienst werkte voor de correspondentie met Nederland. Omdat op veel documenten uit het archief van de Internationale Brigaden de data ontbreken, is het vaak moeilijk na te gaan wie welke functie op welk moment vervulde. Eind november 1937 wordt de naam van Piet van Etten genoemd in een niet ondertekend, in het Nederlands gesteld briefje aan Dr. Theodoor van Reemst, Chef-Arts Hospitaal Villanueva de la Jara:
"Binnenkort komt Piet van Etten, die we op de post van Timmermans wouden voorstellen. Hij kent het hospitaalleven doordat hij meer als drie maanden in Murcia was."
Verdere gegevens over zijn verblijf in Spanje komen uit een briefje dat Rien Schoor over hem schrijft na zijn overlijden. Het briefje is waarschijnlijk geschreven in oktober/november 1938 toen het besluit al gevallen was dat de Internationale Brigaden werden teruggetrokken maar het transport terug naar Nederland nog geregeld moest worden. Op soortgelijke briefjes uit het archief van de Internationale Brigaden wordt gemeld dat ze bestemd waren voor het "heldenboek' van de gesneuvelden van de 11de Brigade. Het boek is voor zover bekend nooit tot stand gekomen. Rien Schoor schrijft:
"Wij rusten uit van onze vermoeienissen van het Brunete front in Villa Alba. Toen hij bij ons kwam en door zijn gesprekken en kameraadschappelijke houding werd hij bij ons benoemd als politiek gedelegeerde van de Hollanders. Als politiek gedelegeerde wisten wij dat hij de juiste man daarvoor was. Niks was hem te veel of te zwaar, altijd was hij aan het werk voor de jongens. Toen kwam de afmarsch naar het Aragon Front wat zijn eerste front was. Na eerst nog wat gerust te hebben in een paar dorpen onder andere Hijgar vertrokken wij lopende naar het front. 30 km hadden wij te voet afgelegd waarin ook Piet weer meenig opbeurend woordje tot de jongens moest richten. Want de Marsch was zeer zwaar. Nachts marcheerden wij door naar onze uitgangstelling waar wij wachtten tot 's morgens. Om 10 uur kwam bevel aangrijpen. Alle jongens met Piet van Etten in midden gingen over tot de aanval die zeer zwaar was daar de fascisten hun goed verschanst hadden zoals later blijk een ware vesting vele werden gewond waaronder ook Piet met explosief doorboorde zijn hand. Direct daarop werd hij naar het hospitaal gebracht. Waar hij ook niet stil zat met zijn arbeid. ( gaat verder in ander handschrift). Zijn hand is nooit meer in orde gekomen maar dat weerhield hem niet om zich toch maar weer vrijwillig voor het vront te melden. Naderhand vernamen wij dat onze Piet bij Batea is achter gebleven. Na zich daar weer bijzonder zoals wij van Piet wisten te hebben gedragen. Aan hem verloren wij een goeie kameraad. Salud Piet van Etten."
Op 2 januari 1939 laat het Spaanse Republikeinse Ministerie van Defensie vanuit Barcelona weten dat Piet van Etten in juni of juli 1938 bij Teruel om het leven is gekomen. De stad Barcelona is dan praktisch al omsingeld door de troepen van Franco, de laatste Interbrigadisten verlaten het land, kort daarop begint de enorme exodus van Spaanse vluchtelingen naar Frankrijk.
De familie van Piet van Etten heeft lange tijd niet geweten wat er was gebeurd. Kleindochter Karin van Etten schrijft:
Mijn oma, Maria van Velzen, heeft een aantal jaren niet geweten wat er precies met haar man was gebeurd maar ze had wel de overtuiging dat hij was omgekomen in de strijd. Na verloop van tijd kreeg zij, waarschijnlijk door toedoen van de CPN, een document van overlijden van de Spaanse regering.
Het betreffende document is pas na de Tweede Wereldoorlog opgedoken, na een verzoek van de Communistische Partij Nederland aan Moskou - waar zich het archief van de Internationale Brigaden bevond - om inlichtingen betreffende vermiste en mogelijk gesneuvelde Nederlandse Spanjestrijders.
- IISG, archief CPN, map 1716: Gegevens van het Republikeins Spaanse Ministerie van Defensie betreffende Nederlandse Spanjestrijders, na verzoek van familieleden in Nederland opgesteld. Verstuurd als bijlagen bij een brief van André Marty (PCF), 1950. Met een lijst van oud-Spanjestrijders. 1937-1938, 1940 en z.j.
- Archief Internationale Brigaden, RGASPI F.545-Op.3-D.86 en D.249
- CID - http://resources.huygens.knaw.nl/pdf/cid/2200-2299/2232.pdf
- BVD 59/76 -Door de CID opgestelde lijst van links-extremistische personen geordend per gemeente, met alfabetische klapper,1939.
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.30
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.2,18-19