Henk Fries werd geboren in een gezin met 16 kinderen, na de geboorte van Hendrik stierven nog twee kinderen zodat hij de jongste zoon was in dit gezin. De gezinskaart vermeldt dat hij op tienjarige leeftijd, in 1922 dus, na het overlijden van zijn moeder naar het gesticht Sint Jozef te Roermond werd gestuurd. Na lagere school gaat hij naar de ambachtsschool, waar hij de opleiding tot meubelmaker doet. Daarna volgt hij nog 2 jaar avondonderwijs. In 1935 was hij terug in Delft. Henk vertrekt begin 1938 naar Spanje.
Op een in het Frans gestelde beoordelingslijst van de Internationale Brigade wordt hij een goede, betrouwbare kameraad genoemd, volgens hetzelfde document zou hij begin 1937 tot de CPN zijn toegetreden.
De inlichtingendienst Delft heeft op 6 december 1938 - een dag dus nadat een grote groep vrijwilligers uit Spanje was teruggekomen - een anonieme melding gehad dat Henk Fries "als vrijwilliger zou hebben dienst gedaan in het Roode Leger in Spanje." Bij een eerste verhoor ontkent Fries dat hij in Spanje is geweest. Er vindt een tweede verhoor plaats op 7 januari 1939. Kennelijk is Fries dan van gedachten veranderd en bevestigt hij dat hij in Spanje heeft gevochten. Van dat verhoor is een verslag:
"Omstreeks 15 of 16 januari 1938 heb ik mij naar Parijs gegeven ten einde vandaar verder te gaan naar Spanje. Mijn doel was, omdat ik anti-fascist ben, dienst te nemen in het leger van de Wettige Spaansche Regeering."
Fries heeft er kennelijk op aangedrongen dat deze term: het leger van de wettige Spaanse regering werd gebruikt. Daarop volgt een beschrijving van zijn reis naar Spanje, in gezelschap van een groep internationale vrijwilligers. Ze hebben gewoon per trein en per bus naar Albacete kunnen reizen, en vandaar wordt hij overgebracht naar Valencia:
waar ik ingedeeld werd bij de 14-de batterij afweergeschut. Mijn salaris bedroeg 310 peseta's per maand en daarna het dubbele. Mijn commandant was een Russisch Officier. Ik heb bij herhaling deelgenomen aan gevechten tegen vliegtuigen van het Franco bewind. Van Valencia ben ik ook gestuurd naar het Aragon-front, waar ik eveneens dienst deed bij het lucht-afweer geschut. ( ...) Bij de terugtocht van onze battery aan het Aragon-front werd ik door een granaatscherf aan mijn linkerkuit gewond. Dientengevolge moet ik eerstdaags in het ziekenhuis te Leiden worden geopereerd, daar granaatsplinters uit dat been verwijderd moeten worden. Ik ben toen verpleegd worden in een hospitaal te Sitges, in welk hospitaal ik 3 weken verbleef. Na verloop van anderhalve maand was ik weer terug aan het Ebro-front, waar ik weer dienst deed bij het afweergeschut. Toen ik drie weken aan het front was, het was toen einde juli 1938, werd ik gewond aan mijn rechteroog. Ik werd dientengevolge opgenomen in een hospitaal te Barcelona, waar ik tot eind augustus 1938 verbleef. Vandaar werd ik gestuurd naar het Levant-front, waar ik wederom bij het luchtafweer-geschut werd ingedeeld, en waar ik verbleef tot half September 1938. Vandaar ben ik via Barcelona en Olot naar Parijs gegaan. Vanuit Olot ben ik per hospitaaltrein tot Parijs gereisd. Van Parijs ben ik direct doorgereisd naar Holland.
Fries vermeldt nog waar hij de afgelopen maanden is verbleven maar weigert enige informatie te verschaffen over mensen die hem geholpen zouden kunnen hebben:
"Ik merk U hier bij op, dat ik eigener beweging naar Spanje ben gegaan en daartoe geen hulp of inlichtingen van anderen heb gevraagd. Mijn reis naar Spanje heb ik uit eigen zak betaald. Na voorlezing volhardt hij en teekent in concept.
Er is hem - zoals dat in alle verhoren gebeurt - ook gevraagd naar mensen die hij in Spanje heeft ontmoet. Ook op dit punt weigert hij duidelijk zijn medewerking, met twee uitzonderingen: hij vertelt over Piet van Etten uit Delft die in Spanje is gesneuveld en over Jan Deutekom, ook uit Delft, die door de troepen van Franco is gevangen genomen. Jan wilde met hem mee naar Spanje, hij had het hem afgeraden omdat hij pas 17 jaar was - maar Jan was toch gegaan.
Op 29 september 1939 trouwt hij in Delft met Cornelia Johanna Hendrica Huisman. Zij is net als Henk communist.
Fries wordt daarom door de BVD in de gaten gehouden. Zijn broers en zwager zijn ook communist. Over de bezetting wordt gemeld dat hij betrokken was bij de vervalsing van distributiebonnen.
Hij heeft verkiezingsaffiches van de CPN voor het raam hangen. In 1947 wordt er antecedentenonderzoek uitgevoerd vanwege een aanvraag van hem om de Nederlandse nationaliteit terug te krijgen. Die wordt afgewezen. In 1954 probeert hij het opnieuw, en wederom wordt de aanvraag afgewezen. Dat het niet lukt de Nederlandse nationaliteit terug te krijgen frustreert hem heel erg. Hij besluit daarom te proberen te emigreren naar Australië. Maar ook hierbij speelt het hem parten dat hij stateloos is. In 1959 krijgt hij eindelijk zijn Nederlanderschap terug. Zijn politieke verleden is pas in 1963 geen probleem meer; in december van dat jaar vertrekt hij naar Australië samen met zijn zoon. Maar in maart 1964 is hij alweer terug, waarom is onduidelijk. Uiteindelijk lukt het hem in 1977 om definitief naar Australië te vertrekken. Over zijn leven daar is verder niets bekend. Hij overlijdt er in 1989.
- Archief Internationale Brigade, RGASPI F.545-Op.6-D.403
- Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16816
- Hans Mous, ‘Tien man uit Delft. Delftse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939)’ in: Historisch Jaarboek Delft 2022
- Nationaal Archief: Ministerie van Binnenlandse Zaken, BVD archief (2.04.125), dossiernummer: 25669