Nederlandse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog

De kleine Gerard woonde tot zijn zesde jaar in de Amsterdamse Dapperbuurt. In 1922 sloeg het noodlot toe. Zijn zusje werd geboren maar een maand later overleed zijn moeder. Zijn vader stond er alleen voor en kon dit niet aan. De kinderen kwamen als “regeeringskind” terecht in pleeggezinnen. Gerard verhuisde eerst naar Hilversum. Tussen eind 1923 en begin 1926 verbleef hij in een pleeggezin in het Noord-Hollandse dorp Andijk. In 1933 en 1934 woonde hij weer tijdelijk bij zijn vader in Amsterdam en in het gesticht voor moeilijk opvoedbare jongens in de Vosmaerstraat. Op de Ambachtsschool deed hij een opleiding tot automonteur. In 1936 kwam hij op voor militaire dienst en werd ingelijfd bij het 5de Regiment Infanterie. Hij werd daar hersteller van lichte mitrailleurs. Af en toe had hij licht arrest maar één keer kreeg hij zes dagen verzwaard arrest wegens:

“Een onkrijgstuchtelijke opmerking gemaakt tegen den Hoofdinstructeur”

Op 19 maart 1937 ging hij met groot verlof . Vijf maanden later komt hij met Jan Cornelissen en Julianus Antonius Osterloh aan in het Spaanse grensplaatsje Agullana. Hij wordt opgenomen in de Internationale Brigades maar een maand later komt hij al om aan het front. In Nederland weet men van niets. Zijn vader schrijft 24 december 1938 uiteindelijk een brief aan de Minister van buitenlandse Zaken in Den Haag:

…..“Hij moet zich bevinden in of in de omgeving van Madrid. Nu wilde ik als Vader alleen maar gaarne weten of mijn Zoon nog in leven is, en waar hij zich bevindt.”…..

Maar Gerard is dan al meer dan een jaar dood. De laatste officiële mededeling zit in het archief van het Ministerie van Defensie:

CONTROLELIJST BETREFFENDE van Galen, Gerard Elbert  Gewoon dienstpl. Soldaat

“Bijzondere Aantekeningen   Is op 29 Augustus 1939 (Alg.Mob.) niet in werkelijken dienst gekomen wegens: V.B.   Omstreeks einde Augustus 1937 in den nabijheid van Belchite in Spanje gesneuveld”

Gerard Elbert van Galen is maar twintig jaar oud geworden.