Lambert Klokgieters is geboren in ’s-Hertogenbosch. Zijn vader, Lambertus Klokgieters is driemaal getrouwd geweest. Zijn eerste vrouw overlijdt in 1903. Zijn tweede vrouw, Annette Soetekouw is de moeder van Lambert. Zij overlijdt in 1920. Zijn vader is daarna nog een keer getrouwd met Joanna van Buel. Hoeveel kinderen er in deze opvolgende huwelijken geboren zijn is niet duidelijk, het zouden er ongeveer negen kunnen zijn.
Het gezin verhuist in 1920 naar het Kempense dorpje Tongelre. Kort daarop wordt het dorp geannexeerd door de dan snelgroeiende gemeente Eindhoven. In 1929 komt Lambert in aanraking met Justitie; hij wordt veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf wegens diefstal met inbraak. Hij zit zijn straf uit in de gevangenis van Breda.
In 1930 trouwt Lambert met Dina Regina van den Bersselaar. Zij heeft een dochter van drie maanden oud en door het huwelijk wordt zij geëcht en krijgt de achternaam Klokgieters. In het huwelijk worden nog 3 kinderen geboren, 2 meisjes en een jongen. Het huwelijk loopt op de klippen en wordt op 22 januari 1937 formeel ontbonden.
Omstreeks deze tijd vertrekt hij naar Spanje. Hij wordt na zijn training in Albacete ingedeeld bij 14de Flakbatterie, luchtdoelgeschut, waar Frans Loew en later ook Marinus Boot bij dienden. Hij wordt uiteindelijk in 1938 bevorderd tot leider van deze groep, in de rang van onderofficier. Szinda beoordeelt hem als een zeer goede soldaat, dapper en gedisciplineerd. Maar politiek zou hij zwak zijn en het ontbrak hem aan “Kamerdschaftsgeist”. Maar verder wel een betrouwbare kameraad en goede antifascist.
Hij ontmoet in Spanje een vrouw, Carmen Hueso Mora, met wie hij trouwt. Carmen heeft een zuster en die trouwt met de Duitse interbrigadist Albert Giebel, die in hetzelfde onderdeel dient.
Na het Aragon-offensief in het voorjaar van 1938 weten de Franco-troepen de Middellandse Zee te bereiken. De Spaanse Republiek is vanaf dat moment in tweeën gedeeld. De eenheid van Klokgieters wordt door deze overweldigende aanval van de nationalisten in maart en april gedwongen uit te wijken naar het zuiden in de richting van Valencia. Ze worden daarna opgenomen in het ‘Ejercito de Levante’ (Levante-leger) en nemen daardoor geen deel aan het zomeroffensief van het Ebro-leger in 1938.
Omdat de Spaanse republikeinse regering haar goede wil wenst te tonen naar de Volkenbond en de Non-Interventiecommissie kondigt ze in Genève - de zetel van de Volkenbond – in september 1938 aan dat de Internationale Brigades worden opgeheven. De meeste Nederlandse interbrigadisten worden gerepatrieerd door de Nederlandse Legatie in Barcelona en komen 5 december weer terug in Nederland.
De Nederlandse vrijwilligers in het Levante-leger komen niet zo makkelijk weg. Eind december weten ze pas Barcelona te bereiken. Na de verloren slag om de Ebro in de zomer staan hier de fascisten voor de deur. In Catalonië heerst gebrek aan alles en er is een chaotische situatie ontstaan. Pas op 19 januari 1939 staan ze op een Nederlandse repatriëringslijst. Het zijn 25 ex-interbrigadisten waaronder Marinus Boot en Lambert Klokgieters. Maar in februari verblijven ze nog - min of meer in de openlucht - onder barre winterse omstandigheden in een Frans interneringskamp op het strand van Argelès sur Mer.
Klokgieters is op 3 april 1939 weer terug in Nederland. Hij vestigt zich in Eindhoven op de Kreugelstraat. Waarschijnlijk is zijn vrouw Spanje ontvlucht en hem achterna gereisd tot in Frankrijk. Klokgieters gaat daar ook heen: op 7 juli 1939 wordt hij uitgeschreven bij de gemeente Eindhoven en is hij vertrokken naar Wassy in het district Marne. Carmen bevalt daar in Saint Dizier, ± 10 kilometer van Wassy op 28 augustus 1939 van een zoon, Vicente Alberto. Binnen het Huwelijk van Lambert en Carmen werden 9 kinderen geboren, waarvan er 1 binnen jaar overlijdt. De Spaanse invloed binnen het gezin is duidelijk; alle kinderen hebben een Spaanse voornaam: Vicente, Rafael, Marcel José, Carmen, Ramon, Manuel, Enrique, Carmencita, José.
Lambertus is zijn Nederlanderschap verloren. In de jaren ’50 vraagt hij renaturalisatie aan. In het antecedentenonderzoek dat naar aanleiding van deze aanvraag wordt uitgevoerd, wordt geconstateerd dat hij lid is van de Eenheidsvakcentrale, de aan de CPN gelieerde vakbond. Desondanks wordt hij in 1955, samen met 20 andere Spanjestrijders gerenaturaliseerd. Hij blijkt op dat moment in Eindhoven te wonen en spoorwegarbeider te zijn.
Van de familie Klokgieters ontvingen wij de volgende aanvullende informatie:
Wat we van onze vader en moeder hebben begrepen is dat ze nog zijn getrouwd voordat ze Spanje samen verlieten. Dit huwelijk vond plaats op 18 oktober 1938 in Valencia. Ze leerden elkaar kennen in een café waar regelmatig meerdere interbrigadisten, waaronder onze vader, bij elkaar kwamen om iets te drinken. Onze moeder, Carmen, was daar samen met haar zus, Pepita, die later trouwde met de Duitse interbrigadist Albert Giebel. Ze zagen daar een knappe soldaat, onze vader, die een krant aan het lezen was en toen spoorde Pepita onze moeder aan om op hem af te stappen maar ze durfde niet. Pepita gooide toen een propje papier naar onze vader toe om zo zijn aandacht te trekken en met succes. En zo hebben onze vader en moeder elkaar leren kennen.
Onze vader en moeder vertelden ons dat ze samen met de trein van Valencia naar Barcelona zijn gereisd en van daaruit met meerdere interbrigadisten naar een interneringskamp op het strand van Argelés sur Mer (Frankrijk) terecht zijn gekomen. Op hun vlucht uit Spanje hebben ze veel ontberingen en onveilige situaties meegemaakt. Uit de verhalen van onze vader en moeder blijkt onder andere dat ze meerdere bombardementen hebben meegemaakt waarvoor ze moesten schuilen onder bruggen en in sloten. Ook werden ze staande gehouden onder bedreiging van drie gewapende soldaten. Onze vader was toen ook gewapend en uiteindelijk besloten de drie soldaten weg te gaan.
Uit het kamp in Frankrijk zijn ze met een groep interbrigadisten en andere vluchtelingen te voet door Frankrijk naar Wassy (Noord-Frankrijk) gelopen waar ze op een boerderij van de plaatselijke burgemeester werden opgevangen.
Uiteindelijk is onze vader vanuit Wassy alleen doorgereisd naar Eindhoven om via een advocaat te regelen dat onze moeder naar Nederland kon komen. Onze moeder bleef toen met meerdere vrouwen achter op de boerderij waar ze voor hun verblijf moesten werken door onder andere koeien te melken. Onze moeder was toen ongeveer vier maanden zwanger van hun eerste kind Alberto Vicente. We weten dat onze moeder lang bang is geweest dat mijn vader niet meer terug zou komen.
Na enkele maanden kwam vader onze moeder, die moest bevallen van hun eerste kind, ophalen. Vader was met een geleende fiets vanuit Eindhoven helemaal naar Wassy gefietst. Ergens in juli 1939 kwam hij daar op zijn fiets aan. 28 augustus 1939 is onze moeder bevallen in het ziekenhuis van Saint-Dizier. We weten niet hoe lang ze nog in Frankrijk zijn verbleven maar we weten wel dat ze uiteindelijk met hun eerste kind met het openbaar vervoer naar Nederland zijn gereisd en in Eindhoven kwamen te wonen. Daar hebben ze nog een tijd gewoond bij de ouders van onze vader voordat ze een eigen huurwoning kregen.
In Nederland heeft onze vader zich later (periode 12 oktober 1944 tot 28 februari 1945) vrijwillig aangemeld bij de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, Bewakingstroepen Gewest Eindhoven, Brigade Blauwe Jagers. We hebben dan ook veel waardering voor onze vader dat hij zich vrijwillig beschikbaar heeft gesteld door bij het verzet te gaan.
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.12
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.39
- http://gustavmartens.weebly.com/46-kameraden.html
- Brabants Historisch Informatie Centrum
- Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Afdeling Politie, Bureaus Kabinet en Juridische Zaken, nummer toegang 2.09.107, inventarisnummer 478
- mail van de familie Klokgieters, 2024