KLIS, Matthijs van der

Matthijs
van der
Klis
Geboren:
Amsterdam
3 februari 1909
Overleden:
Amsterdam
20 mei 1995
Levensbeschrijving: 

Matthijs van de Klis werd op 3 februari 1909 in Amsterdam geboren. Als hij vijf is besluiten zijn ouders te scheiden en gaat hij bij zijn moeder wonen. In 1928 wordt hij goedgekeurd voor militaire dienst en begin 1929 ingelijfd bij de zeemacht. Daarna wordt als zijn beroep vermeld: schippersknecht en chauffeur.

Eind juli 1937 vertrekt van der Klis met zijn Amsterdamse vriend Anthon Bonnee naar Spanje. Ze gaan via Parijs waar ze verder geholpen worden door het bureau van de Franse Communistische Partij aan de Avenue Moreau. Ze komen op 15 augustus 1937 in Spanje aan via Massanet en worden in een grote groep vrijwilligers doorgestuurd naar Albacete waar zich het opleidingscentrum van de Internationale Brigaden bevindt.

Volgens een schrijven van het Hoofdbureau van Politie te Amsterdam zijn al in augustus ’37 de moeder en stiefvader van van der Klis gehoord over zijn vertrek. Hij had verteld dat hij werk kon vinden bij een Franse rederij in Antwerpen. Maar de moeder van Bonnee windt er geen doekjes om: de beide jongens zijn naar Spanje vertrokken. Een vriend van de twee verklaart:

“Ze deden tevoren erg geheimzinnig en hadden zich er over uitgelaten dat zij van een mij onbekenden man vijfentwintig gulden voor het gaan naar Spanje hadden gekregen.“ De vrienden kennen elkaar van de schaakclub in “Ons Huis” aan de Rozenstraat en al eerder is clublid Theo Botterman naar Spanje vertrokken. Ook de moeder van Botterman wordt gehoord en zij vertelt dat van der Klis een paar weken eerder bij haar was komen informeren naar het verblijf van haar zoon “daarbij te kennen gevende, dat hij daar ook heen wilde en wel met toestemming van zijn moeder; hij was toch werkloos, zei hij toen.”

Het leven aan het front moet ze bijzonder zwaar zijn gevallen. In november 1937 nemen ze de benen en proberen via de Pyreneeën het land te ontvluchten maar daar worden ze aangehouden en terug naar Barcelona gestuurd. De Hollandse consul in Barcelona meldt op 2 december 1937 dat hij de twee, samen met andere Nederlanders die zich op het consulaat hadden gemeld (Joop Doornekamp, Cornelis de Wit en Paul de Laat) onderdak had verschaft in een pension maar twee zijn zo stom geweest om toch de straat op te gaan:

“Tegen mijn uitdrukkelijke order in hebben twee van bovengenoemde personen zich op straat begeven, waar zij door de politie aangehouden werden, waarna arrestatie van de anderen volgde. Zij bevinden zich thans onder beschuldiging van desertie ter beschikking van den Auditeur-Militair en ik zal pogingen in het werk stellen om hun invrijheidstelling te verkrijgen. Het is zeer goed mogelijk dat zij verscheidene weken in hechtenis zullen zijn.”

Op 6 januari 1938 meldt hij dat ze als deserteurs zijn teruggestuurd naar Albacete.

Hoe het verder ging, blijkt uit het latere verslag van de Nederlandse consul in Parijs. Die meldt  op 20 mei 1938 dat Anthon Bonnee zich bij hem heeft gemeld, alleen. Die vertelt dat ze in Albacete bij een strafcompagnie waren ingedeeld “alwaar zij onder het vuur van den vijand in de eereste linie dagelijks tien uur aan één stuk loopgraven moesten aanleggen.” Nadat ze gediend hadden aan het front bij Teruel zijn ze er opnieuw in geslaagd naar Barcelona te vluchten, “al waar zij zich enigen tijd schuil hielden ten huize van een anarchist.” Op dat punt verdwijnt van der Klis uit het verhaal – Bonnee (zie aldaar) weet Parijs te bereiken maar waar Van der Klis blijft is onduidelijk. Verrassend is dat zijn naam vervolgens voorkomt op een lijst van 25 november 1938, de zogeheten Schlosser-lijst – naar de naam van de Hollandse consul van Duitse origine die op dat moment de honneurs waarneemt in het dagelijks gebombardeerde Barcelona en zich inspant om een trein te organiseren die de overgebleven Hollanders van de Internationale Brigades terug naar Nederland moet brengen. De internationale akkoorden die gesloten zijn, verplichten de Nederlandse overheid om hier zorg voor te dragen. Van der Klis komt dus hoogstwaarschijnlijk op 5 december 1938 terug naar Nederland – met het gros van de mannen die de Nederlandse compagnie “De Zeven Provincieen” hadden gevormd en de zware veldslagen bij en rond de Ebro hadden meegemaakt.

Dat Van der Klis na de oorlog lid geweest is van de vereniging “Vrij Spanje” zou er op kunnen wijzen dat hij terug gekomen was op zijn besluit om te vluchten en zich weer vrijwillig aangesloten heeft bij zijn strijdmakkers.

Bij zijn terugkeer had hij zijn Nederlanderschap verloren. In de Tweede Kamer vergadering van 23 februari 1955 wordt besloten hem weer te naturaliseren.

Bronnen: 
  • Nationaal Archief 2.05.03, Ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers 1815-1940, A-197-bis Spanje, Hulp en Bijstand i.v.m. onlusten in Spanje, inv. nr 1676
  • Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16805
  • Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Afdeling Politie, Bureaus Kabinet en Juridische Zaken, nummer toegang 2.09.107, inventarisnummer 478
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.84
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.44-45
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.42
  • Noord-Hollands Archief, nummer toegang 307, inv.nrs 160,161 - Parket van de Procureur-Generaal te Amsterdam 1930-1939
Auteur: 
Eric de Ruijter
Laatst gewijzigd: 
07-11-2018
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Chauffeur
Functie: 
Chauffeur
Adres: 
Laurierstraat 212
Woonplaats: 
Amsterdam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
17-08-1937
Datum terugkeer: 
00-12-1938
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Nederlanderschap teruggegeven: 
23-02-1955
Vader: 
Matthijs van der Klis
Beroep vader: 
Werkman
Moeder: 
Johanna Hendrika Maria Poleij