Over het verblijf van Rudi Polak in Spanje is minder bekend dan over dat van zijn gesneuvelde oudere broer Dick. In het archief van de Komintern zijn 2 documenten te vinden waar zijn aankomst in Spanje wordt gemeld – zowel in juli 1937 als in januari 1938. Uit een ander document blijkt dat hij in november 1937 toestemming krijgt voor een kort verlof om naar Nederland te gaan in verband met een oproep voor militaire herhalingsoefeningen. Hij keert daarna naar Spanje terug.
Rudi was eerder naar Spanje vertrokken dan zijn broer Dick. Beiden waren in hun woonplaats Haarlem bevriend met Leo Klatser die in mei ’37 was vertrokken en uit Spanje zeer optimistische brieven stuurde aan zijn vrienden:
Wij maken thans deel uit van de roemrijke Thälmann brigade. De eerste tijd gaan we nog niet naar het front. Wij in Holland hebben een zeer verwarde indruk van Spanje. Daarom het volgende: het eten is zeer overvloedig en uitgebreid. Cigaretten schaars en slecht! Wijn perfect en goedkoop. Werklozen bestaan niet! Bewapening perfect. Transport prima in orde! Kameraadschap onbeschrijfelijk. Tractement zeer hoog. Vrouwen buitengewoon! Je ziet we hebben niet te klagen. Leo
Op 12 augustus ’37 schrijft Klatser aan zijn zus Nora ( die later met een broer van de Polakken, Karl, zou trouwen) :
Rudi is hier in perfecte welstand aangekomen. Jammer genoeg heb ik hem nog niet gesproken. Toen hij in de plaats was waar ik meestal ben, was ik juist in Madrid.
Het zal de plaats Albacete zijn geweest waar Leo in andere brieven naar verwijst en waar de nieuw aangekomen vrijwilligers hun eerste trainingen kregen. In september ’37 schrijft Leo Klatser opnieuw aan Nora. Hij sluit een foto in van een Spaanse vriendin waarmee hij zegt te willen trouwen:
“t Heeft de Polakken menigmaal aanleiding gegeven om me op de hak te nemen met mijn trouw. Toen ik nog als fotograaf werkte in Albacete gingen we elke middag zoet samen wandelen. Nu doet Dick ’t voor me. In de brieven van beide zijden wordt hier over door ieder op zijn manier verslag uitgebracht. De eerste schoonheid waaraan Dick zijn hart verloor, was natuurlijk weer een lolletje. Prachtexemplaar die Dick. Moeten ze later op sterk water zetten. Zo iets verschijnt slechts eens in de honderd jaar hier op aarde. Hij is de levende, werkelijke optimist die nooit zijn humeur verliest. Ruud is geniaal, zoals altijd bij iedereen en natuurlijk ’t meest bij de vrouwen getapt. Over dit laatste onderwerp zouden we uren kunnen gaan vertellen.
Net als zijn broer Dick heeft Rudi na zijn terugkeer in Spanje in januari ’38 waarschijnlijk ook als sanitäter gewerkt. Rudi heeft vrijwel direct na de dood van zijn broer het slagveld verlaten. Hoe hij naar Nederland is teruggekeerd, is onbekend.
Dick en Rudi kwamen uit een buitengewoon gezin. Ze groeiden op in Amsterdam en vanaf 1930 in Haarlem. Dick en Rudi hebben beide de 3-jarige HBS en de MTS opleiding voltooid. Ook was er in het gezin behalve in politiek, veel interesse voor literatuur, klassieke muziek en kunst. Dick kreeg pianoles. De familie was bevriend met kunstenaars, o.a. schilder Wim Schumacher. Vader Jaap Polak was een zeer actief vakbondsman, een begenadigd spreker, betrokken bij de organisatie van huurstakingen en voorzitter van talloze verenigingen. Zijn vrouw Dé, kort voor Dina Alida Smit, was Amsterdamse, dochter van een havenarbeider en zeer principieel gekant tegen het burgerlijk huwelijk. Jaap en Dé bleven ongehuwd, ook toen er 7 kinderen geboren werden, en trouwden pas in 1940, na de Duitse bezetting, in de hoop dat Jaaps huwelijk met de niet-joodse Dé hem enige bescherming zou bieden. Beiden waren actief in het verzet. Om zijn verzetsactiviteiten werd Jaap in 1941 gearresteerd en in 1942 in Auschwitz vermoord.
Hoe Rudi de oorlog heeft overleefd is niet bekend. In 1946 is hij in Duitsland werkzaam als tolk/vertaler voor de U.N.R.R.A, de United Nations Relief and Rehabilitation Administration. Later werkte hij voor Van Leer Vatenfabriek, ook veel in het buitenland. Als leidinggevende op een afdeling die zich bezig hield met ingewikkelde betonboringen; op olieraffinaderijen maar ook bijvoorbeeld bij de aanpassing van een liftschacht in het Zwammerdaminstituut in Amsterdam. Hij woonde met zijn vrouw Kee Horsting op verschillende adressen in Amsterdam en is op 7 oktober 2007 in hun toenmalige huis in Baarn overleden.
In het eind 2022 vrijgegeven BVD dossier van Polak bevindt zich een rapport van 1951. De informatie is summier:
"In de bezettingsjaren was hij ondergedoken maar deed toch mee aan verspreiding van De Waarheid" maar opmerkelijk is de vermelding dat Polak een "Joods type" is - met tussen haakjes opgemerkt dat hij halfjoods is.
Een rapport van 1952 meldt :
“Hij beweert gedurende de oorlog in Frankrijk te hebben gezworven. (…) In de oorlog zijn de ouders en/of naaste familieleden van Polak omgekomen, hetgeen de anti-fascistische haatgevoelens na de oorlog heeft aangewakkerd."
De gemeentepolitie Amsterdam meldt in februari 1969:
Hij heeft van juli 1937 tot oktober 1938 als tweede luitenant van de Internationale Brigade deel genomen aan de Spaanse burgeroorlog. Was afkomstig uit een communistisch gezin en stond in 1947 in Haarlem te boek als lid van de CPN. Bij een in december 1954 afgesloten onderzoek in zijn woon- en werkomgeving is niets kunnen blijken van politieke sympathieën. De indruk bestond dat hij zich de laatste jaren niet meer interesseerde voor politiek. Hij las toen “Het Parool”.
- informatie Pauline Polak
- Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Collectie Nederlandse deelnemers aan de Internationale Brigades in de Spaanse Burgeroorlog, stukken afkomstig van Leo Klatser en Giny Klatser-Oedekerk, https://access.iisg.amsterdam/universalviewer/#?manifest=https://hdl.handle.net/10622/ARCH02806.4?locatt=view:manifest
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.64
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.399-L.9
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.113-L.110
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.113-L.110
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.114-L.216
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.3, 22-23, 32
- Nationaal Archief, 2.05.03, Ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers 1815-1940, A-197-bis Spanje, Hulp en Bijstand i.v.m. onlusten in Spanje, inventarisnr. 1670
- Nationaal Archief 2.04.125, Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en voorgangers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Persoonsdossiers, inventarisnummer 26216