De broers Bernhard en Johan Leusink kwamen uit een gezin met dertien kinderen. Van de jeugd van Bernhard - die Bennie werd genoemd - weten we niets. In februari 1937 vertrekt hij met zijn vriend Hannes Vinke naar Spanje maar lang is hij daar niet geweest. Volgens eigen zeggen was hij ingedeeld bij de Vestingwerken in Albacete en van daar uit gedeserteerd. In juni 1938 - als hij al weer bijna een jaar terug is in Nederland - wordt hij gehoord door de Enschedese politie. Hij is namelijk gesignaleerd op het station van Enschede, in gezelschap van Hannes Vinke die er door de politie van wordt verdacht jongemannen te ronselen voor Spanje. Uiteraard vertellen beide mannen dat ze zich min of meer per ongeluk op het station bevinden. Bernhard ontkent niet dat hij in Spanje is geweest maar verklaart dat zijn maatje Vinke niet verder is gekomen dan Parijs. Over zijn eigen verblijf in Spanje vertelt hij:
"Ik ben weggegaan uit Spanje omdat het me daar niet beviel en ik keer daar niet meer terug omdat ik daar als deserteur word beschouwd. Op grond van mijn ervaringen in Spanje zal ik geen enkele bekende, die mij daar over spreekt, aanraden om dienst te nemen bij de troepen in Spanje (...) Als ik vooruit geweten had dat mijn broer Johan, die thans in Spanje is, daar heen zou gaan zou ik dit hem beslist hebben afgeraden".
Broer Johan - 7 jaar jonger - is in januari 1938 naar Spanje vertrokken. In de brieven die hij naar huis stuurt spreekt een en al enthousiasme over zijn verblijf daar en niets wijst er op dat Bernhard geprobeerd zou hebben zijn broertje tegen te houden. Johan informeert een paar maal hoe het met Bennie is : " Hoe is het met Bennie, trekt hij al steun, kun je zelf de kost verdienen, valt niet mee, hé."
Hendrik Acquoi - die 14 juli 1937 door de Amsterdamse politie wordt gehoord - verklaart dat hij samen met Bernard Leusink uit Albacete gevlucht is. "We zijn de tweehonderd kilometer die ons van Valencia scheidden gaan lopen. In Valencia hebben we ons vervoegd bij de Nederlandse consul die ons heeft geholpen tot Barcelona. In Barcelona, Marseille en Parijs zijn we eveneens door de verschillende Nederlandse consuls voortgeholpen."
Na zijn terugkomst in Nederland gaat Bennie in huis wonen bij zijn vriend Hannes Vinke. Over zijn verder levensloop is niets bekend. Opvallend is dat als broer Johan - die zich inmiddels Henk is gaan noemen -in 1980 door De Waarheid wordt geïnterviewd hij met geen woord rept over zijn oudere broer en diens belevenissen in Spanje. In de zomer van 1944 vertrekt Ben Leusink naar Amsterdam en woont bij familie in de Nieuwmarktbuurt. In Amsterdam gaat hij werken als dakdekker en vanaf 1961 woont hij bij een vriendin in de Van Woustraat in de Pijp.
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99, inventarisnrs 1, 141
- Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16805
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken: Bureau voor Nationale Veiligheid (BNV), (1933) 1945-1946 (1980), nummer toegang 2.04.80, inventarisnummer 3411
- http://resources.huygens.knaw.nl/pdf/cid/2200-2299/2232.pdf, BVD 59/76 -Door de CID opgestelde lijst van links-extremistische personen geordend per gemeente, met alfabetische klapper, 1939
- dagblad De Waarheid, 02-05-1980, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010376998:mpeg21:a0059
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Defensie te Londen; Ministerie van Oorlog te Londen en afwikkeling daarvan, 1941-1947, nummer toegang 2.13.71, inventarisnummer 207
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken: Bureau voor Nationale Veiligheid (BNV), (1933) 1945-1946 (1980), nummer toegang 2.04.80, inventarisnummer 3411
- Stadsarchief Amsterdam-Indexen