RUIVENKAMP, Evert

Evert
Ruivenkamp
Geboren:
Philadelphia (USA)
3 september 1915
Overleden:
Den Haag
30 juni 1943
Levensbeschrijving: 

Evert Ruivenkamp werd geboren in Philadelphia, als zoon van Jannigje Meurs. Zij was op 28-jarige leeftijd geschaakt door de anarchist Willem van Eck en met hem gevlucht naar de VS. Meurs werd in de steek gelaten door van Eck hoewel ze zwanger was en reisde in 1916 per schip terug naar Nederland, bekostigd door haar ouders. Op zee werd nog een jongetje geboren, Louis. Meurs ging met de kinderen wonen in Wageningen, bij haar ouders.

In 1920 trouwt zij met Rinke Simon Ruivenkamp uit Den Haag en hij erkent beide jongens als zijn wettige kinderen. De familie verhuist in 1923 naar Den Haag waar nog 2 dochters geboren worden. Vader werkt als timmerman.

In 1933 volgt Evert een opleiding tot metselaar, maar heeft als zodanig nooit werk gevonden. Maart 1935 gaat hij voor 6 maanden in militaire dienst, bij de Tirailleurscompagnie van de Infanterie. Daarna woont hij weer bij zijn ouders, in de Anemoonstraat in Den Haag. Daar is hij lokaal actief als vrijwilliger bij de Haagse reddingsbrigade , wordt lid van de CPN en vertrekt in maart 1938 als vrijwilliger naar Spanje. Op 31 maart komt hij aan in Albacete en wordt ingedeeld bij de 11e brigade, later als tirailleur bij het 15e Legerkorps. Evert wordt geprezen om zijn plichtsbesef en moed, (zelfs door Gustav). Hij wordt in 1938 dan ook opgenomen in de Spaanse communistische partij.

Hij leert aan het front Willy de Lathouder kennen, ook uit Den Haag, die in 1938 sneuvelt aan het Ebro-front. Ruivenkamp ontfermt zich over diens weduwe, Rosario Plana Sole en haar zoontje, zodat ze naar Den Haag kunnen reizen. Zelf gaat hij mee terug met het transport van Nederlandse vrijwilligers in december 1938. Op 5 december komt hij aan in Nederland, waar hem het Nederlanderschap wordt ontnomen.

In mei 1939 komt het in Den Haag tot een proces tegen een zevental oud-Spanjestrijders, waaronder Ruivenkamp. In eerste instantie wordt er drie maanden gevangenisstraf geëist, maar uiteindelijk worden zij vrijgesproken. Zij beroepen zich oa op toezeggingen van de Nederlandse consulaire beambten in Spanje dat er bij terugkeer in Nederland geen strafvervolging zou volgen.

Op 26 juni 1939 schrijft de  Rechter- Commissaris van de Arr. Rechtbank te ‘s-Gravenhage aan De Minister van Buitenlandse Zaken: “De mededelingen, althans uitlatingen, van evengenoemde ambtenaren zouden volgens verdachten geluid hebben in de geest, dat terugkeer naar Holland zonder moeilijkheden zou kunnen geschieden en dat aldaar geen strafmaatregelen zouden zijn te duchten. Daargelaten dat straffeloosheid uit den aard der zaak niet kon worden toegezegd en ook niet toegezegd zal zijn, kan het naar de mening van ondergeteekende met het oog op den strafmaat van belang zijn te weten, of een mededeeling dan wel uitlating in hooger genoemde geest is gedaan.”

Het antwoord van Buitenlandse Zaken ontbreekt maar uit eerdere correspondentie met de consuls Schlosser en de Wit blijkt dat toezeggingen van dien aard dan misschien niet letterlijk zijn gedaan maar dat op zijn minst de verwachting is gewekt dat er in Nederland geen strafvervolging zou volgen.

Ondanks verlies van zijn nationaliteit wordt Ruivenkamp in augustus 1939 gemobiliseerd door de Nederlandse regering en ingedeeld bij zijn voormalig regiment bij de infanterie. In mei 1940 wordt Evert in Brabant krijgsgevangen gemaakt, maar wordt door de Duitsers weer vrijgelaten op 10 juni. Hij keert terug naar Den Haag en trouwt met Rosario Plana Sole in december 1940.

Evert krijgt in 1942 een baan als ploegcommandant van de brandweer van de Gemeentelijke Luchtbeschermingsdienst in het ziekenhuis aan de Zuidwal. Het is nachtwerk: van 5 uur nm tot 9 uur vm. Henk Middendorp wordt een van zijn 5 brandwachten. Als lid van de verzetsgroep De Vonk begaat Ruivenkamp, samen met Middendorp, een sabotagedaad die bekend zou worden als: „De brand in het Laakkwartier"

De Waarheid schreef later op 28/12/1946:

“ …op 13 October 1942, zag de avondlijke hemel rood boven Den Haag. Geweldige vlammen laaiden op uit een reusachtige hoeveelheid hooi en stro, die voor de Duitse Wehrmacht opgeslagen lag in de 2e Lulofsdwarsstraat. …. Voor iederen Nederlander was het duidelijk, dat deze brand niet van zelf ontstaan was, maar een sabotagedaad betekende,….”

Op 17 februari 1943 werd Ruivenkamp opgepakt door de  bezetter en na een periode van martelingen werd hij op 25 mei ter dood veroordeeld wegens brandstichting, door het Marine Kriegsgericht, in een besloten zitting in Utrecht. Het vonnis werd op 30 juni uitgevoerd door een vuurpeloton op de Waalsdorpervlakte in Den Haag. Na de Tweede Wereldoorlog is Evert Ruivenkamp begraven op het Nederlands Ereveld in Loenen.

In vrijwel alle Nederlandse kranten die in 1943 nog verschenen, werd op 10 juli 1943 een bekendmaking afgedrukt :

BEKENDMAKING

Het bureau van den bevelhebber der Weermacht in Nederland deelt mede: Wederom moesten drie Nederlanders, die zich aan sabotage schuldig maakten en leven en goed van eigen landgenooten en van de bezettende mogendheid in gevaar brachten, door een Krijgsgerecht ter dood veroordeeld worden, nl. 1. Evert Ruivenkamp, geboren 3 September 1915 te Philadelphia; 2. Dominicus Hendrik Middendorp, geboren 19 November 1919 te Kampen; 3. Gerard van der Laan, geboren 15 Januari 1913 te 's-Gravenhage. De vonnissen zijn door fusilleering voltrokken.

Na de oorlog doet de CPN een oproep om inlichtingen te verstrekken over CPN-leden die tijdens de oorlog vermoord zijn. Het was de bedoeling dat een boek met een erelijst gepubliceerd zou worden maar om onduidelijke redenen is dat nooit gebeurd. De dossiers bevinden zich nu in het archief van de CPN op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Het aanmeldingsformulier voor die erelijst is ondertekend door zijn weduwe Rosario Plana, die aantekent:

Voor zijn fusilleering vreselijk geslagen en gemarteld”.

Onder het kopje: 'Welke personen kunnen wellicht inlichtingen verstrekken', verwijst zij naar Leen Triep, ook hij oud-Spanjestrijder. De bijgevoegde tekst is waarschijnlijk van zijn hand. Hij schrijft onder meer:

Deze dappere jongeman twijfelde niet toen de democratische rechten van het Spaanse volk moesten worden verdedigd tegen Franco en ging in de Internationale Brigade……Een kameraad waar velen een voorbeeld aan kunnen nemen.”

In 2019 overleed Rosa, de oudste zuster van Evert Ruivenkamp. In haar nachtkastje vond haar zoon Evert – vernoemd naar zijn vermoorde oom – het dagboek dat Ruivenkamp in Spanje had geschreven. Hoe dit dagboek de Tweede Wereldoorlog heeft overleefd en hoe het uiteindelijk bij zijn zuster Rosa terecht is gekomen, is niet bekend. Mogelijk heeft zijn vrouw Rosario het bewaard en het toen zij aan het eind van haar leven terug ging naar Spanje aan Rosa overhandigd.

Ruivenkamp moet het tussen 1939 en 1943 geschreven hebben op basis van de aantekeningen die hij in Spanje maakte en die hij mee terug naar Nederland wist te smokkelen. Hij heeft vermoedelijk het geluk gehad dat zijn papieren niet – zoals bij veel Spanjestrijders gebeurd is – aan de Nederlandse grens in beslag zijn genomen. Die oorspronkelijke aantekeningen zijn niet terug gevonden.

Het dagboek beschrijft op zeer levendige wijze zijn reis naar en verblijf in Spanje tussen maart en december 1938. Hij vertelt dat hij eigenlijk al in november 1936 had willen vertrekken, samen met een groep Duitse vrijwilligers die via Nederland naar Spanje reisden. Evert was actief in de Internationale Rode Hulp en verleende hulp aan Duitse vluchtelingen. Zo had hij zijn Duitse vriend Willi Rentmeister leren kennen die in het dagboek een belangrijke rol speelt. Moeder Jannigje weet hem in ’36 nog te overtuigen dat hij maar beter niet kan vertrekken maar uiteindelijk gaat hij in maart ’38 toch, zonder de familie iets te vertellen. Hij beschrijft zijn reis, de verbazing over alle nieuwe dingen die hij tegenkomt ( Ruivenkamp was na de reis als kind naar de VS waarschijnlijk nooit in het buitenland geweest), de aankomst in Spanje. De eerste maanden verlopen voor hem relatief rustig, hij verblijft een groot deel van de tijd in het bergdorpje Vilella Alta waar hij bij een ouder echtpaar is ingekwartierd, hij vermaakt zich over vriend Willi die om de haverklap verliefd is, en wordt zelf verliefd op een Amerikaanse verpleegster. Dan begint in de zomer van 1938 de slag om de Ebro, het laatste grote offensief van de Spaanse Republiek in een poging de troepen van Franco terug te dringen. Het dagboek van Evert verandert op slag van toon. Hij verliest zijn Haagse vriend Wil de Lathouder en ook de verpleegster waar hij een korte relatie mee had komt om bij een bombardement. Tot zijn verbijstering valt eind september 1938 het  besluit om de Internationale Brigades uit Spanje terug te trekken. Op 4 oktober 1938 stopt het dagboek abrupt.  Heeft hij door zijn arrestatie tijdens de oorlog het overschrijven van zijn aantekeningen niet af kunnen maken?

Het dagboek verscheen in april 2022 onder de titel “Een Hollandse jongen aan de Ebro” bij Uitgeverij Jurgen Maas. Voor- en nawoord van Yvonne Scholten.

Bronnen: 
  • Collectie Nederlandse deelnemers aan de Internationale Brigades in de Spaanse Burgeroorlog (IISG). Invnr 106: Brief d.d. 16 augustus 1994 van Herman Teeuwen.
  • Nationaal Archief, 2.05.03, Ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers 1815-1940, A-197-bis Spanje, Hulp en Bijstand i.v.m. onlusten in Spanje, inv. nrs 1674 en 1676
  • Laissez Passer Nederlands Consulaat in Barcelona, 25/11/1938 (lijst Schlosser)- Nationaal Archief  2.09.45, Den Haag, Ministerie van Justitie: Rijksvreemdelingendienst (RVD) en Taakvoorgangers, nummer toegang 2.09.45, inventarisnummer 1569
  • Brief van Rechter- Commissaris van de Arrondissements-Rechtbank te ‘sGravenhage aan De Minister van Buitenlandse Zaken dd 26/6/1939.
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.36
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.69
  • Handelingen der Staten-Generaal Bijlagen 1947—1948 ; Wet tot naturalisatie van Wilhelm Bouman en 17 anderen: 14°. Rosario Plana Solé, weduwe van Evert Ruivenkamp, eerder weduwe van Willem Cornelis de Lathouder, geboren te Alcolete (Spanje) 23 Juni 1910, zonder beroep, wonende te 's-Gravenhage, provincie Zuidholland
  • Register website Oorlogsgraven Stichting: Evert Ruivenkamp; : burger, verzet, gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte. Begraven op het ereveld te Loenen bij Apeldoorn.vak B126.
  • IISG, Archief CPN, Gedenkboek CPN, opgaven voor de erelijst. https://iisg.amsterdam/files/2020-05/Gedenkboek%20CPN.pdf
  • Algemeen Handelsblad , 10 juli 1943, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000042833:mpeg21:a0006
  • B. van Gelder: Brand bij de Wehrmacht, uitg.Zilverdistel 2005
Auteur: 
Pauline van Tets, Yvonne Scholten
Laatst gewijzigd: 
21-05-2022
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Metselaar
Adres: 
Lavendelstraat 43
Woonplaats: 
Den Haag
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
25-03-1938
Datum terugkeer: 
05-12-1938
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Vader: 
Rinke Simon Ruivenkamp
Beroep vader: 
Timmerman
Moeder: 
Janigje Meurs
Datum getrouwd: 
december 1940
Partner: 
Rosario Plana Sole