TIMMERMAN, Gerrit

Gerrit
Timmerman
Geboren:
Zaandam
29 januari 1913
Overleden:
Sachsenhausen (Duitsland)
15 mei 1944
Levensbeschrijving: 

In juni 1937 vertrok de 24-jarige Zaandammer Gerrit Timmerman plotseling naar Spanje. Zijn ouders, bij wie hij woonde, wisten nergens van. Vier maanden later was hij alweer terug. ,,Hij wist niet wat het inhield, hij was helemaal geen vechtersbaas’’, vertelde zijn weduwe zich later aan de kinderen.

Om welke redenen Gerrit naar Spanje ging, is niet helemaal duidelijk. De Zaandammer, van beroep chauffeur-monteur, zat in 1937 zoals zoveel jonge mannen al een tijd zonder werk. Volgens de familieoverlevering was hij communist. Maar tegenover de autoriteiten verklaarde hij na zijn terugkeer dat hij rooms-katholiek was, ‘niet bij de Communistische Partij of wat ook’ was aangesloten en dat hij louter was vertrokken om werk te vinden. ,,Ik en verschillende jongens hadden onderling dikwijls over Spanje gesproken. Ik had mij tegenover hen dikwijls uitgelaten, dat ik wel trek had om naar Spanje te gaan.’’ (…)  ,,Ik was niet naar Spanje gegaan om te vechten, doch om werk te krijgen. Ik ben reeds geruimen tijd werkloos’’, zei hij in 1938 tijdens een politieverhoor.

Hoe dan ook, eind juni stapte hij in Amsterdam op de trein naar Parijs. Mogelijk had hij het reisgeld daarvoor een paar weken eerder gekregen van Cornelis van Soolingen (1901-1983), bestuurslid van de CPN in Haarlem, die bij de autoriteiten bekend stond als ronselaar voor de Internationale Brigades.

Timmerman noemt Van Soolingens naam in oktober 1937, als hij na zijn vertrek uit de Internationale Brigades hulp zoekt bij de Nederlandse consul in Barcelona. Hij zegt dat Van Soolingen hem begin juni in Haarlem heeft geronseld onder de belofte van werk.

Maar als hij in 1938 door de politie wordt verhoord in het kader van een onderzoek naar Van Soolingen, zegt hij die niet te kennen. Dan verklaart hij dat hij in juni 1937 een keer op straat, in de Oostzijde in Zaandam, werd aangesproken ‘door een mij onbekende man, die een Brabantsch dialect had’  en die hem vroeg ‘of ik trek had om naar Spanje te gaan’ en hem instructies had gegeven. ,,Hij deelde mij toen mede dat ik op 26 juni 1937 kon vertrekken. Ik moest dan maar gaan staan op de brug voor het Centraalstation in Amsterdam, dan kwam er wel iemand naar mij toe die mij verder zou helpen.’’ Daar had hij een andere Spanjeganger ontmoet, die een treinkaartje voor hem had gekocht. Die ander was de Haarlemmer Jeen Duursma, die ook de rest van de reis zou betalen. Met hem reisde Timmerman naar Parijs, naar het recruteringscentrum van de Franse Communistische Partij. Daar voegde nog een ‘5-tal Hollanders’ zich bij hen en per autobus ging het via Lyon naar Perpignan. Daar werden ze naar de Frans-Spaanse grens gebracht. Na een voettocht over de Pyreneeën, arriveerden ze op 1 juli per trein in Albacete, het hoofdkwartier van de Internationale Brigades.

Hier werd Gerrit Timmerman als chauffeur ingedeeld bij het ziekentransport. Hij moest gewonde soldaten vervoeren van een treinstation naar het ziekenhuis ‘Radio’ in Murcia. Dit deed hij anderhalve maand lang, tot hij ziek werd - vermoedelijk kreeg hij difterie - en in het ziekenhuis werd opgenomen. Toen hij bijna beter was, kreeg hij van de militaire autoriteiten bericht dat hij naar Albacete moest om daar gekeurd te worden. ,,Tevens werd mij medegedeeld dat ik zeer waarschijnlijk naar het front zou worden gezonden’’, vertelt hij in het politieverhoor uit 1938. ,,Daar ik dit niet wilde, heb ik mij in verbinding gesteld met de consul aldaar, die mij heeft geholpen om weer naar Nederland te komen.’’

Van de Nederlandse consul in Valencia kreeg hij op 22 oktober een tijdelijk paspoort en geld om naar Barcelona te reizen. Vandaar werd hij via Parijs naar Nederland geholpen. Toen hij in Zaandam was aangekomen, werd zijn tijdelijke paspoort ingenomen. Hij kreeg geen nieuw document: net als vele andere Spanjegangers werd hem het staatsburgerschap ontnomen. Toen hij in 1938 in het huwelijk trad met Trijntje Beekman, verloor ook zij het Nederlanderschap. Ook hun twee kinderen werden statenloos geboren. In 1940 kwam hun zoon Gerrit ter wereld en eind 1941 hun dochter Trijntje. Deze dochter heeft hij nooit gezien: op 12 juli 1941 werd Gerrit Timmerman opgepakt, vermoedelijk omdat hij geen paspoort had en/of omdat hij in Spanje tegen Hitlers bondgenoot Franco had gestreden.

Via Schoorl en Amersfoort werd hij in juni 1943 overgebracht naar concentratiekamp Sachsenhausen in Oranienburg. ,,Mijn moeder heeft nog een foto van mij verstopt in een pak havermout naar hem gestuurd’’, vertelt zijn dochter. Op 15 mei 1944 is hij in Sachsenhausen in de ziekenbarak aan tuberculose overleden.

Na de Tweede Wereldoorlog kregen zijn weduwe en de twee kinderen alsnog een Nederlands paspoort.

Bronnen: 
  • Nationaal Archief, 2.05.03, Ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers 1815-1940, A-197-bis Spanje, Hulp en Bijstand i.v.m. onlusten in Spanje, 1670
  • Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99, inventarisnummer 52, 239
  • Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16810
  • Gesprek met Tiny Borst, Castricum, maart 2017
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.34
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.12
  • Zie ook: Pim Ligtvoet en Willemien Schenkeveld, De Zaanse Spanjestrijders. Wormer, 2019.
Auteur: 
Willemien Schenkeveld
Laatst gewijzigd: 
31-10-2019
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Chauffeur, monteur
Functie: 
Ambulance-chauffeur
Adres: 
Kalverstraat 27
Woonplaats: 
Zaandam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
30-06-1937
Datum terugkeer: 
02-11-1937
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Vader: 
Gerrit Timmerman
Beroep vader: 
Stukadoor
Moeder: 
Anna Margaretha Evers
Datum getrouwd: 
00-00-1938
Partner: 
Trijntje Beekman
Kinderen: 
2