Theo Gerritsen kwam uit een gezin dat veel rondgetrokken moet hebben. Zijn ouders trouwden in 1898 in Aalsmeer, twee zoons worden in 1899 en 1900 geboren in Duitsland, dan wordt in 1902 in Scheveningen de derde zoon geboren , een vierde zoon ziet het licht in 1912 te Panama, en moeder Gerritsen komt in juli 1914 - twee maanden voor de geboorte van Theo - naar Nederland terug uit Argentinië. In december 1915 vestigt zij zich met de kinderen in Velsen; het is niet duidelijk of zij dan gescheiden is of weduwe.
Gerritsen is samen met Leo Klatser en Jan Vroom in mei 1937 naar Parijs vertrokken. Daar moeten ze ieder een eigen weg zijn gegaan want Gerritsen bevindt zich op 30 mei op de 'Ciudad de Barcelona' die in de wateren voor Barcelona getorpedeerd wordt. Op het schip zaten behalve Gerritsen de broertjes Smit en Willem Brasser, Spanjestrijder Theunis Veenstra is er bij omgekomen.
28 oktober 1937 is Gerritsen terug in Haarlem en wordt dan verschillende keren gehoord door de politie aldaar. Hij vertelt over wat er gebeurde nadat het schip was getorpedeerd:
"Ik weet niet hoeveel personen bij die ramp zijn omgekomen maar ik heb ongeveer twee kilometer zwemmende afgelegd en werd gered met meerdere personen. In een Spaans plaatsje waarvan ik de naam ben vergeten, kwamen we aan en vertrokken over Valencia per trein naar Albacete. In een kazerne ontvingen wij een militair uniform. Ik gevoelde mij echter niet in staat om menschen te dooden. Mijn zenuwgestel was zodanig geschokt dat ik tot niets in staat was."
Toch komt de naam van Theo Gerritsen voor op twee documenten in het archief van de Internationale Brigaden. Op 8 en 15 juni 1937 staat hij op een 'liste des camerades Neerlandais' van de 11de Brigade.
Volgens een verklaring van Evert Teunisse zou Gerritsen opgesloten zijn geweest in kamp Lucas "wegens dienstweigering". Zoals anderen die in het kamp zaten, moet Gerritsen er in geslaagd zijn te vluchten. De berichtgeving over het kamp varieert sterk: volgens sommigen heerste er een streng regime, anderen beweren dat er nauwelijks bewaking was. Gerritsen verklaart zelf in zijn verhoren bij de politie dat hij zonder hulp van de Nederlandse consulaten is teruggekeerd naar Nederland en dat hij niet in vreemde krijgsdienst is geweest. Zijn ondervragers voegen hier aan toe:
"Hij heeft volgens onze meening bij het begin zijner Spaansche reis zeker het plan gehad te gaan vechten als hij geen werk kreeg, doch toen hij moest gaan vechten is hem de moed in de schoenen gezakt. Hij heeft inderdaad een zacht karakter en zal, volgens onze meening, na het bijwonen van een militair gevecht zenuwpatiënt zijn. Wij zijn de meening toegedaan, dat hij wel in Spaanschen militaire dienst is geweest, doch wij kunnen zulks niet bewijzen."
Het is niet duidelijk of Gerritsen zijn nationaliteit is kwijtgeraakt. Hij verklaart geen communist meer te zijn maar in het 'subversievenrapport' van de CID uit 1939 staat hij vermeld als links-revolutionair.
Verdere gegevens over Theo Gerritsen onbreken.
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99, inventarisnummer 66
- Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16810
- CID: http://resources.huygens.knaw.nl/pdf/cid/2200-2299/2232.pdf
- BVD 59/76 -Door de CID opgestelde lijst van links-extremistische personen geordend per gemeente, met alfabetische klapper,1939.
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.15,46
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.2-D.235-L.21
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.25