GILSE, Janrik van

Jan Hendrik
van
Gilse
Geboren:
München (Duitsland)
5 juni 1912
Overleden:
Den Haag
23 maart 1944
Levensbeschrijving: 

Jan Hendrik van Gilse werd geboren in München,  waar zijn vader, Jan van Gilse, werkzaam was als dirigent en componist. Het gezin woonde afwisselend in Nederland en Duitsland, maar in 1933, bij het aantreden van Hitler, vestigde het zich voorgoed in Nederland. Misschien werden de Van Gilses door hun ervaringen in Duitsland nog ferventer antifascist dan ze toch al waren. Zowel Jan als zijn beide zonen, Janrik en Maarten (Mik), gingen in mei 1940 in het verzet. Geen van drieën zou de bezetting overleven.

Terug naar Janrik, die in Utrecht de driejarige HBS volgde en zich in Amsterdam bekwaamde tot reclametekenaar. In 1933 werd hij lid van de CPN, waar hij als intellectueel tussen alle handarbeiders vrij zeldzaam was. Zij partijloopbaan begon bij Het Volksdagblad. Hij richtte zelf twee krantjes op: De Big, gewijd aan de belangen van dienstplichtigen (1936 )en De Schildwacht voor de Vrede, orgaan van de Bond van Militairen en Burgers voor Vrede (1937). Op 23 juli 1937 vroeg Van Gilse een paspoort aan om  als correspondent van Het Volksdagblad Spanje te bezoeken. Maar hij had heel wat meer  voor ogen dan louter de verslaglegging van de burgeroorlog.

Ergens in het najaar van 1937 -  de precieze datum is niet bekend -, volgde Van Gilse Albert Potze op als politiek commissaris op het hoofdkwartier van de Komintern. Hij ging daar opereren onder de naam Zuidema. De vervanging was een forse stap op weg naar ‘professionalisering’ van het politiek commissariaat, want Van Gilse had een uitgesproken organisatietalent en was niet bang om op te treden. De politiek commissaris werd geacht zich niet in militaire zaken te mengen, maar zich voor de rest met ongeveer alles wat bij oorlogvoering komt kijken te bemoeien. Zo had Janrik van Gilse in Albacete de zorg voor het moreel en de discipline van de Nederlandse interbrigadisten. Hij was verantwoordelijk voor de politieke scholing, de bestraffing van deserteurs en de bestrijding van spionnen. Hij rapporteerde aan de CPN en aan het uitvoerend comité van de Komintern in Valencia en gaf ook leiding aan de politieke commissarissen op bataljon’s – en hospitaalniveau. Ook verzorgde hij het soldatenblad Dagelijkse Berichten,  de Nederlandse versie van het Duitstalige Kominternbulletin Tagesnachrichten.

Dat alles deed Van Gilse op voortvarende wijze. Het idee om een specifiek Nederlands bataljon en dito hospitaal te vormen kwam uit zijn koker, en hij realiseerde het ook. Hij besefte dat er in deze internationale setting toch nationale gevoeligheden waren waar rekening mee gehouden moest worden. Hij organiseerde een sessie met verpleegkundigen en gewone soldaten om  de wensen en problemen van de Hollanders te bespreken. Die resulteerde in een aantal praktische voorstellen, zoals betere selectie van Spanjestrijders ‘aan de poort’, dat wil zeggen in Nederland, Antwerpen en/of Parijs, een betere postverbinding, en nauwere samenwerking met de Vlamingen. 

Drie voortijdig in Nederland teruggekeerde Spanjestrijders legden in 1939 op verzoek van de politie verklaringen af over Van Gilse. Uit de bewaard gebleven proces-verbalen blijkt hoe onbetrouwbaar de menselijke waarneming is. Volgens de ene getuige was Van Gilse ‘flink gezet’, een ‘jodentype’ met een ‘nette spraak’. Een ander beschreef hem juist als mager, met een ‘Fries accent’. Volgens de een liep hij geregeld in het uniform van de gewone soldaat, volgens de ander was hij altijd in burger. Wat wél ondubbelzinnig uit deze twijfelachtige historische bron naar voren komt: Janrik van Gilse was niet een jongen van de gestampte pot. Hij stond in aanzien, had een eigen secretaris en hield overal de vinger aan de pols.

Eind 1938 was Van Gilse in Parijs gestationeerd, ook weer ten dienste van de Nederlandse Spanjestrijders die na het opheffen van de Internationale Brigades terugkeerden. Hij ving hier onder meer de zwaar gewonde Siep Adema op, die er dierbare herinneringen aan bewaarde. Bij de autoriteiten in Nederland stond Van Gilse na zijn Spaanse avontuur te boek als een ‘voor de publieke rust uiterst gevaarlijk persoon’. De officier van justitie van het arrondissement Amsterdam stelde zelfs voor hem als ‘staatloze vreemdeling uit ons land te doen zetten’ (ambtsbericht dd 31 juli 1939). Zo ver kwam het niet, maar wel ontving Van Gilse bericht dat hij het Nederlanderschap had verloren. Zou deze officier zich later gerealiseerd hebben dat deze Van Gilse een van ’s lands markantste verzetsmensen is geworden?

Direct na het uitbreken van de wereldoorlog in september 1939 begon Van Gilse in opdracht van de leiding van de CPN springstoffen in te zamelen voor het gewapend verzet. Alle betrouwbaar geachte oud-Spanjestrijders kregen thuis bezoek van Van Gilse en Krijn Breur. Zo ook Siep Adema, die zich hun vraag: “Doe je mee, kunnen we op je rekenen als het zover is?” nog goed kon herinneren. Zo werden overal in het land vijfmansgroepen gevormd, de Milgroepen (Mil van Militair verzet) die min of meer los van de partij zouden moeten werken.  Na de inval van Hitler in de Sovjet-Unie op 22 juni 1941 werd de Mil operationeel. Van Gilse had toen ongeveer veertig man bij elkaar gesprokkeld. In de literatuur over communisten in bezettingstijd is ook sprake van een illegale groep oud-Spanjestrijders die zich onder deze specifieke noemer verenigd zou hebben, maar daar is verder weinig tot niets over te vinden.

Van Gilse had de landelijke leiding over de Mil, die dus voor het grootste deel uit Spanjestrijders bestond. De leden voerden bomaanslagen uit op spoorwegen, viaducten en auto’s van de Wehrmacht, stichtten brand op cruciale punten en liquideerden personen, hoewel dat laatste meer een specialiteit was van de groep CS6 onder leiding van Gerrit Kastein. Met die groep onderhield Van Gilse contact, en er waren ook verbindingslijnen met Sally Dormits en diens rampzalig geëindigde Nederlandse Volks Militie. Het spreekt voor zich dat dit sabotagewerk uiterst risicovol was. Leden van de Milgroepen werden gearresteerd, geëxecuteerd, of kwamen om het leven door een onbedoeld afgaand explosief, zoals Jan Willem Schouten uit Bennekom overkwam. Van Gilse had maandenlang bij hem thuis ondergedoken gezeten.

In mei 1943 ging de Mil op in de Raad van Verzet, een overkoepeling van verzetsgroepen van verschillende signatuur. Ondanks zijn onmiskenbare leiderschapskwaliteiten werd Van Gilse door de leiding van de CPN niet afgevaardigd in deze RvV.  Vermoedelijk vonden ze het té bizar om een statenloos man neer te zetten in een organisatie die officieel Raad van Verzet in het Koninkrijk der Nederlanden heette. Maar Janrik van Gilse ging gewoon door met zijn gevaarlijke sabotagewerk. Ook het verlies van zijn enige broer Mik, die op 1 oktober 1943 wegens verzetsactiviteiten gefusilleerd was en met wie hij veel had samengewerkt, deed hem niet van gedachten veranderen. Zo was hij op 17 maart 1944 betrokken bij de aanslag op de vuurwerkfabriek Kat in Leiden.

Niet veel later liep Van Gilse tegen de lamp toen hij nietsvermoedend aanbelde bij een huis in Den Haag, waar net tevoren de SD een inval had gedaan. Toen de deur openging, zette hij het op een lopen. Janrik van Gilse werd neergeschoten en overleed aan zijn verwondingen op 28 maart 1944, 31 jaar oud. Waar hij begraven ligt, is niet bekend. In 1953 verrees in Amsterdam-Slotermeer de Van Gilse-straat.  Zijn naam staat ook op de monumentale Erelijst van Gevallenen 1940-1945.

Bronnen: 
  • Archief CPN (IISG Amsterdam) inventarisnummers 131 en 140
  • Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99, inventarisnummer 68
  • Hansje Galesloot, Susan Legêne, Partij in het verzet. De CPN in de tweede wereldoorlog (Amsterdam 1986) p. 108-111
  • Siep Adema, Wie het geweten heeft (Nijmegen 1994) p. 74 en 84
  • http://www.erelijst.nl/jan-hendrik-van-gilse
  • Archief Internationale Brigade RGASPI, F.545-Op.3-D.84
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.82
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.399-Ll.1-4
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.400-Ll.5 II, 20,21,49
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.4-6,14,24-25
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-Ll.26, 96
Auteur: 
Margreet Schrevel
Laatst gewijzigd: 
09-08-2017
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Reclametekenaar
Functie: 
Politiek Commissaris, Tolk, Correspondent, Journalist
Adres: 
Prinsengracht 1083
Woonplaats: 
Amsterdam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
15-08-1937
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Vader: 
Jan Pieter Hendrik van Gilse
Beroep vader: 
Componist, dirigent
Moeder: 
Alida Henriette Hooijer
Datum getrouwd: 
15-09-1936
Partner: 
Geertruida Maria van Everdingen