De vader van Johan de Jong was een Friese landarbeider die voor de Eerste Wereldoorlog met zijn vrouw naar Duitsland was vertrokken. Daar werden Johan en zijn vijf jaar oudere broer geboren. Waar Johan is geboren is raadselachtig. Niet alleen St.Hubert wordt opgegeven, een plaats behorend tot de Duitse gemeente Kempen, ongeveer 15 kilometer oostelijk van Venlo. Maar ook de dorpen Millingen, Empel en Hurl, deel uitmakend van het Duitse Rees - vlak over de Nederlandse grens bij de Achterhoek - worden in officiële stukken genoemd.
Toen Johan een jaar oud was keerde het gezin weer terug naar Friesland. Eerst naar het dorp Terband en daarna naar Allingawier. Johan kreeg er toen nog drie broers bij.
Begin jaren dertig verbleef Johan de Jong in het “Doorgangshuis Hoenderloo” in Apeldoorn. Dit was een gesticht waar circa 200 verwaarloosde jongens werden opgevangen en een vak leerden. Johan kreeg daar een opleiding tot smid en bankwerker. Zijn voogd was toen Hendrik de Jong, een jongere broer van zijn vader. In 1935 moest Johan opkomen voor militaire dienst. Omdat hij ook een opleiding tot hoefsmid had gehad en goed met paarden kon omgaan werd hij ingedeeld bij het 6de Regiment Veldartillerie. De artillerie van het Nederlandse leger werkte toen nog bijna volledig met paardentractie.
Begin 1936 komt Johan de Jong vanuit het Friese Wonseradeel – vermoedelijk verbleef hij daar bij familie - in Amsterdam aan en is dan automonteur. Hiervoor woonde hij ook kort in de Achterhoek en Arnhem. Ruim een jaar voordat hij naar Spanje vertrok woonde Johan in Den Haag.
Midden in de winter - op 28 januari 1938 – komen 31 internationale vrijwilligers na een voettocht door de besneeuwde Pyreneeën aan in het Catalaanse bergdorpje Massanet. Het zijn zeven Fransen, zes Polen, drie Amerikanen, drie Zweden, drie Denen, twee Oostenrijkers, twee Hongaren, een Duitser, een Italiaan en drie Nederlanders: Willem Prins, Sjoerd Storteboom en Johan de Jong.
Op 3 maart staat Johan vermeld bij het instructiebataljon van de XIde Internationale Brigade in Albacete. Hij is samen met Sjoerd Storteboom ingedeeld bij de lichte-mitrailleurcompagnie, bestemd als versterking van deze XIde Brigade aan het front. Maar tien dagen later wordt Johan de Jong - mogelijk vanwege zijn ervaring met geschut in het Nederlandse leger - overgeplaatst naar de artillerie. Hij behoort dan tot een groep van 19 interbrigadisten - bestemd als versterking voor het front - waar ook Hein van Arkens en Bernard van der Dries deel van uitmaken.
Na het - voor de Spaanse Republiek desastreuse - Aragonoffensief van de Franco-troepen in het voorjaar van 1938 komt Johan de Jong in Catalonië terecht en maakt na een hergroepering deel uit van de artillerie van de 45ste Divisie. Maar hij moet daarvoor al gewond zijn geraakt en wordt gerepatrieerd.
Johan komt op 22 mei van dat jaar – na een verblijf van vier maanden in Spanje - weer terug in Nederland en wordt onmiddellijk gearresteerd vanwege een oude veroordeling van een maand voor diefstal en komt terecht in de koepelgevangenis van Breda.
Hierna woonde Johan ruim twee jaar in Arnhem. In 1941 vestigde hij zich definitief in Apeldoorn waar hij in 1944 trouwde.
Tijdens de bezetting werd hij vanwege de “Arbeitseinsatz” in Berlijn te werk gesteld. Johan de Jong kwam daar in 1942 zwaar in de problemen vanwege een inbraak die hij met drie andere Nederlanders pleegde in een distilleerderij. In januari 1943 werd hij veroordeeld tot een tuchthuisstraf van één jaar en drie maanden die hij grotendeels als dwangarbeider doorbracht in het “Gefangenenlager Rodgau”, in de buurt van Frankfurt am Main.
Na de Tweede Wereldoorlog was Johan de Jong verwarmingsmonteur, papierfabrikant en onderhoudsmonteur. Ook had hij vanaf 1968 een marktvergunning voor het demonstreren van artikelen in Amsterdam. Hij gaf toen een adres op in Driehuis, een plaats tussen Velsen en IJmuiden.
Johan de Jong overleed op 72-jarige leeftijd in Apeldoorn.
- Bevolkingsregister - Alle Friezen, Leeuwarden
- Militieregisters - Noord-Hollandsarchief, Haarlem
- Bevolkingsregister - Haags Gemeentearchief, Den Haag
- Stadsarchief Amsterdam - Indexen
- Archief Internationale Brigades, Moskou
- RGASPI F.545-Op.2-D.111-Ll.32,51
- RGASPI F.545-Op.2-D.237-L.114
- RGASPI F.545-Op.6-D.36-L.42
- Nationaal Archief, Den Haag - Ministerie van Justitie, Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99 - inventarisnummer 190
- Arolsen Archives - International Center on Nazi Persecution, Bad Arolsen, Duitsland