RICHEL, Marinus

Marinus
Richel
Geboren:
Den Haag
5 januari 1916
Overleden:
Den Haag
1 januari 2000
Levensbeschrijving: 

"Wat de Nederlandsche autoriteiten in Spanje voor mij gedaan hebben: 5 jaar heb ik in kampen doorgebracht , 1 ½ jaar ondersteuning ontvangen, dus verder commentaar is overbodig”. Dat verklaart Marinus Richel als hij in juli 1943 in Portugal aankomt, na vijf jaar te hebben doorgebracht in de gevangenissen en kampen van het Spanje van Franco.

Marinus Richel is op 5 januari 1916 in Den Haag geboren als 6de in een gezin van 7 kinderen. Zijn ouders scheiden als hij 15 is. Hij heeft enkel de lagere school doorlopen. Als beroep geeft hij op metaalbewerker. 

In januari 1938 is hij naar Spanje gegaan, in een document van maart 1938 blijkt hij te zijn ingedeeld bij de 11de brigade. Op 2 april 1938 wordt hij gevangen genomen, eerst is hij in San Pedro de Cardena, in december 1939 wordt hij overgeplaatst naar Belchite om daar het zware werk in de steengroeven te doen. In december 1940 zou hij vrijgelaten worden maar - verklaart hij - ‘de Nederlandse autoriteiten konden mij niet uit het land krijgen naar Indië of een ander geallieerd land i.v.m. transportmoeilijkheden’. In december 1940 wordt hij opnieuw overgeplaatst , nu naar Palencia. Ook daar werkt hij in steengroeven en bij de aanleg van wegen. Op 8 december 1941 gaat hij naar het concentratiekamp Miranda de Ebro - waar zich op dat moment niet alleen Nederlanders bevinden die in de burgeroorlog vochten maar ook landgenoten die het bezette Nederland zijn ontvlucht. 

15 juli 1942 wordt hij opnieuw vrijgegeven door de Spaanse autoriteiten wat ook aan de Nederlanders werd doorgegeven maar opnieuw gaat het mis:  "Aangezien deze autoriteiten ons echter niet wenschten af te halen, heb ik het kamp eerst ongeveer een jaar later verlaten en wel op 26 juni 1943 en arriveerde 1 dag later te Madrid.” Vandaar gaat de reis door naar Portugal waar hij bij de Nederlandse consul zijn verklaring aflegt.

Voor vrijlating in het kamp zijn de Nederlanders afhankelijk van de inzet en bemiddeling van de Nederlandse regering en haar diplomatieke vertegenwoordiging in Spanje. Het resultaat daarvan liet te wensen over. Een eerste groep van 4 personen kan al in december 1939 vertrekken, maar vervolgens duurt het tot 1942 voor de volgende groep wordt vrijgelaten. De laatste Nederlandse Interbrigadisten komen pas in 1943 vrij. 
Voor een deel had dit te maken met tegenwerking vanuit Spanje, dat, na afloop van de burgeroorlog die zo sterk gekenmerkt werd door ideologische tegenstellingen, de buitenlandse “handlangers” van de “roden”, de “huurlingen die nonnen verkrachten en enkel op buit uit waren”, zoals ze in de rechtse pers werden afgeschilderd, eigenlijk niet ongestraft wilde laten gaan. 
Aan de andere kant was er binnen de Nederlandse regering niet altijd evenveel enthousiasme om zich in te zetten voor de “ex-Nederlanders” en diplomatieke druk uit te oefenen ten gunste van hun vrijlating. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog veranderde dit omdat de inzet van de Nederlandse Interbrigadisten in een ander daglicht kwam te staan en men positiever tegen hen aankeek. Het maakte de vrijlating er niet makkelijker op omdat Spanje toen door Duitsland onder druk werd gezet om krijgsgevangenen die zich na vrijlating mogelijk zouden kunnen aansluiten bij de geallieerde troepen tegen te houden.

Halverwege 1943 worden de laatste 9 Nederlandse Interbrigadisten, waaronder Richel, in groepjes van twee of drie vrijgelaten uit Miranda de Ebro. Het is niet duidelijk wat hun in vrijheidstelling nog zo lang in de weg heeft gestaan.

Vanuit Portugal gaat de reis naar Engeland. Hier wordt hij op 1 oktober 1943 ingelijfd de Prinses Irene Brigade. Hij gaat een vrijwillig dienstverband aan voor de tijd dat Nederland in oorlog is, en die na het sluiten van de vrede nog verlengd kan worden voor een half jaar. 

Er is in Engeland bij de indiensttreding  bij de Irene Brigade veel gedoe over het verloren Nederlanderschap. Er zijn naast de voormalige leden van de Internationale Brigades nog andere “ex”-nederlanders in Engeland die men wil opnemen in de Irene Brigade. Het gaat dan vooral om Nederlanders die in het Franse Vreemdelingenlegioen hebben gediend. Er zijn zowel juridische als praktische bezwaren om het verlies van het Nederlanderschap ongedaan te maken, en met hernaturalisatie wil de regering wachten tot de democratische verhoudingen weer herstelt waren in Nederland. Uiteindelijk wordt toch besloten tot hernaturalisatie en dat resulteert in een Koninklijk Besluit dat 50 “voormaligen Nederlanders, die zich thans in Nederlandschen krijgsdienst bevinden en niet een vreemde nationaliteit bezitten, naar aanleiding van hun daartoe te kennen gegeven wensch het Nederlanderschap wederom deelachtig te doen worden.” Het besluit wordt per 29 juni 1944 van kracht, en naast Marinus Richel krijgen ook Harry KnolHerman Scheerboom en Willem Schaumbach, die als Engelandvaarder in Engeland was gekomen, hun Nederlanderschap terug.

In 1944 gaat hij met de Irene Brigade naar Frankrijk waar hij op 8 augustus aankomt. 

1 januari 1946 gaat hij met groot verlof met recht op kledingvergoeding. Dat houdt in dat hem kleding wordt verstrekt. In 1950 krijgt hij het Oorlogsherinneringskruis met de gespen “Krijg ter land” en “Normandië”.

Over het verdere leven van Marinus Richel is niets bekend.

Bronnen: 
  • Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken te Londen (Londens Archief), nummer toegang 2.05.80, inventarisnummer 5966
  • Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken: Bureau voor Nationale Veiligheid (BNV), (1933) 1945-1946 (1980), nummer toegang 2.04.80, inventarisnummer 1435
  • Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Defensie: Onderscheidingen, nummer toegang 2.13.184
  • Oud-Spanjestrijders, Nederlanders die geen Nederlander zijn, Rik Vuurmans, Amsterdam, februari 1986 (doctoraalscriptie)
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.36-L.37
Auteur: 
Yvonne Scholten, Rik Vuurmans
Laatst gewijzigd: 
14-05-2018
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Metaal bewerker
Adres: 
Kochstraat 82
Woonplaats: 
Den Haag
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
25-01-1938
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Nederlanderschap teruggegeven: 
30-06-1944
Vader: 
Marinus Richel
Moeder: 
Catharina de Keth