Jan Wendels was de jongste in een gezin met zeven kinderen. Hij was een “nakomertje”, zijn oudste zus was 22 jaar ouder. Zijn vader was timmerman in dienst van de gemeente Amsterdam. Jan groeide op in de Amsterdamse Kinkerbuurt. Na de lagere school ging hij naar de Ambachtsschool waar hij werd opgeleid tot elektromonteur. Later volgde hij nog een opleiding aan de MTS (Middelbare Technische School). Toen hij achttien was verhuisde hij met zijn ouders naar Amsterdam-Zuid. Hij kreeg daar in de Mesdagstraat een relatie met zijn buurmeisje Maria Reijerse. Jan werkte in Amsterdam-Noord tot 1934 bij een elektro-technische fabriek. Toen het slechter ging met dit bedrijf werd hij ontslagen en begon hij een eigen bedrijf met drie vrienden: firma “De Vier” - maar dit bedrijf kon het in de crisistijd van de jaren dertig niet bolwerken, ging ter ziele en Jan werd werkeloos.
Jan Wendels was vrijgesteld van militaire dienstplicht in het Nederlandse leger, omdat zijn 15 jaar oudere broer wel in dienst was geweest, de zgn. broederdienst. Zijn vader was na zijn pensionering bij de gemeente in 1930 actief lid geworden van de communistische partij. Sinds november 1935 was Jan Wendels vakbondslid bij het syndicalistische NAS (Nationaal Arbeids-Secretariaat). Vanaf oktober 1936 werd hij - net dus als zijn vader - lid van de Communistische Partij Nederland (CPN)
Begin 1934 was hij het huis uit gegaan en ging hij samenwonen met Maria. Op 30 oktober 1934 werd hun dochter Elisabeth geboren. Begin 1935 verhuisden ze naar de gemeente Haarlemmermeer, maar een jaar later kwamen ze weer terug in Amsterdam. Het samenzijn met deze partner ging niet over rozen. Na nog een jaar kwam aan de relatie een einde.
De CPN regelde een paspoort en een kaartje naar Parijs en Jan Wendels vertrok naar Spanje.
Op 29 april 1937 komt Jan Wendels aan in Albacete, het hoofdkwartier van de Internationale Brigades. Daar wordt hij ingelijfd als technicus en komt hij te werken in “el Taller no1 de las B.I.”(Werkplaats nr.1 van de Internationale Brigades). Op 1 juni wordt hij overgeplaatst naar Villanueva de la Jara, een kleine stad van ruim 3000 inwoners, ca 60 km ten noorden van Albacete. La Jara, zoals het meestal wordt genoemd, is de garnizoensplaats van het Amerikaanse Lincoln-bataljon van de XVde Internationale Brigade. Tevens ligt even buiten het stadje een vliegveld van de Republikeinse luchtmacht. Een adellijk stadspaleis, Villa Enriqueta, is geconfisqueerd en omgetoverd tot militair hospitaal. Hier wordt Jan verantwoordelijk voor de röntgenapparatuur. Gewone soldaten verdienen 6, later 10 pesetas per dag, Jan krijgt als technicus 11 pesetas, vanaf 1 december verhoogd tot 15 pesetas per dag. Hij werkt ook in de ziekenhuizen van Murcia, Valencia en Alicante. In 1938 werkt Jan als technisch specialist voor de röntgenapparaten van ziekenhuizen in Catalonië in Vich, Mataro en Barcelona.
In augustus 1938 is Jan Wendels verbonden aan het militaire hospitaal van het XVde Legerkorps te Valls, ten westen van Barcelona en circa 70 kilometer achter het front aan de rivier de Ebro. Onderdeel van dit legerkorps is de 35ste Divisie bestaande uit de XIde, XIIIde en XVde Internationale Brigades. Deze divisie bijt 25 juli de spits af in het bloedige Ebro-offensief van het Republikeinse Leger. Dit is de laatste grote heroïsche aanval van de Spaanse Republiek. Na een goed begin draait het uit op een uitputtingsslag en uiteindelijk op een fiasco. Na ruim drie maanden komt er een einde aan de gevechten. Er zijn aan republikeinse kant 30.000 gesneuvelden, de meeste onbegraven in het niemandsland. 45.000 republikeinse militairen zijn gewond geraakt. Door de grote verliezen aan materieel - geschut, tanks, vliegtuigen en vrachtwagens - was het lot van Catalonië hierna bezegeld.
Jan Wendels wordt gewaardeerd in zijn werk:
“Buen trabajador, muy intelligente en su trabajo, un camarada bueno y calmoso.”
(goede arbeider , zeer intelligent in zijn werk, een goede en rustige kameraad)
En in een rapport - Barcelona 17 september 1938:
“Buen camarada. Muy capacitado en su especialidad. Ha rendido servicio muy útil.”
(Goede kameraad. Zeer vakbekwaam in zijn specialisme. Heeft veel nuttige diensten verleend.)
In het voorjaar van 1938 wordt Jan Wendels zoals alle betrouwbare buitenlandse kameraden en brigadisten opgenomen in de Spaanse Communistische Partij (PCE). Later ontvangt hij het ‘Carnet de Honor’ van de 35ste divisie.
In oktober 1938 werden de Internationale Brigades opgeheven. 125 niet gewonde Nederlanders werden door de Nederlandse gevolmachtigde in Barcelona Schlosser* opgenomen op een Laissez-Passerlijst voor repatriëring naar Nederland. Ook Jan Wendels stond op deze lijst. Op 5 december kwamen ze aan in Roosendaal en werden daar door de Nederlandse overheid getrakteerd op stamppot met varkenslapjes. Hun Nederlandse nationaliteit waren ze natuurlijk kwijt, dat dan wel.
Terug in Amsterdam kon Jan aan de slag bij het elektrotechnisch installatiebedrijf van Groeneveld & Van der Poll in Amsterdam, maar door inkrimping van de bedrijfsactiviteiten in 1940 werd hij ontslagen. Hij kwam toen in dienst bij een reparatiewerkplaats van elektromotoren op de Egelantiersgracht in de Jordaan.
Jan Wendels trouwde in 1943 met Louisa Charlotta Jensch. Maar zijn eerdere relatie, Maria Reijerse had in 1944 nog een appeltje met Jan te schillen over de financiën betreffende de opvoeding van hun dochter. Toen Jan niet met geld over de brug kwam stapte ze naar de Sicherheitsdienst (SD). Wat ze daar vertelde is niet duidelijk maar de basis was toch wel Jans’ verleden bij de Internationale Brigades in de Spaanse burgeroorlog. Jan Wendels werd met getrokken pistolen gearresteerd op zijn werk op de Egelantiersgracht en meegenomen naar het SD-hoofdkwartier in de Euterpestraat in Amsterdam-Zuid. Pas na een paar weken liep dit met een sisser af en werd hij weer vrijgelaten.
Na de oorlog werden er twee kinderen geboren: Dolores en Louis Charles. Hij kreeg ook zijn Nederlanderschap weer terug. Hij was nog kort lid van de aan de CPN gelieerde EVC (Eenheids Vakcentrale) en daarna van het – met de PvdA verbonden – Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). Ook was hij geabonneerd op de PvdA-krant ‘Het Vrije Volk’. Hij werkte toen weer bij Groeneveld & Van der Poll aan de Papaverweg in Amsterdam-Noord - toen kortweg Groenpol genoemd – en werd daar chef-monteur. Maar zijn verblijf in Spanje zou hem tijdens de koude oorlog in moeilijkheden brengen.
Groenpol was de vaste onderaannemer van de Nederlandse Dok- en Scheepsbouw Maatschappij (NDSM) voor het installeren van alles wat met de elektronica van zeeschepen te maken had. Toen de NDSM in 1951 zou beginnen met het bouwen van onderzeebootjagers wilde de Marine Inlichtingendienst (Marid) al het bij de bouw betrokken personeel doorlichten. Jan moest toen uitgebreid verslag doen van o.a. zijn verleden in Spanje. Zijn vroegere lidmaatschap van de CPN en het NAS noemde hij toen niet. De Marid kwam met extra vragen naar personen uit het verleden. Dus Jan noemde oude vrienden collega’s en gaf de namen van verpleegsters waar hij in Spanje mee had samengewerkt (Anne-Marie Gruntjes en Trijntje Hulleman in Murcia, To Kraay in Villa Nueva de la Jara, Henny Peeks in Orihuela en Jo Bovenkerk in Barcelona). Verder kwam hij voor zijn werk voor de Servicio Sanitario in Barcelona in Madrid, Valencia, Castellon. Door de directie van Groenpol werden over Jan Wendels lovende brieven geschreven aan het – toen nog bestaande – Ministerie van Marine. Maar ook werd er onderzoek gedaan door de BVD. Aardig wat informatie in deze bio is uit zijn BVD-dossier afkomstig. Maar ook werden mensen in zijn omgeving ondervraagd, onder andere een buurvrouw bij hem op de trap van Vechtstraat 23 in Amsterdam. Jan ging ’s avonds vaak op pad op zijn Solexbromfiets, waarheen was haar niet bekend. Hij had de slechte gewoonte dat hij bij terugkomst het brommertje over de trap naar twee hoog zeulde. Daarna stonk het hele trapportaal zo vies naar benzine. Daar was de BVD mooi achter gekomen. De BVD-agent stelde toen voor om Jan Wendels en zijn solex ’s avonds te volgen....
Of Jan Wendels in de jaren vijftig nog betrokken werd bij de bouw van die vier onderzeebootjagers in Amsterdam is niet bekend.
In 1960 verhuisde het gezin Wendels naar een nieuwbouwwoning in Amsterdam-Slotervaart. Jan Wendels overleed op de leeftijd van 69 jaar.
*De Duitser Franz Schlosser was op het einde van de Spaanse Burgeroorlog als viceconsul de laatste gevolmachtigde van de Nederlandse regering bij de Spaanse Republiek in Barcelona.
De minister-president van de Spaanse Volksfrontregering Juan Negrin had als blijk van goede wil richting Groot-Brittannië en Frankrijk op 21 september 1938 in de Volkenbond te Geneve aangekondigd de buitenlandse vrijwilligers in Spanje naar huis te sturen. Dus na het opheffen van de Internationale Brigades en een afscheidsparade in Barcelona in oktober 1938 werd door Schlosser op 25 november 1938 een Laissez-Passer opgemaakt met Nederlandse Internationale Brigadisten, de zogenaamde “Lijst Schlosser”. 125 Nederlanders gingen als één groep onder begeleiding van vertegenwoordigers van de Nederlandse regering in Frankrijk met de trein terug naar Nederland alwaar ze op 5 december in Roosendaal aankwamen. Al deze Internationale Brigadisten zouden in principe hun Nederlands Staatsburgerschap kwijtraken.
- Stadsarchief Amsterdam
- Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnr 16810
- Nationaal Archief 2.09.45, Den Haag, Ministerie van Justitie: Rijksvreemdelingendienst (RVD) en Taakvoorgangers, nummer toegang 2.09.45, inventarisnummer -1569
- Archief Avila, 'Documentacion Roja', 1263, carpeta 8
- Manuel Gonzalez Moreno-Navarro, Las Brigadas Internacionales, su paso y estancia en Cataluña, Barcelona, PPU 2009, p 62
- Antony Beevor, The Battle for Spain, 2006
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.4-5, 24-25
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.91
- Nationaal Archief: Ministerie van Binnenlandse Zaken, BVD archief (2.04.125), dossiernummer: 23160
- Noord-Hollands Archief, nummer toegang 307, inv.nrs 160,161 - Parket van de Procureur-Generaal te Amsterdam 1930-1939
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archiefbescheiden betreffende Oud-Spanjestrijders, nummer toegang 2.09.99, inventarisnummer 39
- Hugh Thomas, The Spanish Civil War – rev.ed. 2003
- C. P.P. van Romburgh & E. K. Spits, Nederlandse Dok en Scheepsbouwmaatschappij p.137
- Nationaal Archief 2.04.125, Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en voorgangers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Persoonsdossiers, inventarisnummer 23160