De voorouders van de familie Cahuzak moeten eind zeventiende eeuw als Hugenoten uit het Franse Cahuzac naar Nederland gekomen zijn. Piet werd op 26 november 1915 geboren in een groot Amsterdams arbeidersgezin: zijn oom was sigarenmaker, zijn vader betonwerker. Piet op zijn beurt werd metselaar. Stoere arbeiders als deze hadden altijd een streepje voor in de CPN.
Wanneer Piet precies tot die partij toetrad, is niet bekend, maar bij zijn vertrek naar Spanje in de herfst van 1937 was hij in elk geval overtuigd communist. Hij liet voor het ideaal zijn verloofde in Nederland achter. Aan zijn familie werd verteld dat hij naar een internationaal sporttoernooi ging. Op 8 november 1937 werd hij door een van zijn maten, Nap van den Brink, gespot, samen met honderden anderen op weg naar het front. De mannen zongen uit volle borst De Internationale.
Cahuzak was als enige Nederlander ingedeeld bij het eerste bataljon van de zevende compagnie in Madrigueras. Dit was een instructiebataljon waar nieuw aangekomen brigadisten een korte opleiding kregen. Cahuzak was in Nederland in dienst geweest en stond te boek als een uitmuntend soldaat.
Vermoedelijk werd hij juist op grond van die militaire expertise uitgenodigd voor een brainstormbijeenkomst op initiatief van de politiek commissaris van de CPN, Janrik van Gilse (alias Zuidema). Er bestaat een rapport van die vergadering, opgemaakt voor leden van het Executief Comité van de Komintern in Valencia. Duidelijk wordt dat de Nederlandse sectie in een crisis verkeerde. De desertie was in december 1937 de pan uit gerezen, er werd zelfs een getal van 99 deserteurs genoemd op een totaal van 350. De militairen klaagden erover dat ze nauwelijks kans op bevordering maakten, in tegenstelling tot de Duitsers. De verpleegsters pleitten voor een exclusief Nederlands hospitaal in Spanje. In verband met taalproblemen was er ook behoefte aan een specifiek Nederlands bataljon.
Dat zou uiteindelijk het door Piet Laros geleide bataljon De Zeven Provinciën worden. Het is niet zeker, maar wel aannemelijk, dat ook Cahuzak hierbij vocht. Op 2 mei 1938 was hij blijkens een document in het Komintern-archief nog als gewoon soldaat actief. Dat gegeven maakt het weer waarschijnlijk dat hij werd ingezet bij het offensief aan de Ebro, waar van juli tot november 1938 de Zeven Provinciën vochten en veel mannen verloren.
Cahuzak moet een van de vele ‘onbekende soldaten’ zijn die bij die allerlaatste inzet van de Brigades het leven lieten. Tot op de dag van vandaag zijn nabestaanden naar hem op zoek.
- Mededelingen mw Saskia Duives-Cahuzak, Vlijmen.
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.124
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.399-L.9
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.2, 16-17